Mr. X trad op namens een aannemer die vond dat een ambtenaar een scheve schaats reed – met een paar aannemers kon die ambtenaar lezen en schrijven, maar als hij iets moest aanbesteden bij een ‘vreemde aannemer’ die het net even anders aanpakte, dan deed hij zo moeilijk dat ze het voortaan wel uit hun hoofd zouden laten mee te dingen naar opdrachten. De ambtenaar was van ‘verdeel en heers’, zette bewust opdrachten uit die de gemeente eigenlijk niet kon betalen, deed vervolgens de aannemers te kort en presenteerde dit dan als ‘meevallers’ aan de gemeenteraad. Dit en meer schreef mr. X in een brief aan de ambtenaar, met kopie aan de gemeenteraad, waarbij zij er herhaaldelijk tussenflanste dat zij de visie van haar cliënte vertolkte.
Over het werk dat de cliënte voor de gemeente had gedaan schreef mr. X: ‘Cliënte neemt de verantwoording voor haar werk in tegenstelling tot u. Op diverse punten moet er hersteld worden, maar vanzelfsprekend niet in de extreme mate die u heeft aangegeven in een onuitputtelijke tsunami aan foto’s en punten in een warrige, onoverzichtelijke lijst.’ En: ‘Uw wijze van reageren is onprofessioneel te noemen en cliënte begrijpt niet waar u het lef vandaan haalt om zo te reageren.’
Ging mr. X in haar bewoordingen te ver? De ambtenaar vond van wel, maar de raad van discipline Zeeland-West-Brabant ziet geen bezwaar. Ook een opmerking dat de gemeente zich schuldig maakte aan ‘totaal onbehoorlijk en niet integer gedrag’ was geen probleem.
Goudschaaltje
Maar op één punt sloeg het goudschaaltje toch door naar de andere kant. Dat betrof de volgende passage: “Het blijft belachelijk dat u stelt dat u niet in het bezit bent van administratieve gegevens en revisies, certificaten. Cliënte blijft hierom verbaasd.”
De tuchtrechter vindt dat er geen sprake is van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid voor zover mr. X duidelijk namens haar cliënte had gesproken. De gebruikte bewoordingen waren scherp, maar niet klachtwaardig, gelet op het feit dat een advocaat het ‘gevoelen’ van een cliënt mag verwoorden.
In die zin over de administratieve gegevens echter had mr. X volgens de tuchtrechter onvoldoende afstand genomen. Ze schreef dat de cliënte verbaasd bleef, en had de stelling dat het belachelijk bleef tot haar eigen mening gemaakt. Daarmee had mr. X onvoldoende professionele afstand gehouden en zich onnodig grievend uitgelaten. Aldus de tuchtrechter.
Dat verweerster een kopie van de brief aan de gemeenteraad stuurde, was niet klachtwaardig: de gemeenteraad was, als hoogste orgaan van de gemeente tot wie de brief was gericht, geen derde. Verder heeft een advocaat grote vrijheid bij de belangenbehartiging. Je mag niet zonder redelijk doel de wederpartij schaden, maar dat kan je van het informeren van de gemeenteraad als controlerend orgaan niet zeggen. Aldus, voor alle duidelijkheid, nog steeds de tuchtrechter.
Mr. X kreeg een waarschuwing, maar appel staat nog open.