De advocatenwet verbiedt het niet. En dat is ook meteen het argument van de eigenpleiters. In het verleden werden deze doe-het-zelvers daarom door de tuchtrechter behandeld alsof ze advocaat van een willekeurige cliënt waren. Maar die tijden lijken voorbij te zijn.
Recent werd een advocaat op de vingers getikt omdat hij zichzelf vertegenwoordigde in alle familierechtelijke procedures met zijn ex-partner, na dertig jaar samenleving. Zelf was de man specialist pensioenrecht, maar hij vond het kennelijk wel verfrissend om eens buiten het eigen rechtsgebied te kijken. En wie kan mijn belangen nu beter behartigen dan ikzelf, zal hij vast hebben gedacht. Zelfoverschatting behoort tot de veelvoorkomende feilen in ons vak. Dat advocaten weten wat zij zelf kosten, zal ook een rol gespeeld hebben. Een advocaat kan zo met lege zakken procederen zolang hij de verschotten kan ophoesten. Wat is nu het profiel van de typische eigenpleiter?
Een klein onderzoekje leert dat het vooral oudere mannen zijn die zichzelf tot raadsman benoemen. En onder hen vooral de types die reeds de neiging hebben om over zichzelf in de derde persoon enkelvoud te spreken. De bewuste pensioenrecht advocaat die zijn eigen scheiding deed, vond overigens dat hij zijn rol van ex-partner en die van advocaat heel goed uit elkaar wist te halen. Voor communicatie met zijn ex had hij namelijk een afzonderlijk e-mailaccount, waar hij zich wat verder kon laten gaan dan wanneer hij in de rol van advocaat trad. Toch lukte het hem niet om, vrij naar de raad van discipline, ‘voldoende afstand tot zichzelf te bewaren’. De raad wees er bovendien op dat met name de kernwaarde ‘onafhankelijkheid’ in het geding kwam. De advocaat mag namelijk geen persoonlijk belang hebben bij de uitkomst van een zaak. En dan wordt het lastig om voor jezelf op te treden. Betekent dit een feitelijk verbod?
Het was consequent van de man dat hij zichzelf verweerde in de tuchtzaak. Maar als hij een van zijn collega’s had geraadpleegd, zou hij ongetwijfeld zijn gewezen op het EHRM-arrest Maširević vs. Servië van 11 februari 2014. Volgens het Europese Hof is het in strijd met artikel 6 EVRM om een advocaat te verbieden voor zichzelf op te treden.
Een algemeen verbod zal er dus niet in zitten. Maar voor advocaten die gaan scheiden, zou dat wel het beste zijn.