De NOvA heeft de hulp van de Eerste Kamer ingeroepen om rechtsongelijkheid als gevolg van de beoogde herziening van de gefinancierde rechtsbijstand te voorkomen.

De Eerste Kamer debatteert komende week over ‘de staat van de rechtsstaat’. Dat debat is al in 2014 ingezet, maar heeft tot dusver niet tot iets concreets geleid. Middels een brief vraagt de NOvA de senatoren nu om aandacht voor de gefinancierde rechtsbijstand.

In de plannen van minister Dekker voor Rechtsbescherming kunnen minvermogende burgers niet langer rechtstreeks naar de rechter, stelt de orde. Zij moeten straks voor advies eerst langs een poortwachter, die de eigen bijdrage koppelt aan de kosten van de hulpverlening.

Volgens de NOvA ontstaat hierdoor rechtsongelijkheid. ‘Voor mensen met voldoende eigen middelen staat een directe gang naar de rechter open als voorheen. Maar voor mensen die voor een gang naar de rechter afhankelijk zijn van gefinancierde rechtshulp, wordt (…) een drempel opgeworpen.’

Dekker beloofde de Tweede Kamer weliswaar dat het advies van de poortwachter niet bindend wordt, maar de NOvA is daar niet gerust op. ‘Als dit plan realiteit zou worden, betekent dat voor deze groep Nederlandse ingezetenen dat zij in rechtsstatelijke zin slechter af zijn. Voor hen wordt de gang naar de rechter aanmerkelijk complexer, tijdrovender en mogelijk duurder wanneer zij afwijken van het advies dan voor andere Nederlanders.’

Advertentie