‘Geen onderzoek naar draagkracht, geen officiële opdrachtbevestiging, een verkeerde inschatting van het aantal uren, concentratiekosten, stroef contact en grievende uitlatingen. Het vertrouwen in de advocatuur en de rechtsstaat als geheel is door het onzorgvuldige en niet-betamelijke gedrag van verweerder ernstig beschadigd. Gezien de opeenstapeling van fouten ben ik als klager van mening dat verweerder een berisping moet krijgen op grond van artikel 48 Advocatenwet.’
Quinten Boon (20) staat op wanneer hij in zijn rol als mevrouw Vink begint aan het mondeling toelichten van zijn klachtschrift. ‘Ik vind de hele zaak heel vervelend.’ Tegenover hem zit tuchtrechter Youri Bruijne (22). Hij kijkt met zijn handen gevouwen streng over zijn bril naar klager, de verwerende advocaat meester Vos, gespeeld door Jordy Croon (22), en deken Tina Ljatifi (21).
De spanning is van de gezichten van de ruim vijftig studenten af te lezen in de moot court zaal van de faculteit rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. De tuchtrechtbank die deze maandagmiddag wordt nagebootst, is het laatste onderdeel van een minor over juristen in de rechtsstaat, beroepsethiek en tuchtrecht.
Tijdens de minor hebben de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Holland en voorzitter van het landelijk dekenberaad Monique Brink, tuchtrechter Tjeerd Zuidema en advocaat Leonie Rammeloo gastcolleges gegeven, waarin ze de verschillende perspectieven van het advocatentuchtrecht hebben belicht. Daarna bouwden de studenten klachtdossiers op met als afsluiting een ‘echte’ tuchtzitting.

‘Het is de eerste oefenrechtbank in Nederland die ziet op het tuchtrecht,’ vertelt hoogleraar advocatuur Diana de Wolff tussen de zittingen door. ‘Er is steeds meer aandacht voor gedragscodes en integriteit in verschillende beroepsgroepen. Het is een duidelijke tendens en een olievlek aan het worden. Je hoeft Het Financieele Dagblad maar open te slaan en je leest wel iets over tuchtrecht bij bijvoorbeeld accountants. Het is eigenlijk gek dat er op de universiteit zo weinig aandacht wordt besteed aan beroepsethiek en tuchtrecht.’
De Wolff vindt het sowieso belangrijk dat studenten tijdens hun studie een oefenrechtbank doen. Dat ze op deze manier ook iets opsteken van het tuchtrecht is volgens haar mooi meegenomen. ‘Het is goed dat ze nadenken over de verschillende rollen en de rechtsbedeling. Het is een ongekend rechtsgebied.’
Student Anne van Nieuwkerk (22) beaamt dat. ‘Ik wist niets van het tuchtrecht en de gedragsregels advocatuur voordat ik aan deze minor begon. De zittingen zijn spannend om te doen, maar heel leerzaam.’ Anne speelt vandaag de rol van klager. Als feedback krijgt ze van docent De Wolff mee dat ze wat meer emotie en verontwaardiging in haar mondelinge toelichting had mogen gooien.

Arbeidsconflict

Beeld-repo-moot-court-2
(v.l.n.r.) Studenten Jordy Croon (verwerende advocaat), Tina Ljatifi (deken), Quinten Boon (klagende cliënt) en Youri Bruijne (rechter) spelen een oefentuchtrechtbank na. Hoogleraar advocatuur Diana de Wolff geeft feedback. Image credit: Jean-Pierre Jans

