Mr. X adviseerde cliënten die een illegaal online gokimperium runden. Toen het OM het zogenaamde Rykiel-onderzoek startte, werd ook mr. X als verdachte aangemerkt en door de deken voor de tuchtrechter gebracht. Wat zal ze opgelucht zijn geweest toen de Rechtbank Oost-Brabant haar op 20 december vorig jaar vrijsprak. Dit in tegenstelling tot haar cliënten, die gevangenisstraffen, boetes en taakstraffen kregen wegens overtreding van de Wet op de kansspelen, witwassen, fraude en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Na de vrijspraak trok de deken een deel van de bezwaren in. Van de resterende punten gingen er bij de raad van discipline Amsterdam nog eens twee onderuit: de deken verweet mr. X volgens de tuchtrechter ten onrechte dat ze haar cliënten geen opdrachtbevestiging had gestuurd en dat ze de identiteit van haar cliënten onvoldoende had gecontroleerd.
Twee andere bezwaren troffen echter wel doel.
Ten eerste had mr. X haar declaraties niet naar de cliënten gestuurd, maar naar een andere vennootschap. Dat mag op zichzelf wel, maar dan moet wel zonneklaar zijn waar die declaraties over gaan. Aan de nota’s van mr. X kon je niet zien op welke zaak of welke cliënt ze betrekking hadden. Zelfs een echtscheiding was aan die vennootschap in rekening gebracht. Dat is vragen om misbruik.
In de tweede plaats had mr. X in 2013 haar geheimhouderstelefoon aan een van de cliënten uitgeleend toen het OM bij hem een inval deed. Die cliënt vertelde later aan iemand die hij had geprobeerd te bellen dat hij de telefoon van mr. X had gebruikt omdat ‘dat namelijk een lijn is dan kan je gewoon alles zeggen’. Er was die dag vanaf het nummer van mr. X 26 keer gebeld met contacten van de cliënt, waaronder zijn moeder. Beetje stug dat mr. X dat allemaal zelf had gedaan, te meer daar ze zelf had gezegd dat ze niet meer wist of ze haar telefoon die dag had gebruikt.
Waarschuwing
Mr. X krijgt een waarschuwing – de lichtste maatregel, wat voor zulke schurende kwesties nogal vriendelijk oogt. Liet de tuchtrechter meewegen dat mr. X al een hoop te verstouwen heeft gehad? Dat het allemaal al zo lang geleden was gebeurd? De uitspraak laat het in het midden.
De deken had trouwens bij zo’n beetje alle bezwaren gewezen op artikelen uit de VODA, terwijl die verordening ten tijde van de verweten gedragingen nog niet bestond. De tuchtrechter zocht de wél toepasselijke regels erbij.
Appel staat nog open.