De rechtsbijstandsverzekeraar wordt door de rechtbank veroordeeld om de rekening van de tweede advocaat te vergoeden. In appel zaait mr. X twijfel: heeft de advocaat van de wederpartij wel een machtiging van zijn cliënt of doet hij het gewoon voor zichzelf? Ook zegt mr. X dat de declaraties bovenmatig waren – en hij kon het weten, als oud-deken met begrotingservaring.
De meneer en zijn nieuwe advocaat klagen: mr. X was schuldig aan belangenverstrengeling, hij had zijn tegenspeler in diskrediet gebracht en misbruik gemaakt van zijn positie als voormalig deken.
Flauwekul
Mr. X vindt het flauwekul. Qua belangenverstrengeling: de zaken waren totaal verschillend, meneer had tweeëneenhalf jaar niet gepiept over het feit dat mr. X voor de verzekeraar optrad. Bovendien was rechtsbijstandsverzekeraar in die ontslagzaak zelf óók zijn cliënt geweest. Wat betreft die volmacht: hij had allerlei aanwijzinkjes dat er geen goede volmacht lag, dan geldt het beginsel ‘een advocaat wordt op zijn woord geloofd’ niet meer. Zijn ervaring als oud-deken had hij niet ingezet om de rechter te beïnvloeden, maar om duidelijk te maken dat het nuttig zou zijn als hij het arbeidsrechtelijke dossier van de wederpartij mocht inzien.
Maar volgens de tuchtrechter in Den Bosch was er wél een verband tussen de arbeidszaak en de verzekeringszaak – die draaide immers om de in de arbeidszaak gemaakte kosten. Mr. X had via zijn kantoorgenoot de beschikking over het dossier in die arbeidszaak. Mr. X had weliswaar met de verzekeraar overlegd of hij wel tegen meneer kon optreden, maar hij had met meneer en zijn nieuwe advocaat moeten overleggen. Nu hij dat niet had gedaan, was sprake van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid.
Verder had mr. X de advocaat niet mogen beschuldigen van optreden zonder machtiging. De wederpartij had mr. X de machtiging getoond, dus zijn verweer dat hij aanwijzingen had voor het tegendeel ging niet op.
Mr. X mocht wél zeggen dat hij oud deken was. Irritant misschien, maar niks mis mee.
De tuchtrechter rekent mr. X in deze zaak dus tuchtrechtelijk aan dat hij wel met de verzekeraar, maar niet met de (oud-)cliënt besprak of sprake was van een belangenconflict. Een poos geleden liet het Hof van Discipline een advocaat in een letselschadeverzekeringskwestie hiermee weg komen – maar toen was er geen duidelijke relatie tussen de zaken.
Het werd een berisping, maar hoger beroep is nog mogelijk.