Het is niet duidelijk hoeveel kantoren precies het voorbeeld volgen van de Rotterdamse strafadvocaat Sander Janssen om niet langer onbetaald werk te verrichten in toevoegingszaken. Zeker is dat het om tientallen gaat.
Sander Janssen zegt veel bijval te hebben gehad, maar kan niet aangeven hoeveel kantoren het precies betreft. ‘Op Twitter telde ik vorige week honderdvijftig advocaten die zich bij deze actie aansluiten,’ zegt strafadvocaat Jan Vlug (Vlug Huisman Maarsingh). Zijn kantoor ondersteunt de actie van Sander Janssen ook. Geertjan van Oosten, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA), geeft aan dat ook zijn kantoor (Van Oosten Schulz De Korte advocaten) het voorbeeld van Janssen volgt.
In een brief aan de Raad voor Rechtsbijstand schrijft Janssen 15 januari dat er een grens is bereikt en dat hij en zijn kantoorgenoten niet meer zullen werken zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.
Een woordvoerder van de Raad laat weten dat zich tot dusver geen andere advocaten hebben gemeld met dezelfde boodschap. De RvR heeft inmiddels telefonisch contact gehad met Janssen. In februari treffen beide partijen elkaar voor een gesprek, zo is afgesproken.
In de tussentijd beraadt de RvR zich op eventuele tegenmaatregelen, zegt de woordvoerder. Hij wijst op artikel 24, lid 4 van de Wet op de rechtsbijstand, waarin staat dat een advocaat niet zomaar een zaak kan neerleggen. ‘We wachten even af om te zien wat er gebeurt. Als rechtbanken zaken aanhouden, is er nog niet veel aan de hand. Maar als het leidt tot individuele schade wordt het een ander verhaal.’
‘Zaken die worden neergelegd, daar komt een hoop praktische ellende van,’ zegt ook NVSA-secretaris Geertjan van Oosten. ‘Er moet dan een nieuwe advocaat worden toegewezen, als die dat al wil doen, want die krijgt er in zo’n geval ook niets meer voor. De Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie doen er dan ook verstandig aan ons tegemoet te komen. Overigens zijn wij uiteraard bereid om mee te denken over verbeteringen aan het systeem, maar dan moet wel in de tussentijd de door de commissie Van der Meer geconstateerde brand worden geblust.’
Voor zover bekend hebben lokale dekens nog geen actie ondernomen tegen individuele advocaten. Naar verluidt wordt de kwestie eerst besproken in het landelijk dekenberaad.