Vlug Huisman Maarsingh is sinds begin dit jaar in navolging van het initiatief van advocaat Sander Janssen van Cleerdin & Hamer bezig om gratis en verlieslatende werkzaamheden zoveel als mogelijk uit te bannen. Sindsdien namen nog maar twee advocaten van het kantoor deel aan het minderjarigenpiket.
Per 1 juni 2019 is echter een wetswijziging van kracht waardoor bij ieder politieverhoor van een minderjarige een advocaat verhoorbijstand moet verlenen. ‘Voor een deel van de sociale advocatuur is dit een verstrekkende verslechtering, waarvan de minister pas deze week in antwoord op kamervragen heeft gesteld “dat hij op korte termijn in overleg treedt” met de advocatuur,’ aldus het kantoor in de verklaring.
Volgens het kantoor getuigt de opstelling van de minister van weinig proactief en daadkrachtig handelen. ‘Van een minister met rechtsbescherming in portefeuille mag ons inziens meer verwacht worden: de minister belijdt met de mond dat rechtsbijstand van groot belang is maar de praktijk staat hiermee in schril contrast.’
Zorgwekkend
‘In strafzaken komt het met grote regelmaat voor dat de overheid van advocaten vergt dat zij gratis werkzaamheden verrichten of zelfs dat zij kosten moeten maken om werkzaamheden te verrichten, zonder dat daar ook maar enige vergoeding tegenover staat,’ stelt het kantoor. De advocaten verwijzen nog maar eens naar de commissie Van der Meer die in 2017 constateerde dat er een urgent probleem is. ‘Desondanks zijn er bijna twee jaar later nog altijd geen noodmaatregelen of iets van dien aard getroffen om aan deze situatie een einde te maken.’
Het kantoor schrijft dat een jeugdrechtadvocaat in de nieuwe situatie rondom jeugdpiket bij een in verzekering gestelde minderjarige voor een minimale en verlieslatende vergoeding drie dagen zijn agenda volledig vrij moet houden. ‘Dat is een onevenredige belasting van onze praktijk die financieel niet anders valt te kwalificeren dan als onzakelijk en onverantwoord. Rechtsbijstand kan niet structureel gebaseerd worden op liefdadigheid van de advocatuur.’ De advocaten verwijzen hierbij ook naar de brandbrief die de Vereniging voor Jeugdrechtadvocaten hierover heeft geschreven.
De strafpleiters vinden het ‘een uitermate zorgwekkende en treurige ontwikkeling dat in in ieder geval het arrondissement Overijssel minderjarige verdachten in de belangrijke fase van politieverhoren nauwelijks nog een beroep kunnen doen op bijstand van een in het strafrecht gespecialiseerde advocaat’. ‘Maar een overheid die op deze schaal dwingt tot het stelselmatig verrichten van verlieslatende activiteiten, geeft geen andere keuze dan deze activiteiten te staken.’