high-res_Advocatenblad_Bénédicte-Ficq_MG_6862-bewerkt-M
Bénédicte Ficq Image credit: Martijn Gijsbertsen

Goed luisteren naar je cliënt, je verdiepen in zijn wereld en open communiceren: het zijn kwaliteiten en vereisten van alle tijden om het vak gedegen uit te oefenen. Toch lijken deze waarden van steeds groter belang. ‘Vroeger luisterden cliënten naar me, en ik natuurlijk naar hen,’ vertelt Marjan van der List. ‘Vijfentwintig jaar geleden beschikte niemand over Google. Nu komen cliënten binnen en eisen een kort geding. Dan kan ik eerst uitleggen waarom dat onverstandig is. Dat maakt je rol als advocaat wezenlijk anders. Het is moeilijker je cliënt te hanteren en dat vraagt meer communi­catieskills.’

Van der List (beëdigd in 1979) wilde na haar rechtenstudie de advocatuur in, maar dat lukte niet meteen. ‘Ik was al getrouwd en tijdens sollicitaties kreeg ik steeds de vraag of ik dacht binnenkort zwanger te worden. In deze tijd een absurde vraag natuurlijk. Overigens gaf ik nooit antwoord.’ Om toch te werken, begon ze als griffier bij een kantongerecht. ‘Ik was volstrekt niet geschikt voor dat vak; moest mijn mond houden en mocht me nergens mee bemoeien.’ Na een jaar startte ze tot haar grote opluchting bij een kantoor in Alkmaar dat gespecialiseerd was in faillissementen en vastgoed. Die specialisatie bleef ze trouw toen ze een aantal jaar later op de vastgoedafdeling bij Van Doorne kwam te werken.

Spreekuur

Ook Els Unger (beëdigd in 1986) kwam met een kleine omweg in de advocatuur terecht. Na haar rechtenstudie werkte ze bij een bureau voor rechtshulp, de voorloper van het Juridisch Loket, en adviseerde mensen met een smalle beurs. ‘Elke ochtend had ik spreekuur, dan hielp ik twaalf mensen achter elkaar. Ik leerde razendsnel problemen te analyseren en met allerlei soorten mensen om te gaan. Daar heb ik nu nog profijt van.’ De ingewikkelde zaken moest ze doorsturen naar advocaten, maar wilde ze zelf oplossen. Na een paar jaar kon ze terecht bij een Amsterdams kantoor met een algemene praktijk. Unger herkent zich in het beeld dat cliënten een stuk bijdehanter zijn geworden. Volgens haar zijn ze vooral ook kritischer, hetgeen geen slechte ontwikkeling is. ‘Het dwingt advocaten om heel goed naar cliënten te luisteren, zich in hun situatie of branche te verdiepen en scherp te blijven. Ze maken ook een bewustere keuze voor een bepaalde advocaat. Niet alleen repeat players – in mijn praktijk ondernemers en ondernemingsraden – besteden werk uit via beauty contests, ook werknemers die een arbeidsrechtadvocaat zoeken, vragen meerdere offertes aan. Het is onderdeel van het spel.’

Strafrechtadvocaat Bénédicte Ficq brengt een nuance aan. Zij stelt dat de mate van mondigheid erg aan de soort cliënt ligt. ‘Als je vastzit, ben je namelijk echt niet mondig meer. Dan is het belangrijk dat ik de regie in handen houd.’ De destijds 29-jarige Ficq (beëdigd in 1986) ging na haar rechtenstudie in Groningen recht op haar doel af: werken bij hét Amsterdamse strafrechtkantoor Van Asperen, De Roos & Pen. Ze omschrijft haar eerste jaren als advocaat als een spannende periode. ‘We waren bevlogen sociaal advocaten die met man en macht bezig waren de rechten van verdachten op de kaart te zetten. We deden eigenlijk alleen strafrecht en hadden een gruwelijke hekel aan andere zaken. Eén keer moest ik verplicht een faillissement doen, wat een drama. Ik miste de bevlogenheid die ik normaal bij zaken voelde. Strafrecht was het enige wat ik interessant vond, daar heb ik heel bewust voor gekozen. Het gaat over vrijheid, over iemands leven. Toch wel één van de grote thema’s van het leven.’

