Eind april ontstaat er – alweer – ophef over het tbs-stelsel. In Lelystad wordt een 72-jarige man dood in zijn woning aangetroffen. De politie vermoedt dat hij om het leven is gebracht. Enkele dagen later worden ex-tbs’er Jan van K. en tbs’er op proefverlof Michael B. opgepakt. Op zoek naar een smak geld in de woning van het slachtoffer zouden zij een roofmoord hebben gepleegd. ‘Tbs-duo kon vrijuit moorden,’ kopt De Telegraaf. Politici reageren verontwaardigd. ‘Dus ex-tbs’er die bekendstond als heel gevaarlijk en tbs’er op proefverlof als moordduo,’ twittert PvdA-Kamerlid Attje Kuiken. ‘Dit verhaal wordt steeds meer bizar. Hoe kan dit nog worden uitgelegd?’
VVD-Kamerlid Jeroen van Wijngaarden reageert in De Telegraaf: ‘Het moet vaker mogelijk worden om tbs’ers in een zwaarder regime te plaatsen. Voor nabestaanden is het te laat, maar wij willen nog voor de zomer met de minister daarover in debat.’
Kiezersgewin
Tbs-advocaat Job Knoester (50) maakt zich boos over het gedrag van de Kamerleden. ‘Schandalig, Kamerlid onwaardig. Voordat duidelijk is wat er precies is gebeurd, wil men al een debat met de minister,’ zegt hij in de werkkamer van zijn kantoor Knoester Van der Hut Alberts & Korteling Advocaten aan de Scheveningse haven. ‘Politici zouden niet dit soort dingen moeten roepen na incidenten. Op basis van incidenten kun je geen politiek bedrijven.’
Hij wijst erop dat de Kamerleden hun mening al geven terwijl het politieonderzoek nog maar net is begonnen en de rechter zich er nog over moet uitspreken. ‘Ik kan het niet anders verklaren dan het zich op de borst kloppen voor kiezersgewin, of dat men niet genoeg kennis van zaken heeft – misschien een combinatie van beide. Laat eerst de mensen die hier verstand van hebben onderzoek verrichten. Laat de rechter en inspectie naar de zaak kijken.’
Knoester werkt sinds 1996 als strafadvocaat en deed zijn eerste tbs-zaak een jaar later. Vanaf dat moment is hij verknocht aan de tbs-praktijk. ‘Ik voel me meer thuis in het verdedigen van iemand die verdacht wordt iets te hebben gedaan vanuit een emotie of een stoornis, dan het bijstaan van een verdachte van georganiseerde criminaliteit. Ik ben gevoelig voor het verhaal achter de mens. Al mijn cliënten zijn slachtoffer geweest. Niet per se van een delict, maar van een onveilige situatie. Dat rechtvaardigt niet dat ze daders worden, maar er zit een verhaal achter. Dat pakt me.’
Met zijn kantoor staat Knoester meer dan vijftien procent van alle tbs-patiënten in Nederland bij. Hij heeft met al zijn cliënten een ‘zakelijke, maar nauwe band’, vertelt hij. Neem de cliënt die belde toen Knoester langs de lijn stond bij een voetbalwedstrijd van zijn zoon. ‘Ik nam op en hij zei: de geluiden die ik nu hoor, zal ik nooit meer horen, nooit meer meemaken. Als kind was hij misbruikt door de kerk. Hij kreeg een gezin, een vrouw en kinderen, maar verloor ze alle drie. Hij gleed af en pleegde delicten. Dat zijn zulke aangrijpende verhalen. Als hij me nu belt, ook al is het in het weekend, dan wil hij de achtergrondgeluiden van een andere wereld horen. Dus neem ik op.’
