De nieuwe basisopleiding was lange tijd een lastig dossier voor de Algemene Raad (AR) van de NOvA, met onder meer kritiek vanuit het CvA. Heet hangijzer was bijvoorbeeld een verplichte entreetoets voor de aankomende advocaat-stagiairs. Die zou te veel afschrikken, zeker ook voor kandidaten met een lager inkomen. Daarop kwam de AR met de vrijwillige basistoets. ‘Hier blijft het risico bestaan van ongewenste selectie’, stelde de CvA-fractie Noord-Nederland woensdag. Algemeen deken Johan Rijlaarsdam benadrukte dat daar geen sprake van is. ‘Wij willen pertinent geen selecterend bar exam. Het gaat om een opfristoets waar zeer beperkte investeringen voor nodig zijn.’
Baliebrede opleiding
Diverse fracties complimenteerden de AR met de prominente rol voor vaardigheden in de vernieuwde beroepsopleiding. Er is discussie geweest met advocatenkantoren over de verdeling tussen de algemene vaardigheden en de specifieke skills die de kantoren hun stagiairs het liefst zelf bijbrengen. ‘Een cursus internationaal onderhandelen is niet voor iedereen relevant’, gaf AR-lid Susan Kaak als voorbeeld. Toch wil de AR de aankomende advocaten zo ‘baliebreed’ mogelijk opleiden. Dat betekent dat gewerkt wordt met gemengde groepen stagiairs van verschillende typen kantoren. ‘Dat is zeker bij de ethische vakken belangrijk’, aldus Kaak.
De vraag kwam vanuit het CvA of de nieuwe opleiding beduidend minder gaat kosten. Er wordt immers dertig procent minder uren lesgegeven en ook het aantal toetsen daalt sterk. ‘Een logische veronderstelling’, aldus Kaak. ‘Maar dat inzicht is er nu nog niet. Zodra wij meer weten, informeren wij u. Overigens kosten de vaardighedentests zoals het moot court weer extra geld.’ Meer zekerheid kwam er tenslotte over de korting die minder vermogende advocatenkantoren kunnen krijgen op het tarief dat ze betalen voor de beroepsopleiding. ‘Daar gaan we wel van uit’, aldus Kaak.