In vele maatschappen wordt periodiek over geld gezanikt. De meeste weten dat goed binnenskamers te houden. Maar ook dan verdringt het winstdeel dikwijls de gevoelens die de maten ooit voor elkaar koesterden. Het is een van de redenen dat sommige kantoren hun maatschap hebben omgezet in een naamloze vennootschap.
Verstandige advocaten weten dat het kleingeestige gehakketak over targets, leverage en profitability op de buitenwereld een foute indruk maakt. Alsof het in de advocatuur vooral om geld zou gaan. Cliënten willen liever niet gezien worden als een vet dossier vol druipende uren. Wanneer interne twist de grenzen van de kantoortuin overschrijdt, is het al snel hommeles. De dagvaarding is zo geschreven. De drempel van het gerecht is voor advocaten laag.
In het recente arrest lezen we over de strijd van de oudere compagnon die namens zijn praktijkvennootschap zijn voormalige kantoor heeft gedagvaard. Boekel besloot hierop in wijsheid een bekende procestijger van grote broer Allen & Overy in stelling te brengen. Vergeefs. Ook dure kogels missen doel wanneer slecht wordt gericht.
Tot 2015 kende Boekel De Nerée, zoals veel advocatenkantoren, het zogeheten lock step model. Wie compagnon werd, groeide na een aantal jaren door tot 100 punten partner en kon daarmee aanspraak maken op een volledig winstdeel. De raad van bestuur kon het winstdeel van zo’n uitgegroeide partner maximaal met 30 procent korten indien hij minder dan 75 procent van de gemiddelde omzet van alle partners haalde.
In 2013 werd de compagnon in kwestie voorgesteld of counsel te worden. Een eufemisme voor de vraag of het niet eens tijd werd om met pensioen te gaan. Daar peinsde hij niet over. Enige tijd later volgde het besluit dat zijn winstdeel over 2013 en 2014 met 30 procent gekort moest worden. Een zogeheten malus, enkel voor deze partner, als straf voor zijn lagere omzet.
De jaren voordat het kantoor in 2015 tot kortweg Boekel werd gedoopt, ging het er niet zo goed. Het Amsterdamse hof beschrijft hoe liefst driekwart van de partners in 2013 de omzetnorm niet haalde. Het kantoor kampte ook met forse leegstand en moest daarvoor een voorziening van een miljoen euro treffen.
Feiten die schril afsteken bij de ronkende bewoordingen waarmee de reorganisatie in 2015 publiekelijk werd ‘gecommuniceerd’.
Waarom alleen deze partner zo straf werd gekort, kan Boekel niet goed uitleggen. Het is onredelijk, oordeelt het hof hard en duidelijk, dat de kortingsbesluiten daarom vernietigt. Bovendien handelde Boekel in strijd met de eigen regels. De omzet over beide jaren onderschreed niet de ondergrens die voor strafkorting gold.
Hier werd dus vier jaar over geprocedeerd. Ik denk dat een dagje intervisie bij Boekel geen kwaad kan.