‘Een familiedrama. De vrouw was in haar slaap door haar schoonzoon met een mes gestoken. De dader vluchtte, haar echtgenoot schrok wakker. Naast hem lag zijn vrouw met een mes in haar borst. De dochter kwam de slaapkamer binnenrennen. Overal bloed, 112 bellen, vergeefs proberen de wond te stelpen.’

Richard Korver (1970) is gespecialiseerd in slachtofferrecht, maar deze zaak springt eruit. ‘Toch kreeg mijn cliënt geen smartengeld, omdat hij zich in die traumatische omstandigheden zo sterk had gehouden. Hij had volgens de rechter geen shockschade opgelopen. De dochter kreeg € 7.500. Wat is een mensenleven dan waard, vraag je je af.’
Arno de Kort (1961), gespecialiseerd in medische geschillen, komt ook zaken tegen waarbij de nabestaanden met lege handen achterblijven. Hij vertelt over een jonge moeder met pijn op de borst. De huisarts stuurde haar weg met paracetamol en weigerde langs te komen toen de klachten erger werden. Ze overleed. ‘Bij het medisch tuchtcollege bleek dat de arts zich niet aan het protocol had gehouden. Hij werd berispt. Maar de vrouw was vanwege de kinderen gestopt met werken, dus de weduwnaar kreeg alleen de kosten van de uitvaart vergoed. Dat is schrijnend.’
Shockschade
Tot dit jaar werd aan nabestaanden alleen materiële schade en shockschade vergoed. Een wetsvoorstel om smartengeld voor nabestaanden te regelen, sneuvelde in 2010. De Eerste Kamer was bang voor ‘Amerikaanse toestanden’. Vorig jaar werd een nieuw voorstel alsnog aangenomen. De nabestaanden zijn nu beperkt tot partners, ouders en kinderen. Er zijn verschillende categorieën voor slachtoffers die door een ongeluk, fout of misdrijf om het leven komen of blijvend ernstig letsel oplopen. Het maximum standaardbedrag is na onderzoek onder ervaringsdeskundigen verhoogd van € 10.000 naar € 20.000.
De wet regelt de affectieschade die is ontstaan sinds de inwerkingtreding begin dit jaar, dus het is nog te vroeg voor jurisprudentie. Maar tijdens de lange ontstaansgeschiedenis van de wet is met de schadebedragen al de nodige ervaring opgedaan. Zo kon Liesbeth Zegveld (1970) al in 2011 het maximum schadebedrag uit de wet (€ 20.000) schikken voor de weduwen uit Rawagede. ‘Eerst zaten we op € 25.000, maar de vrouwen waren bereid te zakken als de Nederlandse overheid openlijk excuses zou maken voor het bloedbad.’

De Indonesische voorpagina’s met dat baanbrekende nieuws hangen ingelijst in de wachtkamer van Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers, naast de krantenkoppen over Zegvelds overwinning in het Srebrenica-dossier. In 2013 bepaalde de Hoge Raad dat Nederland aansprakelijk was voor de dood van drie moslimmannen die op de compound hadden gewerkt. Ook in deze zaak kwam de landsadvocaat vervolgens met het aanbod van € 20.000 voor de nabestaanden. Maar nu viel het bedrag helemaal verkeerd. ‘We moesten dat aanbod via de pers vernemen,’ herinnert Zegveld zich: ‘Mijn cliënten ervoeren dat als een klap in het gezicht, na elf jaar procederen. Een schadebedrag is heel persoonlijk, bijna weer een oordeel over de zaak zelf. Ik heb een boze brief geschreven. We zijn daarna uitgenodigd voor een gesprek met toenmalig minister van Defensie Hennis. Dat was heel positief. De nabestaanden mochten uitleggen met welke kosten ze zaten. Het uiteindelijke bedrag kan ik niet noemen, maar de minister voerde die onderhandelingen zelf. Ze wilde de zaak snel en humaan afsluiten.’
Duikongeluk
Ook in het arbeidsrecht kan de prijs van een mensenleven relevant worden. Michael Ruperti (1972) van Cleerdin & Hamer Advocaten wikkelde vorig jaar drie geruchtmakende claims tegen Defensie af: de Mali-zaak, waarbij twee militairen verongelukten bij een oefening met een ondeugdelijke mortiergranaat, het ongeluk op een schietbaan in Ossendrecht, waarbij een commando werd doodgeschoten en een fataal duikongeluk dat het leven kostte van een matroos. ‘De onderhandelingen verliepen heel erg stroef,’ vertelt Ruperti: ‘De aansprakelijkheid was vastgesteld, maar toch zei de landsadvocaat: de nabestaanden hebben recht op niets. Alleen de partners worden gecompenseerd voor het wegvallen van een kostwinner. Toen mijn cliënten woedend werden, boden ze aan om vooruit te lopen op de nieuwe wet. Maar het bedrag van € 20.000 voelde als een belediging voor mijn cliënten. Een schijntje. Deze ongelukken waren het gevolg van bezuinigingen. Als het dan fout gaat, wordt er ook zuinig gedaan met schadevergoeding en verschuilt de staat zich achter een wet die ze zelf gemaakt heeft. Dat voelde niet goed.’
