Het college van toezicht wil dat de lokale dekens beter verantwoording afleggen aan de buitenwereld over wat zij doen. Dat schrijft het college in zijn werkplan voor 2019.
Een goede externe verantwoording door de dekens is van belang voor de controleerbaarheid van het toezicht en de klachtbehandeling, stelt het CvT. ‘Het vertrouwen in de advocatuur kan toenemen als de dekens als toezichthouder laten zien dat zij in staat zijn om disfunctionerende advocaten effectief aan te pakken.’
Het college klaagde eerder dit jaar al over de summiere jaarverslagen van de dekens. ‘Door minimale duiding en context geven de verslagen weinig inzicht in de aard en de ernst van normschendingen en de effecten van het toezicht. Niet duidelijk is wat de ontwikkeling is van risico’s en van tekortkomingen of onregelmatigheden, wat de ‘staat van de advocatuur’ is, en of er sprake is van verbetering van het normbesef en de naleving. Ook wordt geen verband gelegd met incidenten die lokaal of nationaal het nieuws hebben gehaald. De jaarverslagen van de lokale orden zijn bovendien voornamelijk intern, op de balie gericht en veel minder extern, aan de maatschappij en betrokkenen bij de advocatuur’, aldus het CvT begin dit jaar in zijn eigen jaarverslag.
Zichtbaar
Volgens het college dient de verantwoording van de dekens zichtbaar te maken wat zij hebben gedaan, welke prioriteiten zij stelden, wat de aard en ernst van geconstateerde tekortkomingen was, wat relevante ontwikkelingen waren en welke resultaten en effecten het toezicht en de klachtbehandeling hadden.
In zijn werkplan definieert het college van toezicht ook andere aandachtspunten voor 2019. Het college schrijft onder meer te gaan toetsen dat het beleid dat de dekens vorig jaar in gang hebben gezet, verder wordt uitgevoerd. Dat betreft met name het risico-gestuurd toezicht door de dekens, het financieel toezicht en het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).