De M&A-markt laat zich niet altijd goed voorspellen, weet advocaat Barbara van Hussen (47). Met 23 jaar ervaring in mergers & aqcuisitions, eerst bij DLA Piper en nu bij boutiquekantoor Janssen Broekhuysen, heeft ze heel wat trends gesignaleerd. ‘En dan pakt het de facto altijd toch weer anders uit.’ Voor 2019 heeft Van Hussen wel een aantal speerpunten, waarvan digitalisering er eentje is. Een trend die ook Marnix Holtzer (51), hoofd afdeling Corporate Litigation en Daphne Bens (45), hoofd praktijkgroep Corporate van DLA Piper onderschrijven. Sinds een aantal jaren houdt DLA Piper een benchmark bij en komt het met een jaarlijks M&A-trendrapport gebaseerd op de transacties die zij wereldwijd hebben begeleid. ‘Investeringen in de technologiesector blijven populair. Een derde van de transities die wij doen, heeft een “tech angle”,’ aldus Bens.
‘Wat voor product of dienst je ook verzint, iedereen is een digitaliseringsslag aan het maken,’ stelt ook Van Hussen. ‘Overal waar je komt, is dit een topic. De ontwikkelingen hierin gaan zo snel dat het soms het bevattingsvermogen te boven gaat.’
Snelheid is sowieso een onderwerp binnen de sector. Volgens Bens worden deals nog nooit zo snel gesloten als tegenwoordig. ‘Assets verschuiven continu en de looptijd van assets gehouden door private equity is verkort. De afgelopen twee à drie jaar is er volop activiteit geweest in de M&A-markt. Deals gaan sneller en er zijn meer veilingen.’ Daarnaast is er een groeiende aandacht voor Warranty & Indemnity Insurance. Het afsluiten van dit soort verzekeringen heeft de afgelopen jaren volgens Holtzer een vlucht genomen. ‘In veel private equity transities wordt W&I-insurance tegenwoordig bijna standaard in het proces meegenomen. De verzekering neemt de lastige discussie over garanties die er tussen de koper en de verkoper kunnen bestaan, over. En als de koper dan toch een claim heeft, is dat voor risico van de verzekeraar.’
Bij die ‘lastige discussies’ zit tegenwoordig de litigator er al vroeg bij aan de onderhandelingstafel. Holtzer, zelf litigator, merkt dat hij en zijn collega’s steeds eerder een rol in het in het transactieproces krijgen. ‘In deals zie je steeds vaker dat litigation als onderhandelingstechniek wordt gebruikt.’
‘Als je een deal wilt doen die future proof is, wil je in een vroeg stadium al specialisten om je heen hebben zodat je zeker weet dat hetgeen je omschrijft, ook litigation proof is,’ vult Bens aan. ‘Er worden veel acquisities gedaan en de verkopen gaan snel, dus er ligt meer nadruk op het proces aan de voorkant. Je moet je cijfers op orde hebben, weten wat er juridisch speelt binnen de target om in het snelle, competitieve verkoopproces goed beslagen ten ijs te komen.’ In de huidige werkwijze is er een langere voorbereidingstijd voorafgaand aan de daadwerkelijke veiling, waardoor tijdens die veiling de deadlines korter zijn en er in hoog tempo wordt onderhandeld.
Carve-out
Een trend die haaks lijkt te staan op de situatie van zo’n tien jaar geleden is de toenemende keuze van bedrijven om te kiezen voor een ‘carve-out-constructie’. ‘Waar ondernemingen eerder nog een expansiedrift hadden op het vlak van aanpalende producten en gericht waren op het diversificeren van hun product, zie je tegenwoordig dat ondernemingen bedrijfsonderdelen verkopen, die vervolgens als zelfstandig bedrijf verder gaan,’ aldus Van Hussen. ‘Akzo heeft dit bijvoorbeeld recent gedaan met haar chemiepoot maar ook in de mid-market speelt dat. Er worden meer transacties binnen de eigen sector gedaan om het marktaandeel te vergroten.’ Die sectorgerichtheid past volgens haar bij deze tijd waarin de samenleving ook zelf op alle vlakken specialiseert.
Het afstoten van onderdelen en het concentreren op de kerntaak is ook een trend die Luc Defaix (52), advocaat bij Pels Rijcken, ziet. Maar dan binnen het publieke domein, waarbinnen die ‘onderneming’ de overheid (zowel centraal als decentraal) is. ‘Je ziet steeds meer projecten van de overheid naar het private domein verschuiven. Eén van de trends voor de komende jaren is de energietransitie.’ Pels Rijcken heeft er een speerpunt van gemaakt. ‘Op dat gebied zie je verschillende projecten ontstaan. In de toekomst zullen er meer publiek-private samenwerkingen komen. Veel gemeentes starten een samenwerking met private partijen. Dat moet goed gebeuren en dat past ons prima.’ Volgens Defaix neemt de komende jaren de vraag naar joint venture-achtig werk toe. Professionals die verstand hebben van de regelgeving zullen de aangewezen personen zijn om deugdelijke samenwerkingsstructuren en goede businessplannen op te stellen.
