De zaak-Anne Faber
De Rechtbank Midden-Nederland veroordeelde Michael P. op 17 juli van dit jaar tot een gevangenisstraf van 28 jaar en tbs met dwangverpleging. Michael P. werd schuldig bevonden aan het verkrachten, het van vrijheid beroven en doden van Anne Faber en het mishandelen van medewerkers van het Pieter Baan Centrum. Eerder is hij veroordeeld voor verkrachting. Toen weigerde hij medewerking te verlenen aan gedragskundigonderzoek, omdat hij geen tbs opgelegd wilde krijgen.
De vermissing en gruwelijke dood van de 25-jarige Anne Faber brachten rouw en woede teweeg in het hele land. Hoe ervaren advocaten Niels Dorrestein en Sander de Korte (Dupliq Advocaten, Utrecht, beiden 39 jaar) de verdediging van verdachte Michael P.? En hoe gaan zij om met de mediastorm?
Sander de Korte: ‘Voor een zitting kwam een journalist van EenVandaag naar ons toe. Hij zei dat hij zulke exceptionele media-aandacht slechts één keer eerder had gezien, in de zaak Holleeder. Toen stonden er wachtrijen voor de Bunker. Dat was nu ook zo voor de Rechtbank Utrecht. Maandenlang heeft deze zaak het nieuws geregeerd.’
Niels Dorrestein: ‘Als ons na afloop van een zitting door journalisten om een reactie werd gevraagd, zijn we daar wel op in gegaan. Ik vind het ook je taak als advocaat om de kant van de verdediging nader toe te lichten. Maar we hebben geen proactief mediabeleid gevoerd. We werden dagelijks gebeld met de vraag of we wilden aanschuiven in diverse praatprogramma’s. Dat vonden we niet op zijn plaats, in deze zaak waarin er al zoveel media-aandacht is, en het voor de nabestaanden erg pijnlijk is als het gaat over iemand die je op een dergelijke wijze hebt verloren. Wel ben ik een keer bij Nieuwsuur geweest, om te praten over de eerder niet opgelegde tbs en het “gebrek aan behandeling” in de kliniek in Den Dolder. Dat had een algemene functie.’
De Korte: ‘Wat we in deze zaak ook weer merkten, is dat de rol van de strafrechtadvocaat in een rechtsstaat lang niet altijd wordt begrepen. Uit het land hebben we boze reacties gekregen, maar eigenlijk wil ik dat niet benadrukken.’
Dorrestein: ‘Dat kan weer extra reacties oproepen. Ik kan wel stellen dat deze zaak, met deze hoeveelheid media-aandacht, meer energie kost dan gemiddeld. Aan de andere kant weet je dat het je taak als advocaat in een rechtsstaat is om soms impopulaire standpunten te verdedigen. Bijvoorbeeld om het politieoptreden rondom de arrestatie van Michael P. aan de kaak te stellen. Je moet geen verweren achterwege laten uit angst onsympathiek gevonden te worden. Het is onze rol om op te komen voor de belangen en rechten van Michael P. En indirect verdedigen we de rechten van iedere toekomstige verdachte.’
De Korte: ‘Met name ons verweer met betrekking tot de hardhandige aanhouding heeft veel reacties opgeroepen. Als die reacties persoonlijk worden, is dat lastig. Maar je moet proberen deze zo veel mogelijk buiten jezelf te laten. Dat lukt wel. Ik zet een knop om. Dat ik ook een gezin heb, zit me daarbij niet in de weg. Wat dat betreft, ben ik een soort van schizofreen. Plaatsen die ik in een strafdossier tegenkom, staan voor mij los van diezelfde plaatsen wanneer ik die in mijn privéleven tegenkom.’
Dorrestein: ‘Ik heb ook een gezin, en voor mij geldt hetzelfde. Anders kun je je werk als advocaat ook niet goed doen. De emotie moet je er echt zo veel mogelijk buiten laten. Het heeft geen toegevoegde waarde bij de behandeling van de zaak.’
Lili en Howick
De Armeense moeder Armina en haar kinderen Lili en Howick waren in Nederland gedurende negen jaar in asielprocedures verwikkeld. In augustus 2017 werd moeder Armina door de Dienst Terugkeer en Vertrek zonder haar kinderen het land uitgezet. Een jaar later, op 24 augustus, besliste de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat staatssecretaris Mark Harbers van Justitie en Veiligheid de kinderen mocht uitzetten. De kinderen liepen weg uit hun pleeggezin in Wijchen. De politie begon zaterdag 8 september een zoektocht. Ondertussen werd er achter de schermen in politiek Den Haag flink gelobbyd. Die middag maakte de staatssecretaris bekend toch over zijn hart te strijken en gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid.
