De oppositiepartijen waren het meest uitgesproken. In een gezamenlijke motie, opgesteld door SP-fractieleider Marijnissen, vragen ze de regering ronduit het komende jaar de tarieven van sociaal advocaten te verhogen.
Volgens de voltallige oppositie komt de toegang tot het recht onder druk staat, vanwege de dreigende leegloop van sociaal advocaten, waardoor mensen zonder rechtshulp komen te zitten.
De coalitiepartijen D66 en de ChristenUnie waren iets minder direct. In een gezamenlijke motie vragen de beide fracties het kabinet ‘zo snel mogelijk maatregelen te nemen voor versterking van de rechtsbijstand’. Minister Dekker mag volgens beide partijen niet wachten tot het hele stelsel van de sociale advocatuur is herzien. In hun motie vragen ze het kabinet na te gaan ‘waar de nood het hoogst is’ en welke maatregelen ‘op korte termijn’ kunnen worden genomen.
D66-fractievoorzitter Jetten: ‘Mensen die gebruik maken van de sociale advocatuur zitten te wachten op daadkracht van het kabinet. Nu zijn er grote tekorten. Advocaten overwegen te stoppen met hun werk. Daarmee staat de gezondheid va de rechtsstaat onder druk. Het kabinet moet dit zo snel mogelijk oplossen.’
Tijd
D66 en ChristenUnie zeggen te erkennen dat de herziening van het stelsel tijd nodig heeft. Toch willen de partijen dat het kabinet op korte termijn maatregelen neemt ‘zodat de sociale advocatuur op niveau kan blijven functioneren’.
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers: ‘Of je veel of weinig geld hebt, moet niet uitmaken om je recht te kunnen halen. Sociaal advocaten zorgen dat ook mensen die weinig te besteden hebben, toegang hebben tot de rechter. Het kabinet is aan zet om meer te doen voor de sociale advocatuur, ook nu het stelsel wordt herzien.’
De motie van de oppositie werd zoals verwacht verworpen. De motie van D66 en ChristenUnie kreeg wel een meerderheid achter zich. Dat betekent echter niet dat het kabinet extra geld vrijmaakt. Premier Rutte gaf tijdens de APB zijn eigen uitleg aan de motie. ‘Tijdens de invoering van het nieuwe stelsel houden wij de positie van de deelnemende individuele advocaat scherp in beeld en versterken wij die positie daar waar mogelijk werkendeweg. Dan gaat het niet alleen om het uurtarief. Er is dus geen extra geld. Daar moet ik heel duidelijk over zijn. Dat is hier niet voorzien.’