Daarnaast ziet hij een trend op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Vanuit de hoek van de banken en financiële investeerders ontstaat meer druk op corporate social responsibility. Hoe ziet je supply chain eruit? Heb je je due diligence wel gedaan? Wat weet je van je voorganger(s) in de supply chain en wat van je opvolger(s)? Het publiek dat daarin geïnteresseerd is, wordt steeds groter en de belangstelling hiervoor steeds meer mainstream. Dat financiële instellingen daar steeds meer druk op gaan uitoefenen, is passend. Zij bepalen waarin wordt geïnvesteerd.’
En dat er het afgelopen jaar en het komende jaar een echt investeringsklimaat heerste, staat als een paal boven water. ‘Ophalen van geld is gemakkelijk,’ signaleert Van Hussen. ‘In de Nederlandse markt schieten allerlei fondsen als paddenstoelen uit de grond. Er is een schaarste aan goede assets, zowel in het groot segment als in de mid-market.’
Vertrouwen
‘Het is spannend hoe het verder loopt,’ vindt Defaix. ‘Je ziet dat de economie goed is en dat er genoeg geld in de markt zit en dat de M&A-activiteiten zeker op de korte termijn nog wel goed lopen. Maar verschillende geopolitieke ontwikkelingen kunnen zeker van invloed zijn op de toekomst.’ Van Hussen is het daarmee eens. ‘Grote banken stappen nu vol in leningen zonder goede convenanten af te spreken. Alles hangt samen met het vertrouwen van de consument en de wereldeconomie is bij tijd en wijle heel grillig met allerlei issues. Denk eens aan een land als Saudi-Arabië of aan Polen. Het feit dat er geen trias politica meer is in Hongarije of dat de economie in Italië om te huilen is. Er zijn zomaar dominostenen die kunnen omvallen.’
Dat het nu booming business is in de markt, ligt volgens Bens en Holtzer niet alleen aan de goed draaiende economie en de zeer open handelsgrenzen van Nederland. Daarnaast groeien ook de juridische begrippen steeds dichter naar elkaar toe. Ditzelfde geldt voor de eisen die worden gesteld aan de benodigde transitiedocumenten, en ook dat heeft een positieve bijdrage aan die florerende markt geleverd. Bens: ‘Er komen wereldwijd meer en meer dezelfde definities en dezelfde toepassingen van juridische documentatie.’
En dat is maar goed ook, want de economie in Nederland zal de komende tijd kunnen blijven rekenen op buitenlands geld. De belangen vanuit Amerika en Azië binnen de Europese markt groeien. ‘Ik voorspel een toename in aandeelhoudersactiviteiten van partijen uit de Verenigde Staten die in de markt komen en meer invloed proberen uit te oefenen op beurstransacties,’ stelt Holtzer. Volgens Bens is het feit dat er meer buitenlandse transacties in Nederland komen, een onomkeerbare en blijvende trend.
China
Van Hussen ziet met name China als grote speler, nu en in de toekomst. ‘De huidige president is de nieuwe keizer en eigenlijk de CEO van een groot bedrijf waar een miljard mensen werken. De Chinezen investeren overal in. In Afrika lopen grote projecten, de mijnen daar zijn gekocht door de Chinezen om hun grondstoffen voor hun economie veilig te stellen. In Argentinië hebben ze alle sojavelden in handen. De economie loopt daar op een bepaalde manier tien stappen voor; zij gaan van 1910 naar 2030 en wij moeten nog zien te transformeren uit de economie van de jaren 1980. Je ziet dat China ook indirect allerlei belangen heeft. Dat een Engels fonds bijvoorbeeld is opgericht met Chinees geld. De trend die in de Nederlandse politiek de boventoon voert, is dat alles eng is en dat we met een angstig vingertje wijzen, maar je kunt maar beter met ze aan tafel zitten, dan ze van de tafel afhouden.’
Defaix is wat milder. Volgens hem zijn de interesse en slagkracht van China ‘een klein beetje afgekoeld’. De regelgeving in China zelf is gewijzigd en het is complexer om geld uit China te krijgen om dit soort investeringen te doen.’
Volgens Defaix zijn de Nederlandse family offices misschien wel net zo belangrijk voor de Nederlandse economie als al dat buitenlandse kapitaal. Deze private equity-fondsen beheren kapitaal van al dan niet verkochte, grote Nederlandse familiebedrijven. ‘De periode van 2013 tot 2018 was qua family offices ongeëvenaard. Je ziet dat deze fondsen zelf ook steeds meer internationaal opereren. Daarnaast komen vaak de bedrijven die in hun portfolio zitten in het zicht van strategen uit het buitenland. Wat je ziet, is dat die dit soort familiebedrijven over de gehele wereld aan elkaar koppelen.’
Volgens Van Hussen bestaat het M&A-werk voor tachtig procent uit het werk voor ‘old time’ succesvolle Nederlandse ondernemers. ‘De situaties waarbij founders hun bedrijf verkopen of een vierde generatie familiebedrijf wordt verkocht. Er zijn ontzettend veel van dit soort succesvolle bedrijven. Het geeft aan hoe groot het ondernemerschap binnen het Nederlandse volk is en hoeveel mooie bedrijven er in Nederland zijn. De bread and butter zit in deze middenlaag.’ En dit middensegment blijft altijd wel doordraaien, voorspelt Van Hussen. Welke dominostenen er ook in de rest van de wereld mogen vallen.