Hoger beroep Nicole van den Hurk
De 15-jarige Eindhovense Nicole van den Hurk verdween in de vroege ochtend van 6 oktober 1995. Na anderhalve maand werd haar lichaam in de bossen tussen Mierlo en Lierop gevonden. In 2014 werd Jos de G. aangehouden op basis van een DNA-match. De rechtbank in Den Bosch legde De G. in eerste aanleg een gevangenisstraf van vijf jaar op voor het verkrachten van Nicole van den Hurk.
Het gerechtshof in Den Bosch veroordeelde Jos de G. op 9 oktober van dit jaar tot twaalf jaar gevangenisstraf voor het verkrachten en doden van Van den Hurk.
De Oostvaardersplassen
De sterfte van bijna 57 procent van de edelherten in natuurgebied de Oostvaardersplassen leidde vorige winter tot ophef. In september 2018 gaf het college van Gedeputeerde Staten aan Staatsbosbeheer de opdracht het aantal edelherten door afschot terug te brengen van 2.320 tot 490. De maximale wintersterfte zal dan met vijf tot tien procent op een acceptabel niveau liggen en de natuur krijgt kans zich te herstellen van de te intensieve begrazing, stelt de provincie. Zes natuurorganisaties maakten bezwaar tegen dit besluit en verzochten om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter bepaalde op 19 november dat de opdracht mag worden uitgevoerd. Tegen de natuurvergunning die de provincie verleende aan Staatsbosbeheer werd ook bezwaar gemaakt met verzoeken om voorlopige voorzieningen. Die verzoeken werden op 6 december door de voorzieningenrechter afgewezen.
Liesbeth Schippers (60), partner bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, trad samen met kantoorgenoot Roelof Reinders op voor het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland in de Oostvaardersplassenzaak. Hoe is het om een zaak te doen die zoveel maatschappelijke onrust oproept?
‘Wij zijn op kantoor wel gewend aan zaken waarin het belangrijk is dat je politiek-bestuurlijke antenne aanstaat. Dat is zeker het geval bij zo’n zaak als de Oostvaardersplassen, omdat je heel goed moet begrijpen waarom een bepaald besluit werd genomen. Dit was een zaak die veel maatschappelijke onrust opriep. Die commotie is dan natuurlijk een belangrijke factor waar je naar kijkt in je voorbereiding. Maar vervolgens moet je wel gewoon aan het werk: stukken schrijven, zitting voorbereiden, je concentreren op de inhoud dus.
Die maatschappelijke onrust uitte zich ook in een verdacht pakketje voor de deur van mijn cliënt. Dat ging echt te ver. Ikzelf ben overigens nooit in gevaar geweest. Bij de zitting waren uit voorzorg zes politieagenten aanwezig, maar die hoefden niet in actie te komen. Ik heb ook wel zaken gedaan waar een hele bus tegenstanders naartoe kwam; toen zat de hele zaal vol boze mensen. Dat heb je wel vaker bij dit soort procedures. Dat vind ik ook het interessante. Als het groot en ingewikkeld is en de belangen diametraal tegenover elkaar staan, dan ben ik op mijn best. Het gaat dan heel vaak om maatschappelijk relevante ontwikkelingen, die nooit door iedereen gewild zijn, maar die wel nodig zijn. Dat zijn altijd ontwikkelingen waar de belangen van de een mee gebaat zijn, maar waar de ander juist zorgen over heeft. Dat jouw cliënt alles afweegt en een besluit neemt en jij dat dan mag verdedigen, dat vind ik heel mooi aan mijn vak.
Dit soort grote zaken doen we altijd in teams. Daarom kunnen we dit werk ook doen. Die werkkracht en denkkracht die je samen hebt, samen met je kantoorgenoten, met je cliënt, met deskundigen: daar kan niks tegenop. Als je niet een team hebt met alle disciplines daarin vertegenwoordigd, ben je eigenlijk niet goed bezig.
In de vijfendertig jaar dat ik hier nu zit, heb ik een praktijk gehad die geëvolueerd is. Tien jaar geleden deden we veel zaken over de aanleg van wegen; nu doen we veel klimaat- en energietransitie. De wereld verandert, het recht verandert, wat maatschappelijk belangrijk is, verandert. Telkens gebeurt er weer iets wat compleet nieuw is in je vak; deze zaak is daar ook weer een voorbeeld van. Ik prijs mezelf daarmee gelukkig.’
