'Ik bepaal bij het eindbedrag wat ik afboek'
‘Ondanks mijn lage uurtarief ben ik voorzichtig met uren schrijven om de associatie met de geldbeluste advocaat te voorkomen. Draagkracht van de cliënt speelt hierbij wel een rol. Wanneer een cliënt de declaratie met gemak kan voldoen, reken ik gewoon de tijd die ik aan de zaak heb besteed. In andere gevallen matig ik de declaratie bijna altijd. In het begin vond ik het ondoenlijk om een verdrietig echtpaar na een uur tranen een declaratie te sturen, maar sinds ik een eigen praktijk heb, ben ik daar iets strikter in geworden. Ik bepaal aan de hand van het eindbedrag hoeveel wordt afgeboekt.’
Esther Sprenkeling (53), advocaat familierecht en mediator bij Loos & Boukema Advocaten in Amsterdam
'Verdienmodel zit niet gefactureerde uren'
‘Naar mijn overtuiging is de vergoeding het heetste hangijzer voor de advocaten zelf. De tarieven zijn niet gering en moeten toch door de cliënt betaald worden. Ik merk dat onze medewerkers terecht de afweging maken wat ze wel en niet in rekening brengen. Liever een terugkerende cliënt dan eentje die de rekening te hoog vond. Het verdienmodel zit ook niet primair in de te factureren uren, vind ik. Als een medewerker veel tijd spendeert aan andere belangrijke taken, dan verwachten wij ook niet dezelfde omzet. Is een medewerker te lang met een zaak bezig, dan boeken we dat af.’
Ivo Soetens (36), partner en advocaat ondernemingsrecht bij Reijnders Advocaten in Eindhoven
'Teveel aan uren voor eigen rekening'
‘Binnen kantoor wordt met elkaar vaak gesproken over declarabele uren, ook omdat we veel cliënten bijstaan op basis van gefinancierde rechtsbijstand. De toegekende uren van de Raad voor Rechtsbijstand zijn echter niet toereikend, dus we halen vaak niet de gewenste urennorm. Als ik te lang bezig ben met een zaak neem ik dat voor eigen rekening. Het laatste wat je wilt, is dat een cliënt verrast is over de hoogte van een factuur. Die waakzaamheid blijft altijd, maar door het opbouwen van ervaring word je vanzelf sterker in het vooraf inschatten van het aantal benodigde uren.’
Richard Bouwman (43), advocaat strafrecht bij Veem Advocaten in Amsterdam