Parlementaire enquête
Ophef over het tbs-stelsel is niet nieuw, zegt Knoester. ‘De discussie is eigenlijk nooit weggeweest, zij komt steeds weer op.’ Knoester herinnert aan de parlementaire enquête over het stelsel in 2006. Aanleiding was de doodslag door zijn oud-cliënt en tbs’er Wilhelm S. op een boot in Amsterdam, toen hij tijdens een verlof aan zijn begeleiders was ontsnapt. ‘Politici begonnen enorm te hameren op veiligheid. De angst regeerde, tbs-opleggingen moesten langer duren. De gemiddelde behandeltijd liep op naar elf jaar. In reactie daarop adviseerden advocaten hun cliënten niet meer mee te werken aan gedragskundig onderzoek, om zo tbs te ontlopen. Ook rechters werden kritischer over het tbs-stelsel, omdat het zo ongelooflijk lang ging duren. Vanaf 2008 werd er opeens veel minder tbs opgelegd, de helft van het aantal in de jaren ervoor.’
Als gevolg daarvan kwamen er veel mensen met persoonlijkheidsstoornissen of andere psychische stoornissen in de gevangenis terecht. Dat kwam de veiligheid niet ten goede, zegt Knoester. Hij wijst op een recent onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) waaruit blijkt dat ex-gedetineerden binnen twee jaar vier keer vaker in herhaling vallen dan oud-tbs’ers. In het onderzoek zijn dezelfde soort delicten, door tbs’ers en niet tbs’ers met elkaar vergeleken, onderstreept Knoester.
Veelzeggende cijfers, vindt de Haagse advocaat. ‘Tbs heeft als doel de samenleving veiliger te maken. Het geheim, en het succes van een tbs-behandeling is dat patiënten in een kliniek beginnen met therapieën. Dat ze in een soort kleine samenleving binnen de kliniek leren leven met werk en sociale omgang. Als een patiënt eraan toe is, als het veilig en verantwoord is, worden mensen losgelaten, dat gaat met heel kleine stapjes. Dat begint met beveiligd verlof, met mensen van Justitie. De volgende stap is begeleid verlof, met sociotherapeuten. Daarop volgt onbegeleid verlof.’
Sommige van zijn cliënten ziet hij na tbs in herhaling vallen. Ook zijn er cliënten die het moeilijk vinden om terug te keren naar de samenleving. ‘Maar in de meeste gevallen werkt de behandeling heel positief uit. Dan hoor ik van mijn cliënten na vrijlating helemaal niets meer, of het is omdat ze willen laten weten hoe goed het met ze gaat.’
Anne Faber
Enkele jaren geleden maakte de tbs-advocaat deel uit van de Taskforce TBS, ingesteld door de toenmalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD). Daarin waren de belangrijkste instanties die met tbs te maken hebben vertegenwoordigd. Doel was het herstel van vertrouwen van onder meer advocaten en rechters in tbs-oplegging door de gemiddelde behandelduur terug te brengen naar acht jaar. ‘Het motief van de staatssecretaris was eigenlijk nogal pervers. Hij vond tbs te duur en wilde bezuinigen. Daarbij sloot hij ook een aantal klinieken in die periode.’ Maar met het verkorten van de behandelduur, zonder af te dingen op maatschappelijke veiligheid, was Knoester het wel eens. Toen de taskforce klaar was, eind 2014, was de behandelduur van elf naar acht jaar gegaan. ‘Het recidivecijfer daalde ook. Dus het werd niet onveiliger door de kortere behandelduur.’
Sinds 2018 is het aantal tbs-opleggingen weer gestegen, signaleert Knoester. ‘Dat heb ik van meerdere mensen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid gehoord en ik meen het ook gezien te hebben in de uitspraken die ik iedere dag lees. Alle tbs-opleggingen worden namelijk gepubliceerd.’ De verkrachting van en moord op Anne Faber in september 2017 waarvoor Michael P. schuldig is bevonden, ziet hij als aanleiding. P. die in juli 2018 is veroordeeld voor 28 jaar cel en tbs met dwangverpleging, is eerder veroordeeld voor twee verkrachtingen. Omdat hij toen niet wilde meewerken aan gedragskundig onderzoek kreeg hij geen tbs opgelegd. ‘Ik krijg veel signalen, bijvoorbeeld van journalisten, dat officieren van justitie het afgelopen jaar vaak verwijzen naar Anne Faber en tbs eisen.’
