Pesten en seksuele intimidatie zijn ook in de Nederlandse advocatuur wijdverbreid. Dat kwam al naar voren uit het IBA-onderzoek en wordt bevestigd door het Advocatenpanel. Bijna de helft van de vrouwen zegt in de werkomgeving weleens situaties te zien die duiden op seksuele intimidatie. Ten aanzien van pesten ligt dat percentage net boven de helft.
Mannen zien dat weliswaar minder frequent om zich heen, maar nog altijd in ruime mate. Meer dan een derde van de mannen is (soms of vaak) getuige van pesten, meer dan een kwart van seksuele intimidatie.
Zowel pesten als seksuele intimidatie komt op veel verschillende manieren voor. Meest genoemde pesterij is het belachelijk maken of vernederen van iemand. Ook machtsmisbruik, te veel of te weinig werk geven, opzettelijk tegenwerken en het verspreiden van kwaadaardige geruchten worden vaak genoemd. Relatief veel vrouwen zien hun promotie- of opleidingskansen geblokkeerd.
Ten aanzien van seksuele intimidatie lopen de ervaringen van mannen en vrouwen behoorlijk uiteen. Vrouwen zeggen vaak geconfronteerd te worden met seksistische opmerkingen of seksueel getinte opmerkingen, gebaren of geluiden. Ook ongepast bekeken worden of, al dan niet toevallig, op ongepaste wijze aangeraakt worden, komt geregeld voor. Ook mannen noemen deze vormen van seksuele intimidatie, maar veel minder frequent.
Protocol
De IBA doet een aantal aanbevelingen om pesten en seksuele intimidatie op kantoren tegen te gaan. Zo krijgen bedrijven en organisaties het advies om beleid te maken en protocollen op te stellen tegen normoverschrijdend gedrag. Iets meer dan de helft van de respondenten vindt dat een goed plan. Of het gebeurt al, of we gaan ermee aan de slag, luidt het antwoord.
Daarentegen vindt een derde van de respondenten het weinig of niet relevant. De omvang van het kantoor lijkt daarbij een rol te spelen. Hoe groter een kantoor, hoe eerder er aanleiding is voor formeel beleid, zeggen diverse respondenten in hun toelichting. ‘Niet nodig voor kleinere organisaties waar weldenkende mensen voldoende oog hebben voor elkaar. Je kunt het ook positiever formuleren: in een gezonde organisatie – als de onze – zit het beleid tussen de oren en dat werkt goed,’ oordeelt een advocaat.
Bovendien mag het niet blijven bij protocollen en beleid. Het gaat om een andere manier van denken en handelen, stelt menigeen. ‘Cultuur is niet te vatten in een protocol of beleid, maar in bewustwording,’ zegt iemand. Een ander antwoordt: ‘Het is voor organisaties (afhankelijk van de samenstelling en structuur) van belang niet alleen beleid en protocollen op te stellen, bekend te maken en te implementeren, maar tevens ook te handhaven. De professionele ervaring leert dat bedrijven deze protocollen wel hebben, maar niet zo secuur naleven. Het is dus ook van belang dat het beleid draagvlak heeft, wil dit op de organisatie breed kunnen worden toegepast.’
De bedrijfsleiding moet het goede voorbeeld geven, vindt een derde. ‘Het onderwerp is eigenlijk breder. Het gaat ook om de positie van de advocaat in bredere zin en de voorbeeldfunctie voor de maatschappij. Wat zijn de grenzen aan bijvoorbeeld drank- en (legaal) drugsgebruik? Beleid en protocol alleen zullen niet helpen. “Leading by example” is het devies voor partners van kantoren.’
Training
De IBA is ook voorstander van trainingen voor medewerkers, gericht tegen pesten en seksuele intimidatie. Die aanbeveling kan op weinig bijval rekenen. Slechts een derde vindt dat zinvol. ‘Ik spreek wel de ernstige hoop uit dat de training en het beleid zodanig worden ingestoken dat er geen overmatig verkrampte situatie ontstaat,’ voegt een mannelijke advocaat daaraan toe.
Een ruime meerderheid ziet echter het nut niet. ‘Advocaten dienen gevoel te hebben voor wat betamelijk is en betaamt. Hebben ze dat gevoel niet, dan is de vraag of een training daarbij helpen kan. Het eten met mes en vork is aan te leren, fatsoen is een stuk lastiger,’ zegt iemand in een toelichting op zijn antwoord. ‘Correct gedrag is een vanzelfsprekende norm en daar behoeft geen training voor gegeven te worden,’ antwoordt iemand anders.
De IBA adviseert ook om het onderwerp bespreekbaar te maken en op de agenda te houden. Ongeveer de helft van de Nederlandse respondenten is het daarmee eens. De andere helft vindt het niet nodig of weet het niet. ‘Respect is een basisnorm,’ stelt een advocaat.
De suggestie van de IBA dat de beroepsgroep zich openlijk uitspreekt en aangeeft dat pesten en seksuele intimidatie niet geaccepteerd worden, kan daarentegen wel op veel bijval rekenen. Zeven op de tien respondenten vinden dat een goed plan. Overigens heeft niet iedereen vertrouwen in snelle verandering. ‘De beroepsgroep bestaat op partnerniveau voor negentig procent uit blanke mannen, bij voorkeur met een corpsachtergrond. Dat gaat nog lang duren.’
Andere baan
Kantoren die er niet in slagen paal en perk te stellen aan ongewenst gedrag op de werkvloer, kunnen zich geconfronteerd zien met het vertrek van medewerkers. Veruit de meeste respondenten, zowel mannen als vrouwen, zeggen een andere baan te zoeken als ze het mikpunt worden van pesterijen of van seksuele intimidatie.
Advocatenpanel
Het Advocatenpanel is een initiatief van het Advocatenblad, in samenwerking met onderzoeksbureau Tangram. Het panel is in het leven geroepen om met enige regelmaat te kunnen peilen hoe de advocatuur denkt over zaken die voor de beroepsgroep relevant zijn. Aanmelden voor het panel kan via de website.
Deze enquête is zowel voorgelegd aan het Advocatenpanel als aan de abonnees van de wekelijkse nieuwsbrief van het Advocatenblad. In totaal vulden 378 mensen de vragenlijst volledig in. Mannen waren met 54 procent in de meerderheid. Circa 95 procent van de respondenten is advocaat.
De grootste groep respondenten is werkzaam in de steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (41 procent.) De regio Noord (Groningen, Friesland en Drenthe) is met 3 procent het minst vertegenwoordigd in de steekproef.