Holleeder werd vorige maand door de rechtbank van Amsterdam veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Woensdag gaat het hoger beroep van start met een eerste inleidende zitting. Dinsdag publiceerden Janssen en Malewicz het eerste processtuk waarin zij uitleggen waarom Holleeder in hoger beroep is gegaan.
De advocaten zeggen de indruk te hebben dat de rechtbank de ‘kennelijk sterke overtuiging’ had dat Holleeder ‘linksom of rechtsom voor alles moest worden veroordeeld’. In de inleiding uiten zij hun zorg over deze ontwikkeling in de rechtspraak.
Eigen visie
De advocaten zien veranderingen op alle niveaus van de strafrechtspraak. Als voorbeeld noemen ze de Hoge Raad ‘die al geruime tijd consequent nalaat onrechtmatig optreden van politie of justitie te sanctioneren. Keer op keer wordt het recht zo uitgelegd en gebogen dat zelfs wanneer die onrechtmatigheden evident, openlijk en zelfs schaamteloos zijn begaan dat zonder enige consequenties blijft in de zaken van individuele verdachten.’
Volgens Janssen en Malewicz ontstaat steeds vaker de indruk dat de rechter zijn of haar visie op de zaak tot uitgangspunt neemt bij de beoordeling van die zaak. ‘Die visie komt weliswaar voort uit het bewijs, maar is vroeg in de procedure al vergaand uitgekristalliseerd nog voordat de verdachte gehoord is of de verdediging aan het woord is gekomen en heeft zich vrijwel onwrikbaar ontwikkeld op basis van door de politie en het Openbaar Ministerie aangeleverde stukken.’
Afgeserveerd
De advocaten spreken verder over rechters die weigeren met een verdachte in gesprek te gaan en rechters die het voornemen hebben de verdachte te gaan veroordelen. ‘Die gebrek aan bewijs als een vervelende en te beslechten hobbel om tot dat doel te komen lijken te ervaren.’
Ook stellen ze dat sommige vonnissen bijna lezen als een afrekening ‘waarin de verdachte niet wordt beoordeeld maar wordt afgeserveerd. Ze zien rechters die keer op keer alleen maar hard straffen, voorbeelden stellen, leed toevoegen, uithalen, spierballen willen laten zien. ‘Rechters die doen wat burgers zouden doen, daarmee miskennend dat de afstand tot die burgers hen juist onderscheidt en de grondslag vormt van hun autoriteit en van hun mandaat.’ Maatschappelijke verharding is volgens de advocaten het gevolg. ‘Hoe harder de Staat, hoe harder de straat.’