Een droomhuis in Lutjewinkel, vrij uitzicht en een mooi stuk weiland erachter voor de dieren; dat was het beeld dat meneer H. en zijn vrouw een paar jaar geleden voor ogen hadden toen ze een stuk land kochten van hun nieuwe buurman, veehouder F. Geen seconde zullen ze erover hebben nagedacht dat ze tegenover elkaar zouden belanden bij de kort-gedingrechter in Alkmaar, maar vandaag is het zo ver. 

‘Het probleem is natuurlijk: het ging een tijd lang goed en nu gaat het slecht’, vat de rechter samen. ‘Het gaat hier niet om een auto die je koopt en die kant en klaar voor je deur staat. Je gaat samen een project in en in de loop daarvan ontstaan vragen die je aan het begin niet kunt beantwoorden.’ 

De kavel van H. is een van de vijf waarvoor boer F. toestemming kreeg van de gemeente Hollands Kroon. H. begon als eerste met bouwen. Op een strook langs de kavel die per 1 januari 2019 juridisch zijn eigendom wordt, plaatste hij een tijdelijke woonunit. Ook gebruikte de familie H. die strook om van en naar hun huis te rijden, want de eigen oprit naar hun kavel is nog niet bestraat. De koeien van F. moeten over diezelfde strook als ze van de stal naar het weiland lopen en omgekeerd. 

Wonen aan het water, wie wil dat nou niet? Dus was onderdeel van het woningbouwplan dat achter de kavels een sloot zou komen. De familie H. kocht nog een strook grond achter het huis. Moest die sloot echt dwars door hun toekomstige erf lopen? F. was bereid de sloot te verleggen, om het erf van H. heen. 

Alles in goede harmonie, totdat H. een claim indiende bij de verkoper omdat de riolering en de nutsvoorzieningen te laat waren geleverd. Vanaf dat moment bekoelden de verhoudingen. Op een dag stond er een shovel op de strook geparkeerd, later een trekker, en uiteindelijk schrikdraad en een bord ‘verboden toegang’. De politie is er ook al bij geweest toen een wagen met betonmortel niet op de bouwkavel kon komen. En de koeien braken uit toen de bouwers een keer vergaten het schrikdraad terug te hangen. 

Mediation ketste af. De claim ligt nu bij een andere rechter. In kort geding vordert de familie H. dat ze tot 1 januari de strook mogen gebruiken en dat de buurman het schrikdraad weghaalt. Mevrouw H. is hoogzwanger van haar tweede kind en de hulpdiensten moeten het huis kunnen bereiken. En ook willen de bewoners dat F. de sloot niet mag graven tot de bodemrechter daarover heeft beslist. 

De verharde verhoudingen zijn terug te zien in de betogen van de advocaten. Die ademen één boodschap: de ander heeft het gedaan. 

Boer F., zegt advocaat Peter van Lingen, heeft zich altijd heel redelijk opgesteld en begrijpt niet wat het probleem is. ‘Er is geen misverstand dat eisers in beginsel met de sloot hebben ingestemd. Gedaagde heeft gekeken of de sloot ook om het perceel van eisers heen kan worden gelegd, dat is zonder meer een zeer redelijk alternatief. Daar heeft hij vergunning voor gekregen. De plannen zijn niet zomaar meer te wijzigen. Gedaagde is jegens alle kopers gebonden aan het graven van de sloot en begrijpt niet wat het bezwaar is tegen deze oplossing. Hij wil nog graven voor de winter, nu hij juridisch nog eigenaar is van de grond. Eisers zeggen dat ze geen sloot willen in verband met hun kinderen, maar er ligt al een sloot langs hun perceel.’ 

En dan is er nog die strook waarlangs je bij het huis komt. ‘Eisers doen het voorkomen alsof het schrikdraad recent is geplaatst, maar het is er altijd geweest. Ze hebben er nooit eerder iets van gezegd. In de dagvaarding vorderen ze voor het eerst dat het wordt weggehaald. Het is absoluut noodzakelijk om te voorkomen dat het vee uitbreekt. Het is hier een agrarische omgeving; alle percelen zijn omringd door een sloot of afgezet met schrikdraad. Het kan toch niet zo zijn dat mijn cliënt hierin wordt belemmerd omdat eisers hier zijn komen wonen?’ 

Voor advocaat Allard Hanrath ziet de wereld er heel anders uit. ‘De makelaar van F. heeft mijn cliënten voorgespiegeld dat de sloot kon komen te vervallen als het Hoogheemraadschap en de andere kopers daarmee instemden. Zo’n bepaling is ook terecht gekomen in de koopovereenkomst. In de latere koopovereenkomsten met anderen staat nadrukkelijk de afspraak dat de sloot wordt gegraven met de erfgrens in het midden. Zo heeft F. nadrukkelijk zelf een belang van derden gecreëerd!’ 

En de toegang tot het huis? ‘Het blokkeren van de strook, eerst met een shovel en daarna met een trekker, was bedoeld om mijn cliënten te provoceren. Door nu, na anderhalf jaar, het gebruik van die strook op te zeggen wordt hun belang onevenredig geschaad. De gevolgen zijn groot. De toekomstige oprit naar het huis is onverhard en onbruikbaar. Mevrouw H. is zwanger en als gevolg van de blokkade kunnen hulpdiensten het huis niet goed bereiken.’ 

Zo gaat het over en weer. Anderhalf uur lang stelt de rechter niet één vraag. Binnen 24 uur hebben de kemphanen hun uitspraak: F. mag zijn sloot graven, maar moet de familie H. gebruik laten maken van de strook grond zodat ze bij hun huis kunnen komen.  

Lars1

Lars Kuipers

Freelance journalist

Profile page
Advertentie