Volgens Hoekstra heeft het in de huidige rechtspraktijk alleen zin om de uitkomst van een aanbestedingsprocedure in kort geding bij de voorzieningenrechter aan te vechten. Als daar een negatieve beslissing voor een cliënt uit de bus rolt, heeft het weinig nut om alsnog een bodemprocedure bij de rechtbank aan te spannen, of in beroep te gaan te gaan tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter.
Onaantastbaar
Hoekstra wijst naar de Hoge Raad als één van de boosdoeners. Door de uitleg die de Hoge Raad geeft aan de Aanbestedingswet is een eenmaal gesloten overeenkomst tussen een overheidsdienst die aanbesteedt en een inschrijvend bedrijf ‘vrijwel onaantastbaar’ voor andere bedrijven. Ook als de verkeerde procedure is gevolgd, of de verkeerde gunningscriteria zijn toegepast, heeft een hoger beroep of een bodemprocedure weinig zin.
Interpretatie
De Groningse advocaat betwijfelt of dat wel de bedoeling is geweest van de wetgever. Bovendien zou deze interpretatie van de wet in strijd zijn met Europees recht, omdat er dan geen ‘effectieve rechtsbescherming’ is voor partijen.
Voldongen feit
Hij bespeurt ook dat overheidsdiensten op de leemte in de aanbestedingsrechtspraak inspelen. ‘Je ziet dat ze dan na de uitspraak in kort geding snel een opdracht gunnen,’ zegt Hoekstra in een toelichting op zijn klacht bij de Europese Commissie. Overheden plaatsen daarmee bedrijven die de uitkomst van een aanbestedingsprocedure aanvechten voor een voldongen feit. ‘Terwijl er in veel gevallen nog tijd is voor een spoedappel.’
Duurzaam kantoormeubilair
Hoekstra roept de Europese Commissie in zijn klacht op de rechtsbescherming in het Nederlandse aanbestedingsrecht ‘in ere te herstellen’. Zelf was hij advocaat van een onderneming die een grote aanbesteding over duurzaam kantoormeubilair in 2017 verloor, terwijl die cliënt over de juiste keurmerken beschikte en de twee winnende inschrijvers bij de aanvang van de aanbestedingsprocedure niet. Nadat ook het kort geding negatief uitpakte, zag het bedrijf af van hoger beroep.