Kort geding Stint
Bij een ongeluk in Oss kwamen in september vier kinderen om het leven toen de Stint waarin ze zaten onder een trein kwam. Kort daarop besloot minister Cora van Nieuwenhuizen de Stints van de weg te halen wegens twijfels over de veiligheid van het elektrische voertuig. Voor kinderopvang Het Kinderstraatje uit Almere was het reden om een kort geding aan te spannen. De rechtbank in Utrecht gaf het ministerie gelijk. ‘De minister mocht het belang van de verkeersveiligheid zwaarder laten wegen en de Stint verbieden tot in elk geval de onderzoeksresultaten bekend zijn.’
Heks’nkaas
Is de smaak van een voedingsmiddel auteursrechtelijk beschermd? Dat was de inzet van de procedure tussen twee producenten van smeerdips: Witte Wievenkaas zou qua smaak te veel lijken op de concurrent Heks’nkaas. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelde op dit punt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie: is smaak wel een werk in de zin van het auteursrecht? Daarvoor moet smaak voldoende nauwkeurig en objectief kunnen worden geïdentificeerd en dat gaat met smaak nu nog niet, stelde het hof. ‘Smaakbeleving en smaakervaring zijn subjectief en variabel en mede afhankelijk van omstandigheden.’ Smaak kreeg dus geen auteursrechtelijke bescherming.
Delen bezoekhistorie Museumkaart met fiscus
De Belastingdienst vroeg bij Stichting Museumkaart gegevens op over het museumbezoek van een kaarthouder. Die informatie was nodig in het kader van een onderzoek naar de woonplaats van de kaarthouder, van belang voor de belastingheffing. Stichting Museumkaart weigerde, onder meer omdat het een inbreuk zou zijn op de privacy van kaarthouders. De Belastingdienst stapte naar de rechter en kreeg gelijk. ‘Het belang dat de kaarthouder en de stichting hebben bij het privé houden van de bezoekhistorie moet wijken voor het algemeen belang van een correcte belastingheffing,’ stelde de kortgedingrechter in Amsterdam.
De zaak-Deliveroo
Deliveroo ziet bezorgers sinds februari van dit jaar als zzp’ers in plaats van werknemers. Ze krijgen niet meer per uur maar per bestelling betaald. Fietskoerier en student Sytse Ferwerda (20) kreeg steun van de PvdA om een rechtszaak aan te spannen tegen de bezorgdienst. De Rechtbank Amsterdam gaf Deliveroo gelijk. De overeenkomsten met de maaltijdkoeriers kunnen worden gezien als zzp-contract. Ferwerda ging niet in hoger beroep.
Fietskoerier Sytze Ferwerda werd door Deliveroo op een zzp-contract gezet. Hij wilde in loondienst blijven en spande een rechtszaak aan. Arbeidsrechtadvocaat Bas van Dis (44) van Van Dis: arbeidsrecht in De Bilt stond de student bij en vertelt over de maatschappelijke relevantie van deze zaak.
‘Een demonstratie van bezorgers en vakbonden, cameraploegen en radioverslaggevers en belangstellenden die geen plekje meer konden vinden in de grote zittingszaal van de Rechtbank Amsterdam. Dat is toch wel bijzonder voor een kantonrechterszaak. Het geeft aan dat de zaak veel meer was dan een probleem tussen een student en het platformbedrijf waar hij bijverdiende.
Men realiseerde zich dat wat Deliveroo deed voor veel werkgevers interessant zou kunnen zijn. Het bedrijf heeft met het omzetten van arbeidscontracten naar zzp-contracten de bakens verzet. Er is voor werkgevers minder reden om mensen, tegen wie je niet iedere dag hoeft te vertellen wat ze moeten doen, in loondienst te hebben.
De uitspraak is teleurstellend. De rechtbank heeft zich er te gemakkelijk vanaf gemaakt door puur te kijken naar wat partijen zijn overeengekomen. Zo bepaalde de rechter dat het pas om een arbeidsovereenkomst gaat als je een persoonlijke verplichting hebt om de arbeid te verrichten. In het zzp-contract stond dat Ferwerda zich kon laten vervangen door een ander.
Ander punt was de chatfunctie in de bezorgingsapp voor bezorgers van Deliveroo. Op het moment dat er tijdens de werkzaamheden iets misgaat, kunnen bezorgers via die chatfunctie met het hoofdkantoor contact opnemen. Bijvoorbeeld wanneer er niet wordt opengedaan op het bezorgadres. De werkzaamheden zijn niet bijster ingewikkeld qua aansturing, maar er kunnen wel dingen gebeuren die ingrijpen door de werkgever noodzakelijk maken. Dat past niet bij een opdrachtovereenkomst.
