De dag van de moord spookte de vraag door het hoofd van strafadvocaat André Seebregts: wat zou hij doen als hem gevraagd werd kroongetuige Nabil B. te verdedigen? Of een kroongetuige in een vergelijkbaar proces? Het antwoord luidt tot zijn eigen grote teleurstelling: ‘Zeer waarschijnlijk niet. Ik heb me als advocaat nooit door angst laten leiden. Maar dit is van een andere orde.’
Ook collega Robert Malewicz steekt waarschijnlijk niet zijn hand op als hem die vraag gesteld wordt. ‘Dit kun je niet vragen van een advocaat. Dit werkt zo heftig door in je privé-omgeving. Ik krijg sinds de moord appjes van vrienden en familie met de vraag of ik op wil passen. Mijn vrouw zou niet willen dat ik een kroongetuige verdedig. Ze zou zeker zeggen: dit ga je toch niet doen? Ze zou het vreselijk vinden.’ Malewicz zegt het met pijn in zijn hart: ‘Je wilt niet wijken voor geweld, dat is een heel sterk principe van advocaten.’
Realiteit
Na de schokkende moord op Derk Wiersum is een nieuwe realiteit ontstaan. Daardoor wordt een vraag relevant die tot voor kort als ongepast werd gezien: durven advocaten risicozaken nog aan?
Seebregts raakte als raadsman van terreurverdachten in gevaarlijke situaties verzeild in het Midden-Oosten. ‘In Egypte was ik bang omdat ik me daar op tv kritisch uitliet over het regime. Maar dan hield ik mijn rug recht, dat hoort bij ons vak. Strafadvocaten moeten tegen een stootje kunnen. Maar de risico’s die nu in Nederland zijn ontstaan, zijn aanzienlijk erger.’
Geen aangifte
Ook andere takken van de advocatuur staan bloot aan geweld. Uit een peiling van het Advocatenblad in 2016 bleek dat advocaten in het personen- en familierecht het vaakst met geweld in aanraking komen: ruim 32 procent, tegen ruim 18 procent van de strafrechtadvocaten.
Alexander Leuftink, voorzitter van specialisatievereniging vFAS, maakte het aan den lijve mee. In een echtscheidingszaak werd hij bedreigd door de ex van zijn client. ‘Opeens stond hij met een broodmes te zwaaien in mijn kamer. Roepend dat hij me wat aan zou doen. Hij spuugde in mijn gezicht. Ik stond te trillen op mijn benen.’
Uit de peiling bleek dat tachtig procent van de advocaten na geweldsincidenten aangifte achterwege laat. Leuftink evenmin. ‘Je wilt het niet verder laten escaleren.’ Het overdragen van de zaak doe je ook niet snel. ‘Bij zo’n echtscheiding bouw je een band op met je client. Dan stop je niet als het even tegenzit.’
Anoniem
Welke maatregelen tegen de geweldsdreiging zijn realistisch? Voor de verdediging van kroongetuigen doen diverse suggesties de ronde. Zoals het vormen van een pool van meerdere strafpleiters of het anoniem houden van de identiteit van de advocaat. ‘Het nadeel van deze oplossingen is dat er geen ervaring mee is opgedaan’, stelt Malewicz. ‘Als je daar als advocaat instapt, weet je nooit wat het precieze risico is voor jou en je omgeving.’
Een pool van advocaten vindt hij weinig geruststellend. ‘Het gevaar blijft dat één van de advocaten uit die pool eruit wordt gepikt als slachtoffer.’ Seebregts deelt deze scepsis: ‘Het zal moeilijk zijn om de held te vinden die daar aan meewerkt.’ Het plan voor anonieme advocaten vindt Seebregts kansrijker: in de Verenigde Staten bestaat iets vergelijkbaars. ‘Wanneer daar de inzet van bijzondere bevoegdheden door de inlichtingendienst wordt getoetst, maakt men gebruik van een pool advocaten die eveneens anoniem is.’ Tegelijk kan een kroongetuige zomaar beslissen om jouw identiteit bekend te maken, beseft hij. ‘Het blijft een gevaarlijk verhaal.’
Fort Knox
Betere beveiliging van advocaten in de gevarenzone zet weinig zoden aan de dijk, denken Seebregts en Malewicz. De twijfelachtige trackrecord van justitie en politie boezemt hen, evenals Wiersum, weinig vertrouwen in. ‘Als ik geen gezin had, zou ik zo’n beveiliging eerder aandurven. Maar daar zijn veel klachten over en nu is er deze moord’, zegt Seebregts. ‘Met gezin is het helemaal ondoenlijk: dan moet je bij wijze van spreken ergens anders gaan wonen. Dat belast enorm.’ Malewicz: ‘Je hebt als advocaat nog andere zaken, je wilt naar de voetbalwedstrijd van je zoon. Ik zou het niet doen.’
Bij familieadvocaten is de dreiging van andere aard, maar niet minder reëel. ‘Bij onze leden leeft nu het besef dat iedereen iets ernstigs kan overkomen’, aldus vFAS-voorzitter Leuftink. Hij wil dat advocaten onderling vaker praten over mogelijke geweldsscenario’s. Een scherper veiligheidsprotocol op kantoor kan ook bijdragen, denkt Leuftink. ‘Nadat ik bedreigd werd, stelde ik de vraag: hoe kan zo’n man opeens voor mijn neus staan? Daar zijn betere afspraken over gemaakt.’ Het beveiligen van kantoren kent grenzen, weet Leuftink: ‘Regelmatig is het kantoor aan huis, daar kun je geen fort Knox van maken.’
Frontlinie
Blijft over de gewetenswroeging. Buigen voor geweld druist fundamenteel in tegen het ethos van een advocaat. ‘Ik voel me zeer geconflicteerd’, vertelt Seebregts. Ik heb me altijd voorgenomen dat nooit te doen. Nu is die grens toch bereikt.’ Malewicz voelt hetzelfde. Hij voegt er aan toe: ‘Het is makkelijk om te zeggen dat niemand moet wijken voor terreur. Maar het zijn de advocaten die in de frontlinie staan. Daar hebben ze niet om gevraagd.’