‘Je bent knettergek’, hoorde FIOD-projectleider Peter van Leusden eerder dit jaar na zijn pleidooi voor een actievere rol van advocaten in het opsporingsonderzoek naar fraude. Ook het publiek in de Haagse sociëteit De Witte is sceptisch, blijkt als debatleider Ferry Mingele een peiling houdt. Slechts een paar handen gaan omhoog als steun. Panellid Petra van Kampen, AR-lid bij de NOvA en hoogleraar strafrechtspraktijk, benadrukt het principiële bezwaar: ‘Dit is het werk van een opsporingsinstantie. De advocaat dient het belang van zijn cliënt: partijdigheid is een kernwaarde. In de opsporing staat het staatsbelang voorop, daar moet je geen andere belangen doorheen filteren.’

Dat principe kent Van Leusden. Maar hij wil pragmatisch zijn, in het belang van de samenleving. ‘Het gemiddelde FIOD-onderzoek duurt vier tot zes jaar, dat is te lang en zorgt voor veel onkosten. Met hulp van een advocaat en zeker ook de forensisch accountant kan dat veel sneller.’ Met name bij de waarheidsvinding kunnen advocaten een actieve rol spelen, stelt hij. ‘Als een bedrijf ongelukkig is met een corrupte deal in Thailand en de rotte appels wil ontslaan, kunnen we bij het dataonderzoek best een advocaat en accountant inschakelen.’

Gouden bergen

‘Partijdig’ fraudeonderzoeker doet wenkbrauwen fronsen

Kunnen advocaten wel objectief feitenonderzoek doen als zij de belangen van hun cliënt moeten behartigen?

Michiel van Nispen, SP-Kamerlid, ziet de noodzaak van sneller werken, maar investeert liever in meer mensen bij de FIOD en het OM. Collega-Kamerlid Jeroen van Wijngaarden (VVD) is ook huiverig voor een te grote rol van de advocaat. ‘Maar actieve medewerking aan de opsporing is soms in het belang van een bedrijf. In de Verenigde Staten wordt je voor self-reporting beloont met een strafkorting. Een interessante idee, maar voor nu moeten we geen gouden bergen beloven.’

‘Het is voor grote internationale bedrijven niet makkelijk om een fraudezaak onder het tapijt te vegen’, vertelt een advocaat uit het publiek. ‘Als het koersgevoelig is staat het snel in de krant, de accountant ziet onregelmatigheden in het jaarverslag. Een telefoontje naar het Financieel Dagblad of de FIOD is snel gepleegd.’ Daarom vindt hij een actievere rol van advocaten geen gek idee. Een strafrechtadvocaat valt hem bij: ‘Bedrijven geven op zitting aan dat ze hadden ingegrepen als ze eerder wisten van de fraude. Die willen zo’n zaak zo soepel mogelijk oplossen, daar heeft een advocaat een taak in. Een derde collega is kritischer: ‘Er wordt net gedaan of het om blanco fraudeonderzoek gaat. Maar het is een bekentenis die ze selectief onderbouwen met stukken. Net zoals de burger die spijt heeft van zijn spaarcentjes in Luxemburg.’

Verweesde samenleving

De spanning tussen wetgeving en praktijk loopt ook als een rode draad door het tweede dispuut: hoe kunnen de vele procedures die de overheid zelf aanspant, verminderd worden? Een taaie vraag waar politici, bestuursorganen en wetenschappers zich al decennia op stuk bijten. ‘Ik zie het als schaduwzijde van de verzorgingsstaat’, aldus VNG-directeur Jantine Kriens, die de discussie inleidt. ‘Mensen werden als uniek en gelijk beschouwd door de wetgever. Daardoor kregen ze meer kansen, maar de regelgeving werd veel complexer.’ Ze haalt Pim Fortuyn aan, met wie ze in de Rotterdamse gemeenteraad zat. ‘Dat leidt tot een verweesde samenleving waarin gewone mensen zich niet meer herkennen.’

Kriens beschrijft enthousiast enkele oplossingen, die gemeen hebben dat er creatief wordt omgegaan met wet- en regelgeving. Zoals ‘de geniale zet’ van toenmalig minister van Financiën Zalm die 20 miljoen AWBZ-geld beschikbaar stelde voor de opvang van drieduizend Rotterdamse dak- en thuislozen. Of de gesprekken aan de keukentafel waarin gemeenteambtenaren samen met burgers flexibel maatwerk afspreken. Dat laatste vindt VVD’er van Wijngaarden positief. ‘Ambtenaren zijn te veel getraind in iedereen gelijk behandelen en procederen door tot aan het gaatje. Maar moet je wel tot aan de Raad van State?’

Naming and shaming

Bepaalde gemeenten zijn berucht, weet panellid Matthijs Vermaat, advocaat gezondheidsrecht en sociale zekerheid. ‘Daar kun je gif op innemen dat er ruzie komt. Die durven niet buiten de lijntjes te kleuren.’ Minister Dekker voor Rechtsbescherming overweegt daarom een top-tien te publiceren van bestuursorganen die het meeste procedures aanspannen. Werkt deze naming and shaming, vraagt Mingele. ‘Prima, maar laat ook de goede voorbeelden zien’, vult panellid en jeugdrechtadvocaat Sanne van Oers aan. ‘En verhoog de proceskostenveroordeling, dat ontmoedigt.’

Stijn Dunk

Redacteur Advocatenblad

Profile page
Advertentie