Bénédicte Ficq

Leeftijd:                              61 jaar

Burgerlijke staat:             getrouwd, twee kinderen

Kantoor:                              Ficq & Partners Advocaten in Amsterdam

Specialisatie:                    strafrecht

Specialiseren

Dat Ficq zich als jonge strafrechtadvocaat meteen specialiseerde, zou nu heel normaal zijn. Zo werkt de NOvA aan een verplicht rechtsgebieden­register, waarbij advocaten zich kunnen registreren op maximaal vier vakgebieden. Binnen het strafrecht zegt Ficq desondanks een tendens te zien dat het werk weer teruggaat naar de generalisten, die volgens haar nooit in staat zijn gespecialiseerde rechtshulp te bieden. ‘Het is een grote schande, maar op dit moment ontstaat er een kloof tussen arm en rijk bij de keuze wie er een gespecialiseerde strafrechtadvocaat kan betalen. Vroeger hadden we dit gevecht ook, toen was het eindelijk op peil en nu werken we weer voor een uurloon waar veel mensen hun neus voor ophalen.’

Waar Ficq een pleidooi voor specialisatie houdt, betoogt Unger dat het van belang is ook kennis te maken met meerdere rechtsgebieden. Niet alleen via de beroepsopleiding, zegt ze, maar vooral ook in de praktijk. ‘Door in de opleiding in slechts één rechtsgebied te werken, benaderen jonge advocaten vraagstukken vaak te eenzijdig. Het risico bestaat op kokervisie.’ Als 27-jarige advocaat-stagiaire kreeg Unger zelf een brede basis mee. ‘Als advocaat deed je toen eigenlijk nog alles: echtscheidingen, arbeidsrecht, strafzaken. Zat ik weer eens in een vieze cel met een junk die autoradio’s had gestolen. Ik leerde veel van het leven en vind zo’n brede oriëntatie heel nuttig, want je leert beter verbanden te leggen. Bij specialisaties, waar nu vanaf de start op gestuurd wordt, missen advocaten die brede blik om vanuit een ander rechtsgebied naar een probleem te kijken.’ Ze adviseert stagiairs dan ook aan hun patroon te vragen ook in andere zaken te mogen werken, zo nodig via een kantoorgenoot of een andere sectie.

De huidige ontwikkelingen in het strafrecht, waarbij slachtoffers een grotere rol in de rechtszaal krijgen toebedeeld, baart Ficq zorgen. Wanneer ze praat over de bezuinigingen die Den Haag op dit moment doorvoert, klinkt ze fel. ‘Mensen beseffen niet hoe groot de consequenties daarvan zijn. Jarenlang is er geïnvesteerd om specialistische kennis op te doen, en nu wordt niets meer normaal vergoed waardoor alles weer bij de generalisten belandt. Ik zie dat capabele collega’s ermee ophouden omdat ze hun hypotheek niet meer kunnen betalen. Die gaan lesgeven op een hogeschool of universiteit. De specialisten ruimen noodgedwongen het veld en dat vind ik onaanvaardbaar.’ Ze wijst op de kwetsbaarheid van haar cliënten: vaak mensen met minder kansen en psychische problematiek. ‘Bedenk wel dat 95 procent van de strafzaken op pro-Deobasis is. De beeldvorming rondom strafrechtadvocaten met dure auto’s, mooie pakken en een pinkring is helemaal niet passend bij het grootste deel van de strafrecht­advocaten.’

JPJ-Els-Unger1-1-M
Els Unger Image credit: Jean-Pierre Jans

Diversiteit

In de jaren tachtig werkten er aanzienlijk meer mannen dan vrouwen in de advocatuur. Waar in haar jonge advocatenjaren mannen het ‘vanzelfsprekend’ grotendeels voor het zeggen hadden op kantoor, is diversiteit ook in deze tijd nog een heikel punt. Unger zat in de jaren negentig in het college van afgevaardigden. ‘Ik zag de traditionele advocatuur: wit, 50+ en eindeloze verhalen. Het is dat Els Swaab (voormalig advocaat, deken en adviseur, red.) mij stimuleerde lid te worden van de raad van toezicht, anders was het nooit gebeurd. Zij zorgde destijds voor een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. Tot mijn grote ontzetting was het tien jaar later weer terug bij af. Ik vind het ook pijnlijk dat ik sinds 2007 de enige vrouwelijke deken ben geweest.’ Blij verrast was Unger dat eind vorig jaar Susan Kaak en Petra van Kampen AR-lid zijn geworden, naast Theda Boersema die medio 2017 toetrad tot een louter uit mannen bestaand bestuur. ‘Het geeft de kritische massa die nodig is om eindelijk weer een vrouw als algemeen deken uit te rekruteren.’

