Alsof zijn leven ervan afhing, zo hard ging El B. er op 3 maart van dit jaar vandoor toen twee marechaussees op hem af kwamen lopen op Schiphol. Hij had net twee passagiers aangesproken met de bedoeling ze naar Amsterdam te brengen. Die zagen verbluft hun taxichauffeur in de verte verdwijnen, achtervolgd door de agenten; een vlucht die, na een harde valpartij op een trap, pas eindigde toen El B. tegen een glazen deur op liep.
Passagiers ronselen buiten de officiële taxistandplaats is verboden volgens de APV van de gemeente Haarlemmermeer. Dat is niet voor niets; in 2016 waren er liefst 800 incidenten met ronselaars, variërend van oplichting tot intimidatie van passagiers. De marechausses gaven El B. een strafbeschikking van 350 euro voor ronselen. Daarna brachten ze hem naar het ziekenhuis. En vandaag gaat hij in verzet bij de kantonrechter in Haarlem.
Was hij eigenlijk wel aan het ronselen?
‘Ik heb geen taxidiensten aangeboden’, zegt El B. ‘Het was besteld vervoer, ik kwam die twee toeristen ophalen. Toen ik die agenten op me zag afkomen, ontstond er bij mij wat paniek. Toen ben ik weggerend. Hartstikke stom.’
‘Dat wekt natuurlijk wel een bepaalde indruk’, zegt de rechter.
‘Die paniek van mij, dat komt vanwege dingen die er in het verleden zijn gebeurd’, zegt El B. wat cryptisch. ‘Met anderen. Je hoorde verhalen dat geweld werd toegepast, dat er honden werden losgelaten.’
‘Bij uw verhoor’, zegt de rechter, ‘hebt u zich beroepen op uw zwijgrecht. U had toch beter dat misverstand uit de wereld kunnen helpen?’
‘Maar ik was bang’, zegt El B.
‘Waarvoor precies?’, wil de rechter weten.
‘Dat ik hier terecht zou komen.’
De rechter bladert door het dossier. Ze leest voor uit de verklaring van een van de twee passagiers. ‘Zij was net aangekomen vanuit Genève. Een man zei: “Taxi!” Toen zij ja had gezegd, begon de chauffeur ineens te rennen.’
‘Ik was nog met ze in gesprek’, zegt El B. ‘Ik wilde het vluchtnummer checken om te controleren of het mijn passagiers waren, maar toen kwam de politie en begon ik te rennen.’
‘Schiphol is heel groot’, zegt de rechter. ‘En er lopen natuurlijk veel jonge dames rond. De twee mensen die u moest oppikken, zijn dus nooit opgehaald. Hebt u daar misschien een verklaring over van uw werkgever? Dat zou handig zijn.’
Maar El B. heeft niets dat zijn verhaal kan ondersteunen.
Het incident leverde hem ook nog een gebiedsverbod op van een maand; van 3 maart tot 3 april mocht hij zich niet rond Schiphol Plaza vertonen. Maar op 11 maart troffen agenten hem daar toch aan. Nog een boete, 90 euro dit keer.
‘U wist toch dat u een verbod had?’, vraagt de rechter.
‘Nee mevrouw’, antwoordt El B. ‘We hebben het helemaal niet gehad over een verbod. Ik heb geen verbod uitgereikt gekregen. Na die 11e maart ben ik op 14 maart nog op Schiphol Plaza geweest om te worden gehoord, samen met mijn advocaat. Met een gebiedsverbod had ik daar toch nooit kunnen zijn?’
‘In het dossier zie ik dat op 7 maart is geprobeerd de ontzegging uit te reiken’, zegt de officier van justitie, ‘maar dat meneer niet wenste te tekenen omdat hij het erover wilde hebben met zijn advocaat’.
‘Kunt u zich daar nog wat van herinneren?’, vraagt de rechter.
‘Het is allemaal een beetje vaag wat er die dag is gebeurd’, zegt El B. ‘Vlak hierna ben ik gestopt met de taxi. Ik ben er klaar mee. Ik heb mijn verklaring omtrent het gedrag hard nodig. Het is een chaotische situatie in de taxibranche, ik ben blij dat ik het niet meer doe. Ik rij nu op een vrachtwagen.’
De officier van justitie maakt niet veel woorden vuil aan de zaak. Twee ambtsedig opgemaakte processen-verbaal zijn voor haar meer dan genoeg. Maar voor advocaat Smail Ettalhaoui is de zaak allesbehalve een een-tweetje. Hij wil getuigen horen: om te beginnen de passagier uit Genève, ‘om te kunnen toetsen of het klopt wat mevrouw ten overstaan van de verbalisanten heeft verklaard’. Hoe moeilijk kan het zijn, zegt hij, even internetten en je hebt zo’n mevrouw in het buitenland te pakken. Zij kan dan meteen vertellen wie de onbekende tweede passagier was. Die moet ook worden gehoord als getuige, vindt hij. Net als de marechaussee die op 14 maart tegenover hem verklaarde dat hij het gebiedsverbod van zijn cliënt niet kon vinden in het systeem.
Wettig mag de zaak misschien bewezen zijn, zegt Ettalhaoui, overtuigend is het allerminst. Hij wil vrijspraak voor alle twee feiten, en als dat er niet in zit een voorwaardelijke boete.
‘Ik hoop dat u me vrijspreekt’, zegt El B. ‘Het spijt me, sorry, het is een beetje…’ Zijn stem stokt, hij snuit zijn neus.
De rechter trekt zich even terug voor beraad. Ze is er snel uit. Behoefte aan meer getuigen heeft ze niet. Het is duidelijk dat ze El B.’s verklaring niet gelooft dat hij die dag niet aan het ronselen was. Maar dat gebiedsverbod, daar kan ze geen chocola van maken, daarvoor spreekt ze hem vrij. Wat ook meeweegt, is dat El B. de boeg heeft omgegooid en niet langer op de taxi rijdt. Het enige dat blijft staan, is een voorwaardelijke boete van 350 euro.
‘Dank u’, klinkt het fluisterend.