Als oud-militair en veteraan knapte Ruperti af op de ‘ijzige’ houding van de wederpartij. ‘De militairen van hoog tot laag steunden ons, maar de ambtelijke top was formeel en kil. Die leeft in een eigen wereld. Het kostte maanden en jaren voor men het woord aansprakelijkheid in de mond wilde nemen. Vlak voor het Kamerdebat over het onderzoeksrapport in de Mali-zaak belden ze opeens of de nabestaanden nog snel even met de minister wilden praten. Dat hebben we afgehouden. Toen is de minister afgetreden.’
Samen met de nabestaanden werd Ruperti wel ontvangen door de Vaste Kamercommissie voor Defensie. ‘Ik zei: dit is de Wet vergoeding affectieschade die jullie hebben aangenomen. Maar in dit concrete geval vonden de parlementariërs de bedragen belachelijk laag. Ze waren allemaal verontwaardigd. Een Kamerlid verdient die € 20.000 in twee maanden.’
Uiteindelijk is met Defensie voor een aanzienlijk hoger bedrag geschikt. ‘Het bedrag mag ik niet noemen,’ zegt Ruperti: ‘Het is nog steeds niet bevredigend, maar er moest een streep onder. We zijn niet uitgegaan van het aansprakelijkheidsrecht of de nieuwe wet, maar van de morele verantwoordelijkheid van de overheid als werkgever.’
Misdrijf
Ook bij moordzaken kan de nieuwe wet een rol gaan spelen, zelfs bij zogenaamde afrekeningen. Ook criminele slachtoffers laten vaak partners en kinderen na. ‘Wij doen regelmatig zaken voor nabestaanden,’ vertelt Korver: ‘Moord blijft moord, het is strafbaar. Een nabestaande kan net zoals iedereen € 5.000 aanvragen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Het wordt soms geweigerd, soms toegekend. Je kunt er zelfs inkomensderving vragen tot € 30.000. Een crimineel heeft vaak ook legale inkomsten. En als de dader gepakt wordt, zou je in theorie nu ook een vordering voor affectieschade kunnen voegen in de strafzaak.’
Hij stond ook de nabestaanden bij in de strafzaak rond Mitch Henriquez, die in 2015 in Den Haag om het leven kwam bij een arrestatie. ‘Ik krijg brieven van mensen die bang zijn dat Henriquez werd aangepakt vanwege zijn huidskleur,’ zegt Korver: ‘De nabestaanden zijn getraumatiseerd door de ontluisterende videobeelden van het incident. De wet is nog niet van toepassing en daarom eisten we in hoger beroep € 20.000 shockschade en € 17.500 affectieschade.’ Beide vorderingen werden door het hof afgewezen. De shockschade was onvoldoende onderbouwd, vond de rechter. Daarbij had Henriquez door zijn verzet tegen de arrestatie 25 procent eigen schuld. Ze krijgen alleen een deel van hun reiskosten vergoed.
De nieuwe wet voorziet in een leemte, daar is iedereen het over eens, omdat nabestaanden nu niet meer met lege handen achter hoeven te blijven. ‘Jammer dat broers en zussen van het slachtoffer niet in de wet zijn meegenomen, maar ik ben blij dat er nu wel iets geregeld is,’ zegt Korver: ‘Sinds de invoering van de euro zijn loterijprijzen gestegen als waardering van geluk, maar immateriële schadevergoedingen als waardering van pech gaan achteruit, zo betoogde het Hof Arnhem in een arrest. Deze wet is weer een stap vooruit.’
Ruperti vindt dat de wet tekortschiet wanneer er sprake is van schuld of verwijtbaarheid. Hij pleit voor een equivalent van de Angelsaksische punitive damages. ‘Zeker bij schuld van de overheid willen de nabestaanden ook iets van boete zien. Wat mij betreft, mag het bedrag dan wel het vijf- of tienvoudige zijn van die € 20.000.’
‘De wet zet een duidelijke norm,’ vindt Zegveld. ‘Onderhandelen over de prijs van een mensenleven voelt uitermate onaangenaam, maar het moet soms wel gebeuren. Die standaardbedragen helpen daarbij. De slachtoffers hebben geleden, dus degene die betaalt, moet er ook onder lijden. Maar het bedrag kan toch nooit in verhouding staan tot de dood van de dierbare. Dus op een gegeven moment is het ook wel weer genoeg. Voor de rest is het bedrag redelijk willekeurig. € 20.000 is een fors bedrag. Je kunt er wat mee.’