Wat waren de feiten? Mevrouw Vink, alleenstaande moeder van een zoon van acht, komt in een arbeidsconflict terecht met haar werkgever Zorggroep West. Ze krijgt een ontslagvergoeding aangeboden ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. In haar geval komt dat neer op 11.000 euro. Omdat ze het niet eens is met dit bedrag zoekt mevrouw Vink contact met meester Vos. Een in 1985 beëdigde advocaat die met zijn solopraktijk gespecialiseerd is in het arbeidsrecht, aldus zijn website. Vos stelt voor een brief te schrijven aan de raad van bestuur van de zorggroep waarin hij een ontslagvergoeding van 36.000 euro zal claimen. Tijdens het intakegesprek laat Vos aan Vink weten dat het uurtarief gewoonlijk op 225 euro ligt, maar dat hij voor haar als alleenstaande moeder een uitzondering maakt. Ze spreken mondeling 185 euro af. Wanneer het tot een rechtszaak zou komen, moet mevrouw Vink rekenen op zo’n twaalf uur werk.
In een mailwisseling vraagt Vos vervolgens om een voorschot. Het komt tot een rechtszaak en in de loop van het proces volgen nog enkele voorschotnota’s. Uiteindelijk beslist de rechter dat de transitievergoeding 11.000 euro blijft. In de eindnota die volgt, berekent meneer Vos ruim 26 uur met als toelichting dat het genoemd aantal uren tijdens het intakegesprek niet meer dan een indicatie was.

Wanneer student Boon annex mevrouw Vink klaar is met de toelichting op zijn/haar klacht en weer gaat zitten, is het de beurt aan deken Ljatifi. Zelfverzekerd staat ze op en start haar dekenvisie. ‘Het feit dat de advocaat heeft nagelaten te onderzoeken of cliënt in aanmerking kwam voor gesubsidieerde rechtsbijstand is een inbreuk op de integriteit. Hij wist het jaarsalaris van mevrouw en het feit dat ze een alleenstaande moeder is. Ook de slechte bereikbaarheid en de onduidelijkheid over de kansen van mevrouw zijn gegronde onderdelen die strijdig zijn met de Advocatenwet. De maatregel van berisping is passend en geboden.’
Verwerende advocaat meester Vos (student Croon) blijft rustig zitten en trekt vrijwel direct het boetekleed aan. ‘Klacht drie tot en met acht zijn ongegrond, maar ik geef toe dat ik niet volledig foutloos heb gehandeld,’ stelt hij gedecideerd. ‘Ik heb ingezien dat ik een blunder heb begaan en heb inmiddels een stagiaire aangenomen voor de administratieve formaliteiten. Mevrouw is bezig met een kruistocht om financieel recht te halen. Dat snap ik. Ik wil graag schikken door het verschil tussen de eigen bijdrage en wat mevrouw heeft betaald op me te nemen, mits mevrouw bereid is om de klachten in te trekken.’

Vragenvuur

Volgens de vier studenten is de oefenrechtbank een mooi kijkje in de keuken van het advocatentuchtrecht. Boon: ‘Ik kende het tuchtrecht eigenlijk alleen uit de media door de zaak van Bram Moszkowicz. Het is goed dat er gedragsregels zijn en dat advocaten op deze manier in toom worden gehouden.’ De interesse van Croon is door de moot court gewekt; hij weet nu al dat zijn scriptie over tuchtrecht zal gaan. Ljatifi heeft door de minor vooral een beter beeld van de verschillende togaberoepen gekregen. ‘Ik weet nu zeker dat ik geen rechter wil worden.’
Het is de beurt aan tuchtrechter Bruijne. Hij stroopt zijn mouwen op en onderwerpt alle drie de partijen aan een vragenvuur. ‘Hoe gaat het nu met u, meester Vos? Zoveel klachten, dat gaat niet in de koude kleren zitten neem ik aan? Waarom was u zo slecht bereikbaar en hoe heeft u het contact zelf ervaren? En mevrouw Vink, hoe staat u tegenover het voorstel om te schikken? Is de deken bereid de maatregel in te trekken als er wordt geschikt?’
Mevrouw Vink kiest uiteindelijk eieren voor haar geld door het schikkingsvoorstel te accepteren. ‘De maandlasten zijn hoog, dus 2.700 euro is erg welkom.’ Slim gespeeld door de verwerende advocaat, is het eindoordeel van docent De Wolff. ‘Je gaf je misschien wat snel gewonnen, maar nu is de klacht wel ingetrokken.’ Student-rechter Bruijne beaamt dat het goed is dat er is geschikt. ‘Ik was zeker op een berisping uitgekomen.’

FRANCISCA MEBIUS, Advocatenblad

Francisca Huijting-Mebius

Redacteur

Profile page
Advertentie