Een advocaat die voor de Haagse raad van discipline moest verschijnen, wraakte drie van de tuchtrechters die over de klacht zouden gaan oordelen. Er werd een wrakingskamer ingesteld en een zitting bepaald. De advocaat wraakte vervolgens vier tuchtrechters van de wrakingskamer en liet weten dat hij op de geplande zittingsdatum verhinderd was.
Maar de zitting ging toch door. De wrakingskamer stelde het tweede wrakingsverzoek buiten behandeling en wees het eerste wrakingsverzoek af. Een volgend wrakingsverzoek zou niet in behandeling worden genomen, zo stond in de beslissing.
De advocaat – inmiddels geschrapt – diende een klacht in tegen mr. X, die als advocaat-lid deel had uitgemaakt van de wrakingskamer. Meewerken aan behandeling van een wrakingsverzoek terwijl je zelf gewraakt bent en weten dat de wraker is verhinderd: dat kon niet, vond de ex-advocaat.
De voorzitter van de Amsterdamse raad van discipline verklaart die klacht kennelijk ongegrond. Als een advocaat in een andere hoedanigheid handelt, is het tuchtrecht wel van toepassing en zal zijn gedrag in het algemeen klachtwaardig zijn als hij daarmee het vertrouwen in de advocatuur schaadt.
Maar het tuchtrecht is volgens de voorzitter niet bedoeld om het werk van een (andere) tuchtrechter te beoordelen. Zo’n klacht zal dus niet snel gegrond zijn. Dat zou alleen kunnen ‘in zeer in het oog springende gevallen, zoals bij het aannemen van steekpenningen. Daarvan is in dit geval echter geen sprake,’ aldus de voorzitter. De klacht is kennelijk ongegrond, maar de verzetstermijn loopt nog.
Overigens kennen de raden van discipline een eigen klachtenregeling, die bij de griffies is op te vragen. Ook het Hof van Discipline heeft een klachtenregeling; die staat online. En dan is er nog de externe klachtenregeling bij de Hoge Raad. Je kunt die regelingen gebruiken om te klagen over bejegening door de rechter, maar niet over (de totstandkoming van) zijn of haar beslissingen.