Ik ben ervan overtuigd dat de fiscale rechter anders had beslist. Die kijkt veel meer naar ondernemerschap. Helaas komt deze rechter niet aan de beurt. De Belastingdienst, de grote verliezer in deze zaak, zit op zijn handen, omdat handhaving van de wet DBA is uitgesteld tot 2020. Alleen in extreme misbruikgevallen rondom zzp-contracten treden ze handhavend op. Hiermee laten ze de toetsing volledig over aan de civiele rechter.
Die heeft gezegd dat de wetgever nu aan zet is. De rechter zegt eigenlijk dat het beoordelingskader niet toereikend genoeg is om iets te doen met de platformeconomie. Dat was volgens mij niet nodig. In het regeerakkoord staat dat zzp-contracten aan de onderkant van de markt niet meer mogelijk moeten zijn. De vraag is of dat uiteindelijk ingevoerd gaat worden. In de Wet arbeidsmarkt in balans, die nu bij de Tweede Kamer ligt, is de problematiek niet opgenomen. Een gemiste kans, naar mijn idee.’
Seroxat
De 33-jarige Gerard Eggebeen gebruikte sinds 2001 het geneesmiddel Seroxat van farmaceut GlaxoSmithKline (GSK). Al snel kreeg hij last van ernstige bijwerkingen: angstige gevoelens, agressie en suïcidaliteit. GSK kende de bijwerkingen, maar waarschuwde er niet voor. Bovendien bleek uit onderzoek dat het effect van het geneesmiddel bij jongeren beperkt was. De Rechtbank Midden-Nederland oordeelde op 30 mei 2018 dat GSK daarmee onrechtmatig handelde tegen gebruikers van Seroxat. GSK is aansprakelijk voor de schade die Eggebeen heeft geleden. Over de omvang volgt nog een schadestaatprocedure. Eggebeen heeft inmiddels de stichting SeroxatClaim opgericht voor een collectieve actie tegen de farmaciereus.
Molukse treinkapers
De staat is niet aansprakelijk voor de dood van twee Molukse treinkapers bij De Punt in 1977. Tot dat oordeel kwam de Rechtbank Den Haag op 25 juli van dit jaar. Bij de beëindiging van de kaping werden kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja doodgeschoten. Nabestaanden stelden dat de twee ernstig gewond en ongewapend waren; het was duidelijk dat ze geen gevaar meer vormden. Volgens de rechtbank wisten de mariniers die schoten dat niet; ze verkeerden achteraf bezien in een ‘onjuiste, maar oprechte en daardoor verschoonbare veronderstelling’ dat geweld geboden was. De nabestaanden van Papilaja en Uktolseja kondigden aan in hoger beroep te gaan.
Dwergkeeshondje Jip
Jeroen en Jeremy kochten in 2016 voor 800 euro dwergkeeshondje Jip. Vier maanden later verbrak Jeremy de relatie. Jip bleef bij Jeroen die naar de kantonrechter stapte om af te dwingen dat het onderhoud voor Jip voor beider rekening zou komen. Hij eiste 10.000 euro voor de verzorging van Jip, die om de maand naar de kapper moet en speciaal eten krijgt. De Rechtbank Amsterdam bepaalde dat Jeremy verplicht is mee te betalen aan de verzorging van Jip. De rechter achtte 800 euro voldoende.
Luxemburgse zwartspaarders
De fiscus ging op 20 februari dit jaar onderuit in een langlopend conflict over het gebruik van waarschijnlijk illegaal verkregen informatie. Een tipgever had informatie over vermeende zwartspaarders bij een Luxemburgse bank; de Belastingdienst betaalde ervoor en legde naheffingsaanslagen op. Betalen voor informatie verkregen uit een misdrijf is niet per definitie verboden, oordeelde het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, maar de overheid past wel terughoudendheid. De rechter kreeg weinig inzage in de belangenafweging van de fiscus. Daarom besloot het hof dat het bewijsmateriaal niet gebruikt mag worden; de opgelegde belastingaanslagen werden vernietigd. De staatssecretaris tekende cassatie aan.
Vliegend Spaghettimonster
Rechtenstudente Mienke de Wilde uit Nijmegen heeft een identiteitskaart en een rijbewijs aangevraagd. Op de pasfoto’s draagt zij een vergiet op haar hoofd. Zij is een aanhanger van het pastafarisme, dat uitgaat van de Kerk van het ‘Vliegend Spaghettimonster’. Omdat De Wildes hoofd op de foto’s bedekt is, weigerde de burgemeester van Nijmegen de gevraagde documenten te verstrekken. De Wilde liet het er niet bij zitten. Nadat de Rechtbank Overijssel haar ingestelde beroep ongegrond verklaarde, klopte ze bij de hoogste bestuursrechter aan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State besliste op 15 augustus 2018 dat het ‘pastafarisme’ geen godsdienst is.
