Volgens de rechtbank is er geen grond voor vervolging. Er is sprake van een uitzonderlijk geval, aldus de conclusie, ‘waarin geen redelijk handelend lid van het OM heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn’.
Veel aandacht is er in de uitspraak voor het verschoningsrecht en het grote maatschappelijk belang van de bijzondere vertrouwelijke relatie tussen advocaat en cliënt.
Het OM zat de man jarenlang op de hielen. De vermeende feiten zien op de periode 2007 – 2009. De advocaat werd eind vorig jaar alsnog gedagvaard. Behalve valsheid in geschrift werd hem onvoldoende oplettendheid en het verzaken van zijn onderzoeksplicht verweten bij het aanvragen van werkvergunningen en machtigingen tot voorlopig verblijf voor Chinezen. Hij kende die mensen niet persoonlijk. Door te volstaan met de aan hem verstrekte informatie van één tussenpersoon zou hij zich schuldig hebben gemaakt aan betrokkenheid bij mensensmokkel, aldus de aanklacht.
De Dordtse rechtbank oordeelt vernietigend over de werkwijze van het OM: ‘Er is sprake van een zodanig aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing dat de (verdere) vervolging onverenigbaar is met de beginselen van een goede procesorde’.
Bij de vervolging van professioneel verschoningsgerechtigden – zoals advocaten – dient een zeer terughoudend beleid te worden gevoerd vanwege de bijzondere vertrouwelijke relatie tussen, in dit geval, de advocaat en cliënt, benadrukt de rechtbank. ‘In het algemeen moet het belang van waarheidsvinding in strafzaken wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking tot advocaten moeten kunnen wenden’.
Raadsman Willem Jebbink van de betrokken advocaat had in zijn preliminair verweer aangevoerd dat het OM zijns inziens op ontoelaatbare wijze inbreuk heeft gemaakt op de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van zijn cliënt.
Bij een doorzoeking van het kantoor van de advocaat werden eind 2011 dossiers van cliënten in beslag genomen. Omdat die stukken destijds onderdeel uitmaakten van een groter onderzoek naar een criminele organisatie werd het verschoningsrecht van de advocaat doorbroken. Het OM betichtte hem destijds van deelname aan die organisatie, maar later onderzoek logenstrafte die verdenking volledig. De advocaat ging niettemin jarenlang gebukt onder de verdenking.
Geen kwade opzet
De Dordtse rechtbank deed maandag 15 april uitspraak. De rechters motiveren nauwgezet waarom de advocaat niet meer vervolgd mag worden, voor feiten die hij negen tot twaalf jaar geleden zou hebben begaan.
Die waren volgens de rechtbank niet zo ernstig als het OM wil doen voorkomen. Daarbij wordt verwezen naar een uitspraak van de Raad van Discipline in 2014 naar aanleiding van een dekenklacht. De raad oordeelde dat de advocaat had nagelaten adequaat en zelfstandig onderzoek te doen naar de juistheid van de informatie die tot hem kwam. Naar mening van de raad had de advocaat niet de zorgvuldigheid betracht die van hem beroepshalve mocht worden verwacht. Maar omdat geen kwade opzet of kwade bedoelingen werden vermoed, kreeg hij geen maatregel opgelegd.
Dat er na die tuchtrechtelijke uitspraak alsnog eind 2018 een dagvaarding op de deurmat viel, vindt de Dordtse rechtbank ‘niet zonder meer begrijpelijk’. In het vonnis wordt er verder op gewezen dat de officier in zijn uiteindelijke dagvaarding de verdenking van betrokkenheid bij mensensmokkel al had afgezwakt naar de culpoze variant. En bij het verwijt van valsheid in geschrift ging hij uit van voorwaardelijk opzet.
Mensensmokkel
In de ogen van het OM heeft de advocaat op valse gronden Chinezen geholpen bij het verkrijgen of verlengen van tewerkstellings- en (voorlopige) verblijfsvergunningen. Daarbij zou hij valsheid in geschrift hebben gepleegd. Onder meer door in brieven aan de IND en het CWI/UWV ten onrechte te stellen dat hij was gemachtigd om de aanvragen in te dienen. Hij zou echter nooit persoonlijk contact met deze mensen hebben gehad. Hij kreeg de aanvraagformulieren via een tussenpersoon en heeft die, aldus de beschuldiging, onvoldoende gecontroleerd.
Later bleek dat er in de aanvragen sprake was van fictieve arbeidsovereenkomsten met niet-bestaande Nederlandse dochterondernemingen van een Chinees hoofdkantoor, valse kwitanties van loonbetalingen en verzonnen adressen in ons land. Het OM neemt inmiddels ook aan dat de advocaat niet wist dat de stukken vals waren. Het verwijt hem wel dat hij dat had kunnen vermoeden, onder meer omdat hij nooit zelf contact had met de aanvragers en alles steeds verliep via een en dezelfde tussenpersoon.
De verdenkingen tegen de jurist kwamen voort uit een onderzoek naar een criminele organisatie die op grote schaal en voor veel geld verblijfs- en tewerkstellingsvergunningen regelde voor Chinezen. Eén van de drie hoofdverdachten in die zaak was ook degene die de advocaat de aanvragen aanleverde. Die man, een Nederlander die goed Chinees spreekt, werd in 2017 door het gerechtshof in Den Haag veroordeeld tot 36 maanden wegens mensensmokkel.
Paspoorten
Er was sprake van een saillante, niet eerder vertoonde schijnconstructie. Werknemers vanuit een Chinees hoofdkantoor zouden worden overgeplaatst naar Nederland om hier een dochteronderneming op te zetten en te leiden. Daarvoor moesten zij een machtiging tot voorlopig verblijf verkrijgen en een verblijfsvergunning aanvragen. Naderhand bleken dat allemaal verzinsels. De zogeheten ‘werknemers’ verbleven slechts kort in Nederland. Alleen om – na het ontvangen van de voorlopige verblijfsvergunning op de Nederlandse ambassade of het consulaat in China – in de gemeente van vermeende vestiging hun verblijfsvergunning op te halen.
Curieus is dat het veelal ging om steenrijke Chinezen – soms met hun hele gezin – die op deze manier na vijf jaar een Nederlands paspoort wilden bemachtigen. Een soort persoonlijke borgstelling; als het mis zou gaan met hun lucratieve activiteiten in China konden ze altijd vrij in- en uitreizen. Sommigen zouden zelfs duizenden euro’s loonbelasting hebben afgedragen over salarissen die ze niet uitbetaald kregen van de niet-bestaande bedrijven. Alleen maar om hun eenmaal verkregen verblijfsvergunning niet te verliezen.
Vertrouwen
Het is nog niet bekend of het OM in beroep gaat tegen de beslissing van de Dordtse rechtbank.
De betrokken advocaat heeft aangegeven de hele affaire als leermoment te zien en voortaan ‘extra waakzaam’ te zijn. Volgens raadsman Jebbink zou verdere openbare vervolging van zijn cliënt schade hebben toegebracht aan het imago van de advocatuur en het vertrouwen van het publiek in de geheimhouding tussen advocaat en cliënt.