Ja, ze zou erachteraan gaan, beloofde mr. X, toen haar cliënte haar meldde dat de wederpartij de schikking niet nakwam. Na drie maanden en herhaald aandringen schreef mr. X niet de wederpartij aan, maar het Gerechtshof dat de ter zitting getroffen schikking had vastgelegd: wilden ze svp de wederpartij tot nakoming aansporen en anders een dwangsom opleggen?
Was dat beslag nou inmiddels gelegd? vroeg de cliënte. Er was haast bij, het onroerend goed zou spoedig worden verkocht. Ze ging erachteraan, zei mr. X. Een maand later zei ze dat ze het beslagrekest bij de centrale balie van de rechtbank had afgegeven. Twee weken daarna: ik ga langs de rechtbank en zal eens informeren bij degene die het rekest in behandeling heeft. Twee weken daarna: de toestemming is verleend, de deurwaarder kan elk moment beslag leggen.
Een paar maanden later stuurde mr. X de cliënte een concept ‘verzoekschrift betreffende vordering onrechtmatig handelen’. De cliënte keurde het binnen een dag goed. Ruim drie weken later meldde mr. X dat zij het verzoekschrift had ingediend. Kort daarop meldde ze dat ze het naar de deurwaarder en de rechtbank had gestuurd. Vervolgens dat de rechtbank om verhinderdata vroeg. Alleen: ze had een dagvaardingsprocedure moeten beginnen, en was het wel waar wat ze schreef? Later schreef mr. X de rechtbank zelf dat ze nooit iets op haar verzoekschrift had vernomen en uit dossieronderzoek bleek dat er geen verzoekschrift naar het juiste faxnummer van de rechtbank was gegaan.
Cliënte klaagt: mr. X heeft haar belangen verwaarloosd, haar willens en wetens op het verkeerde been gezet en de rechtbank in haar leugens betrokken.
Mr. X erkent dat ze ondermaats heeft gepresteerd, maar ze had driemaal een TIA gehad en was daardoor ‘heel veel kwijt [..] geraakt in haar geheugen’. Inmiddels ging het beter met haar en had ze orde op zaken gesteld.
Onkundig
De tuchtrechter vindt dat mr. X totaal onkundig heeft gehandeld. De rechter aanschrijven als je de wederpartij wil aanspraken op niet-nakoming? De desbetreffende procedure beginnen met een ‘verzoekschrift betreffende vordering onrechtmatig handelen’? En dan die onwaarschijnlijke beweringen: telkens in persoon bij de rechtbank gaan communiceren over je beslagrekest? En de uitvluchten, het dralen…
Ook op de zitting bleef mr. X draaien en legde ze de schuld deels bij anderen.
Voor de raad van discipline is het duidelijk. Mr. X had gefaald in de kernwaarden deskundigheid en integriteit. Als het waar was van die TIA’s had ze de zaak over moeten dragen, niet doorrommelen ten koste van de cliënt. Dit alles, plus haar tuchtrechtelijk verleden, plus een vergelijkbare zaak waarin op dezelfde dag werd beslist, leidden tot een schrapping in deze en die andere zaak. Maar mr. X kan nog in appel.