Gevraagd naar zijn mening over de stijging van het aantal tbs-opleggingen is Knoester even stil. ‘Dat is een beetje een gewetensvraag. Omdat ik denk dat de samenleving, maar ook mensen die strafbare feiten plegen, gebaat kunnen zijn bij behandeling. In zoverre is het moeilijk om te zeggen dat het een negatieve ontwikkeling zou zijn.’
Kritiekpunten
Tegelijkertijd ziet Knoester ook verbeterpunten voor het tbs-stelsel. In het huidige systeem wordt de behandeling van tbs’ers iedere twee jaar en soms ieder jaar beoordeeld. Als zich tussentijds problemen voordoen bij de behandeling, is er geen instantie waar tbs’ers kunnen klagen.
De tbs-advocaat wijst ook op de personeelsproblemen in tbs-klinieken, die ten koste gaan van de behandelkwaliteit. ‘Als je een paar keer per jaar een andere psycholoog krijgt, is het heel moeilijk om je ziel en zaligheid bloot te leggen. En ik heb een cliënt die zei: in drie maanden tijd heb ik zeventig verschillende sociotherapeuten (therapeuten die dagelijks op de afdeling werken, red.) gezien, waarvan meer dan de helft via een uitzendbureau werkt. In de kliniek in Den Dolder, waar Michael P. zat, werden vakantiekrachten ingezet.’
Veruit het grootste manco noemt Knoester de politieke invloed op het systeem. ‘Zoals we nu ook weer zien na het incident in Lelystad, vragen Kamerleden meteen om een debat met de minister. En dat debat kan er komen omdat de minister politiek verantwoordelijk is voor verlof en longstay. Eigenlijk zou je ervoor moeten zorgen, zoals de Commissie-Visser in 2006 al adviseerde, dat niet de minister, maar een onafhankelijk college bestaande uit rechters en gedragsdeskundigen over verlof en longstay beslist.’
Volgens de tbs-advocaat zijn veel politici die zich uitspreken over tbs gewoon niet bekend met de recidivecijfers. Maar ook Kamerleden die pleiten voor afschaffing van het verlof, zitten volgens hem op het verkeerde spoor. ‘Als je dat soort dingen zegt, snap je het gewoon niet. Het verlof is voor een tbs’er geen gunst, geen recht, geen pleziertje. Het is een onmisbaar onderdeel van een succesvolle behandeling.’
Helemaal zorgelijk vindt Knoester het dat de politiek de afgelopen paar jaar weer steeds harder roept om verlenging van de behandelduur van tbs’ers. ‘Als Kamerleden hun zin krijgen, krijg je een herhaling van de geschiedenis. Advocaten zullen hun cliënten opnieuw afraden aan persoonlijkheidsonderzoeken mee te werken, rechters zullen tbs-oplegging uit de weg gaan. Er zal minder tbs en meer gevangenisstraf worden opgelegd. De recidiven zullen stijgen.’
Job Knoester
Geboren
Den Haag, 19 oktober 1968
Burgerlijke staat
Getrouwd, vier kinderen (22, 13, 7 en 2 jaar)
Studie
1995 Afgestudeerd Rechtenstudie, Rijksuniversiteit Leiden
Loopbaan
2015 Oprichter en partner van straf- en tbs-kantoor
Knoester Van der Hut Alberts & Korteling Advocaten, Den Haag
1996 Strafadvocaat en na zes jaar partner bij Nolet Advocaten, Den Haag
Nevenactiviteiten
2017 Voorzitter Vereniging van tbs-advocaten
2013-2014 Betrokken bij de Taskforce TBS
2015 Lid van het College Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen
2002 Gastdocent voor Fontys Hogeschool Journalistiek,
docent strafrecht voor onder andere De Jonge Balie-cursussen en de Landelijke Beroepsopleiding voor de advocatuur