Aanleiding voor de uitspraak is het hoger beroep in een vreemdelingenzaak, waarin bezwaar wordt gemaakt over de manier waarop rechtbanken uitspraken openbaar maken.
De rechtbanken maken via het uitsprakenregister een lijst met gegevens bekend van uitspraken in asiel- en bewaringszaken. Die gegevens zijn onder meer de uitspraakdatum, zittingsplaats en zaaknummer. Het register bevat echter geen inhoudelijke informatie over de uitspraken. In het register kan een belangstellende niet nagaan wat de uitkomst van de procedure is en om welke redenen. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt deze wijze van openbaarmaking van uitspraken niet toereikend. Het is voor belangstellenden niet mogelijk een bepaalde uitspraak op eenvoudige wijze te raadplegen. En dat is wel het uitgangspunt; het publiek moet op eenvoudige wijze toegang hebben tot de volledige tekst van uitspraken, luidt het oordeel.
Oude werkwijze
De Raad voor de rechtspraak wil op termijn alle uitspraken online publiceren. Vanwege de grote werklast die daarmee gepaard gaat, onder meer door het anonimiseren van al die uitspraken, is dat nog niet haalbaar.
Op de zitting in september zei de Rechtspraak voorlopig terug te zullen keren naar de oude werkwijze, als het uitsprakenregister niet voldoet. Die oude werkwijze houdt in dat uitsprakenzittingen worden gehouden. Van die zittingen wordt dan een proces-verbaal gemaakt, zodat duidelijk is in welke zaken uitspraak is gedaan. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt dat wel adequaat. De Rechtspraak krijgt acht weken de tijd om de oude werkwijze weer op te pakken.
Het is niet de eerste keer dat de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de wijze waarop uitspraken openbaar worden gemaakt, niet toereikend is. In april oordeelde de Raad van State dat het zaakverloopregister ook niet voldeed aan de eisen.