Ooit telde het woonwagenkampje aan de Brasem in Oss acht wagens. Nu zijn dat er nog maar twee. Maar sinds 22 oktober van het vorig jaar staan er nieuwe caravans naast en hangen er spandoeken. Die zijn van leden van de families Reuvers en Baum. Die zijn geboren op het kamp. Inmiddels wonen ze al jaren in een huurhuis, maar nu het ministerie van Binnenlandse Zaken een streep heeft gezet door het uitsterfbeleid voor woonwagens willen ze dolgraag weer terug in een wagen. De gemeente Oss, zeggen ze, doet niks om dat mogelijk te maken en laat hen bungelen.
Maar dat is niet waar het vanmiddag bij de bestuursrechter in Den Bosch om gaat. Mogen ze daar betogen? De gemeente vindt van niet; die vindt dat de wagens er staan in strijd met de Wabo en het bestemmingsplan en heeft de betogers opgedragen de caravans weg te halen. De voormalig woonwagenbewoners vinden dat ze het recht hebben om op te komen voor hun zaak en hebben gevraagd om een voorlopige voorziening.
Is hier eigenlijk wel sprake van een betoging? Advocaat Franc Pommer van de gemeente Oss zegt van niet. ‘Partijen hebben steeds gezegd: mijn ouders hebben hier gewoond, ik wil terug op deze plek wij gaan pas weg als we op de Brasem een standplaats hebben. Het gaat om hun individuele belang. Er zit een element in van dwang: we gaan pas weg als voor ons een plaats gevonden is. Dit is geen betoging. En als u vindt dat het wel een betoging is, willen we dat u daar een einde aan maakt. Het kernrecht om te betogen kan in Oss nog steeds worden uitgeoefend.’
‘Uiteraard wil mijn cliënt het liefst terug naar de Brasem,’ zegt advocaat Richard Laatsman. Hij staat een van de actievoerders bij. ‘Daar is hij geboren. Maar andere bewoners zijn daar ook aanwezig, ze steunen elkaar. Het is dus overduidelijk dat sprake is van een gezamenlijke betoging met een gemeenschappelijke meningsuiting.’
‘En als ze nou een standplaats aan de andere kant van Oss krijgen?’ probeert de rechter. ‘Is het dan goed?’
‘Het gaat erom dat ze zicht krijgen op een standplaats op redelijke termijn,’ zegt Sjoerd Jaasma, de advocaat van de andere actievoerders.
‘Waarom wilt u eigenlijk per se betogen met een caravan?’ vraagt de rechter.
‘Door het hele land voeren woonwagenbewoners veertig van dit soort acties, allemaal met een caravan,’ legt Jaasma uit. Hij kent de cultuur van de reizigers; voor hij advocaat werd, werkte hij twaalf jaar lang als opbouwwerker op een woonwagenkamp. ‘De caravan is een symbool. Er zitten wielen onder, het symbool van de reiziger. Als je met een bordje gaat staan, heeft dat geen enkel effect. Mijn cliënten hadden ook met caravans voor het gemeentehuis kunnen gaan staan, maar dat willen ze niet. Geen wanordelijkheden.’
Na het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft ook de gemeenteraad van Oss het uitsterfbeleid voor woonwagens in de ban gedaan, legt een vertegenwoordiger van de gemeente uit. In totaal is er in de toekomst in Oss plaats voor 69 standplaatsen voor woonwagens, bestaande en nieuwe. Op de Brasem komen er zes plaatsen bij, maar op zijn vroegst in 2020. Intussen is er een wachtlijst van 73 mensen die in aanmerking willen komen voor een nieuwe standplaats. En voorrang krijgen degenen tussen achttien en dertig jaar die nu al op een kampje wonen.
Zijn cliënten, met hun huurwoning, zegt Jaasma, zijn in feite dus kansloos. ‘De gemeente Oss heeft geluisterd naar een deel van de woonwagenbewoners, maar ook een aantal vergeten en die zitten nu hier. Het zijn mensen die door gebrek aan vooruitzicht hebben gekozen voor een huurhuis, want je moet toch verder met je leven. Nu willen ze terug, maar de facto komen ze nooit meer in aanmerking voor een standplaats. Daar demonstreren ze voor.
‘Als geboren en getogen reiziger komt mijn cliënt niet in aanmerking voor een standplaats,’ zegt Laatsman. ‘De gemeente heeft hem lang aan het lijntje gehouden en hij is keer op keer teleurgesteld. Men wil nu een reëel uitzicht op een standplaats, niet tot sint-juttemis op een wachtlijst staan.’
De betogers hebben aan de Brasem drie maanden lang hun punt kunnen maken, zegt advocaat Franc Pommer van de gemeente. Er zijn zat plekken waar je in Oss mag betogen voor je zaak, zegt hij. Na zo’n lange tijd gaan ook andere argumenten wegen. Het eigendomsrecht van de gemeente bijvoorbeeld.
Bovendien: na drie maanden begint de betoging zijn glans te verliezen. ‘Het is een beetje een rotzooi,’ zegt Pommer. ‘Vier caravans zijn alweer weggehaald, de spandoeken zijn weggewaaid, het ziet er bedroevend uit.’
‘Hoe vaak bent u er tegenwoordig?’ vraagt de rechter aan meneer Baum, een van de betogers.
‘Ik moet overdag werken,’ zegt Baum, ‘maar daarna ben ik er tot een uur of acht, negen ’s avonds. Dan ga ik weer naar huis, het is daar veels te koud om te slapen.’
‘Tot hoe lang wil men dit eigenlijk volhouden?’ vraagt de rechter. ‘Tot er daadwerkelijk een plaats wordt aangeboden?’
‘Mijn cliënten,’ zegt Jaasma, ‘willen net zo lang demonstreren tot de gemeente serieus met hen in gesprek gaat en de regels worden aangepast.’
Twee weken later doet de rechter uitspraak. De woonwagenbewoners handelen in strijd met de Wabo en het bestemmingsplan, vindt de rechter. Wat haar betreft, was hier zeker sprake van een betoging, maar die is in feite afgelopen nu de spandoeken zijn verwaaid en de betogers zich amper meer aan de Brasem vertonen. Over het beleid van de gemeente Oss laat de rechter zich niet uit. De betogers krijgen nog een week de tijd, dan moeten de caravans en de spandoeken weg zijn van de Brasem.