Ondanks deze ontwikkelingen stellen vrouwen zich niet snel beschikbaar, stelt Unger. Bestuurlijke organen, ook lokale raden, moeten in haar ogen een percentage van tenminste 35 nastreven. ‘En als dat niet lukt desnoods met quota gaan werken.’ Vrouwen die een dergelijke ambitie hebben, moeten het zichzelf makkelijk maken, adviseert zij. ‘De verantwoordelijkheid om alles goed te organiseren, voelen vrouwen over het algemeen sterker dan mannen. Maar je kunt niet al die ballen zelf in de lucht houden. Regel goede kinderopvang, een schoonmaker en een tuinman. Het kost wat, maar dan heb je op je vrije dagen tijd voor andere dingen.’

Els Unger

Leeftijd:                                60 jaar

Burgerlijke staat:             getrouwd, een zoon

Kantoor:                              Unger Van Els Advocaten in Amsterdam

Specialisatie:                     arbeidsrecht en ondernemingsrecht

Snelheid

Bijna veertig jaar zit Van der List nu in het vak, en terugblikkend stelt ze dat het werk van advocaten zwaarder is geworden op verschillende fronten. ‘Alleen al de snelheid van communicatie is een wezenlijk onderdeel daarvan. Wij ontvingen om negen uur ‘s ochtends post, de rest van de dag kreeg je met uitzondering van telefoontjes niets meer binnen. Nu schiet iedereen – ook ‘s avonds – een mail naar je toe, en verwacht meteen een reply. Ik hoor mensen zeggen: ja, dat hoort er gewoon bij, maar het vraagt zelfbeheersing niet overal meteen op in te gaan en tijd te blijven nemen.’

JPJ-Marjan-van-der-List1-1-M
Marjan van der List Image credit: Jean-Pierre Jans

Ze vertelt dat een cliënt haar belde op vakantie en onmiddellijk actie eiste. ‘Ik zei dat ik dat op dat moment niet kon doen en dat het ook niet nodig was, tot woede van mijn cliënt. Die onnodige haast vind ik erg storend. En het vraagt om voorzichtigheid. Ik kan vrij makkelijk denken: morgen weer een dag, maar bij eagere, jonge advocaten geeft het een ­extra hoge druk.’

Die hoge druk ziet ze ook terug op andere vlakken. ‘Iedereen lijkt een perfect functioneren na te streven, in werkelijk alles. Laatst hield ik een praatje voor de beroepsopleiding, dan zie ik vrouwen zitten die er prachtig uitzien. Met mooie kleding, torenhoge hakken – die dan halverwege worden uitgedaan. In mijn tijd was de druk op het werk wel groot, maar niet op al die randzaken daarnaast. Er was veel minder gedoe. Wat ik er vooral duidelijk probeer te maken: het zijn allemaal eisen waaraan jonge advocaten denken te moeten voldoen. Dat geeft veel spanning en druk. Het is prima om te willen presteren, maar bedenk dat je er ook kunt komen als je scheef op het doel afgaat.’

Marjan van der List

Leeftijd:                                65 jaar

Burgerlijke staat:             ongehuwd, twee kinderen

Kantoor:                             Van der List in Amsterdam

Specialisatie:                    vastgoedrecht en familierecht

Van der List stelt dat het minstens zo belangrijk is het werk los te laten. ‘Advocaat zijn hoeft niet dag en nacht. Het is een illusie dat je lekker in slaap valt als je avond na avond doorwerkt. Doe je werk goed, zorg dat je leuke zaken hebt en ga vooral ook naar de film. Ook dan kom je uitstekend terecht.’ Ficq raadt jonge strafrechtadvocaten aan vooral alert te zijn op de rechten van verdachten in de strafprocedure. ‘Steek je nek uit voor een goede verdediging van je cliënt en wees een waakhond tegen misstanden die je ziet bij de overheid. Als het noodzakelijk is op te treden tegen de afbraak van de rechten van een verdachte, dan denk ik dat je als strafrechtadvocaat ook op politiek niveau moet proberen dat tegen te gaan.’

Hedy Jak

Freelance journalist

Profile page
Advertentie