Het kan al sinds 2015, maar tot nu toe was de tuchtrechter erg schuchter met het opleggen van geldboetes. Op tuchtrecht.nl vind je zes uitspraken in vijf zaken. Drie daarvan gaan over voorwaardelijke boetes, bedoeld als stok achter de deur: mr. X moet betalen als hij de schade van zijn cliënt niet vergoedt of niet aan de eisen van de deken voldoet. In één geval legt de tuchtrechter een boete op voor het niet halen van opleidingspunten, omdat de deken bij die overtreding van de Verordening op de Advocatuur ook het pad van de bestuurlijke boete had kunnen volgen.
Maar nu is er een uitspraak gepubliceerd (van 15 april 2019) waarin voor het eerst als pure, onvoorwaardelijke tuchtrechtelijke maatregel een boete van € 5.000 wordt opgelegd. De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden trof daarmee mr. X, die volgens de raad in de hoedanigheid van feitelijk stichtingsbestuurder met notulen had geknoeid en de vervalste notulen in een procedure had ingebracht. Bovendien had mr. X een klacht ingediend tegen een collega om oneigenlijke redenen: het had er alle schijn van dat mr. X de klachtprocedure alleen was begonnen omdat hij met de vader van de betrokken advocaat nog een appeltje had te schillen.
Mr. X was eerder al herhaaldelijk geschorst, en dat had blijkbaar geen effect – nu vond de raad de tijd dus rijp voor een boete.
Gaat het de kant op die oud-voorzitter van het Hof van Discipline Joost van Dijk voor ogen heeft? Hij zei onlangs in het Advocatenblad: ‘Een berisping of schorsing doet vaak te weinig. We moeten naar boetes, dat snappen ze. Bij een schorsing gaan ze een maand op vakantie met het gezin en daarna weer gewoon door. Maar als je een boete van drie mille krijgt, voel je dat als kleiner kantoor. Dan denk je Potdomme, dat doe ik geen tweede keer.’
Of veel advocaten een schorsing opvatten als vakantie valt te bezien. Voor degenen die de beroepseer echt zo weinig kan schelen werkt een boete misschien beter. Of wil je zulke types liever überhaupt niet in de beroepsgroep?
Hoe dan ook, één zwaluw maakt nog geen zomer, of – zo u wilt – één smient nog geen winter. Bovendien moeten we nog afwachten wat er in appel gebeurt, want mr. X ging in beroep.