Sluiting rookruimtes in horeca
Het gerechtshof in Den Haag bepaalde in februari dat rookruimtes in de horeca niet langer zijn toegestaan. Volgens de rechter is de uitzondering in strijd met de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik. Daarmee stelde het hof de vereniging CAN (Club Actieve Nietrokers) in het gelijk. Niet-rokers in horecagelegenheden kunnen volgens het hof sociale druk voelen om naar mensen in rookruimtes toe te gaan. In september 2016 bepaalde de Rechtbank Den Haag in een door CAN aangespannen zaak tegen de staat dat de rookruimtes mochten blijven bestaan.
Tabakszaak
Advocaat Bénédicte Ficq (Ficq & Partners Advocaten, Amsterdam) deed in 2016 namens de longpatiënten Anne Marie van Veen en Lia Breed en Stichting Rookpreventie Jeugd aangifte tegen vier tabaksproducenten. In de aanklacht werd de tabaksproducenten onder meer poging tot moord c.q. doodslag en/of poging tot zware mishandeling verweten. Het OM maakte in februari van dit jaar bekend de aangiften te seponeren en niet tot vervolging over te gaan. Ficq startte een artikel 12-procedure. Het gerechtshof Den Haag ging met het OM mee en oordeelde deze maand dat de producenten van sigaretten niet in strijd met de wet handelen en dat het strafrecht geen oplossing kan bieden. Het is aan de wetgever om de regels te veranderen als dat nodig is, aldus het hof.
Helikopterzaak
Een van de verdachten in de helikopterzaak huurde vorig jaar een helikopter. Daarmee zou hij zijn vriendin ‘een romantische vlucht’ aanbieden. Omdat de helikopterverhuurder het niet vertrouwde, waarschuwde hij de politie. Op de dag van de ontsnapping trad de politie op. Een van de verdachten werd tijdens de achtervolging doodgeschoten. De Rechtbank Amsterdam achtte niet bewezen dat de hoofdverdachten een helikopter probeerden te kapen waarmee ze topcrimineel Benaouf A. uit de gevangenis van Roermond wilden bevrijden. De politie verijdelde dat. De rechtbank veroordeelde maandag 12 november vier mannen voor het voorbereiden van een helikopterkaping – en dus tot veel lagere straffen (2,5 jaar in plaats van 9 jaar). Vijf andere verdachten werden hiervoor vrijgesproken.
Kort geding Roda JC tegen KNVB
Roda JC verloor begin dit jaar een bekerwedstrijd tegen Willem II na een ingreep van de videoscheidsrechter. Die keurde bij een stand van 2-2 een doelpunt die volgde na een handsbal af. De voetbalclub vond dit niet terecht en spande een kort geding aan tegen de KNVB. De rechtbank in Utrecht wees het verzoek van Roda JC om de laatste acht minuten over te spelen af. ‘De scheidsrechter bepaalde dat de handsbal en het doelpunt in dezelfde aanvalssituatie plaatsvonden,’ aldus de rechter. ‘Het oordeel van de scheidsrechter in deze situatie is bindend.’
Blokkade A7 tegen Zwarte Pietdemonstratie
Bij de Rechtbank Leeuwarden stonden 34 Friezen terecht omdat ze in november vorig jaar een bus met demonstranten tegen Zwarte Piet hebben tegengehouden. Ze parkeerden hun auto’s op de A7 om te voorkomen dat de landelijke intocht in Dokkum overschaduwd zou worden door protesten. De rechtbank legde werkstraffen tussen de 80 en 200 uur op. Aan Jenny Douwes werd wegens opruiing 240 uur taakstraf opgelegd. Voor achttien verdachten is door advocaat Tjalling van der Goot hoger beroep ingesteld tegen het vonnis.
De Klimaatzaak
De uitstoot van broeikasgassen moet eind 2020 met minstens 25 procent verminderd worden ten opzichte van 1990. Dat was ook in hoger beroep de vordering van Stichting Urgenda in de Klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat. Het Gerechtshof Den Haag bevestigde op 9 oktober het vonnis van de Haagse rechtbank uit 2015 (zie ‘Spraakmakende Zaken’ in Advocatenblad 201512). Urgenda startte destijds een onrechtmatige-daadsactie: de staat zou de zorgplicht die verankerd is in het EVRM niet nakomen. Het hof verwerpt het argument van de staat dat de rechter hier niets over te zeggen heeft. De staat gaat in cassatie.