De zitting, voorafgaand aan het vonnis waarbij mensenrechtenadvocaat Nguyen Van Dai werd veroordeeld tot vijftien jaar cel voor ‘pogingen tot omverwerping van de staat’, kende een bizar verloop.
Rechter noch aanklager stelde ook maar één vraag aan de verdachte, terwijl daar toch drie kwartier voor was uitgetrokken. ‘Ze wilden me zo snel mogelijk veroordelen zodat ze me het land uit konden gooien,’ zegt Van Dai aan de telefoon vanuit het Duitse plaatsje Bad Nauheim, waar hij sinds een paar maanden woont. ‘Op dat moment werd er al veel druk uitgeoefend door de EU.’
Van Dai is een uitgesproken criticaster van de Vietnamese Communistische Partij, die het land sinds 1976 met harde hand regeert. In 2006 richtte hij het Vietnamese Mensenrechtencomité op, om het bewustzijn over mensenrechten te vergroten. ‘Arbeiders zijn ontevreden over hun werkgevers, vaak buitenlandse bedrijven die deals hebben gesloten met de regering. Maar er zijn geen onafhankelijke vakbonden, dus ze kunnen niet staken.’
Ook streed hij, als christen, voor godsdienstvrijheid en vrijheid van vereniging. Toen hij les ging geven over mensenrechten werd hij gearresteerd voor het ‘maken van propaganda tegen de staat’ en veroordeeld tot vier jaar cel, die hij uitzat. In 2013 stichtte hij met enkele andere advocaten en activisten de Broederschap voor Democratie (BFD), die door het regime werd bestempeld als ‘terroristische organisatie.’
Toen zijn zaak in april op zitting kwam had Van Dai tweeënhalf jaar in voorarrest gezeten. Hij was in december 2015 opnieuw opgepakt, nota bene toen hij op weg was naar de jaarlijkse EU-Vietnam Mensenrechten-dialoog met leden van het Europese Parlement. De arrestatie werd door de VN-werkgroep voor Arbitraire Detentie veroordeeld en verschillende landen waaronder Amerika, Australië en Duitsland riepen op tot zijn vrijlating.
Een halfjaar later werd de dissidente zakenman Trinh Xuan Thanh op klaarlichte dag in Berlijn gekidnapt door de Vietnamese geheime dienst. Duitse parlementariërs waren ziedend; de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel noemde het ‘een daad die we kennen uit thrillers over de Koude Oorlog’ en dreigde met sancties.
Van Dai: ‘Er was de autoriteiten dus veel aan gelegen om de relatie tussen Duitsland en Vietnam te normaliseren, in de hoop een stap dichter bij het vrijhandelsverdrag te komen.’
Handelsakkoord
Vietnam heeft de ambitie een grote regionale speler te worden en sluit in hoog tempo vrijhandelsverdragen met de hele wereld. In 2000 kwam er een handelsakkoord met voormalig aartsvijand de Verenigde Staten; sinds vorig jaar mag Vietnam ook weer Amerikaanse wapens kopen. Over het handels- en investeringsverdrag tussen de EU en Vietnam is jarenlang onderhandeld. Respect voor mensenrechten zou onderdeel van dat verdrag moeten zijn, meent Van Dai. En met hem de meerderheid in het Europese Parlement, dat de Vietnamese regering in december vorig jaar opriep om de honderden politieke gevangen vrij te laten en zich aan te sluiten bij het VN-Mensenrechtenverdrag en het Statuut van Rome. Tientallen ngo’s riepen de Europese Raad en het EUP nog in juni op om het handelsakkoord tot die tijd op te schorten.
Op 17 oktober presenteerden EU-commissaris voor Handel Cecilia Malmström en de Vietnamese minister voor Industrie en Handel Tran Tuan Anh een conceptakkoord, waarin respect voor mensenrechten wordt genoemd. Maar een mechanisme om het daadwerkelijk af te dwingen staat er niet in. ‘Terwijl je de combinatie tussen het VN-Mensenrechtenverdrag en handelsrechten heel makkelijk zou kunnen maken,’ zegt advocaat Otto Volgenant, die zich bij Lawyers for Lawyers jarenlang inzette voor Van Dai. ‘Maar veel landen willen dat niet, er is toch meer aandacht voor handel.’