Advocaat Marie-José Gilsing (48) werkt sinds drie jaar in Leiden, in een kantoor met uitzicht op het Rapenburg. ‘Er komen hier kleuterklasjes langs op weg naar het Rijksmuseum van Oudheden, studenten, toeristen, het is echt een leuke plek,’ vertelt Gilsing over haar kantoor. Lopend langs een mooi hofje, een zoektocht naar de voormalige rechtbank, is ze helemaal weg in ‘eigen’ stad. Gilsing heeft sinds zes jaar een eigen kantoor, ze deelt kantoorruimte met een collega-advocaat. Ze begon ooit in een sectie ondernemingsrecht, werkte in het jeugdrecht, strafrecht en deed civiele cassaties, maar haar eindbestemming vond ze in het personen- en familierecht en jeugdrecht. ‘Ik vind het stimulerend en inspirerend om cliënten in familiezaken bij te staan. Ik wil mensen vooruithelpen, dat kan in een echtscheiding of andere familiezaak goed. Daarin moet je het juridisch zo afhandelen dat ze ook weer verder kunnen. En deze cliënten zijn ook enigszins te coachen.’
Coachen, het woord valt niet voor het eerst in het gesprek, Gilsing is er vol van. Ze benadert het onderwerp zakelijk, ervan overtuigd dat elke advocaat zich beter met zijn of haar persoonlijkheid kan profileren dan puur met de vakinhoud en professionele vaardigheden. ‘Coaching is een manier om jezelf beter te leren kennen en daardoor beter te worden in je werk. Je voorkomt er tegelijkertijd mee dat je vastloopt.’ Het idee dat je alleen naar een coach gaat als het niet goed gaat, vindt ze achterhaald. ‘Coaching maakt je sterker en voorkomt dat je in de stress komt. Kantoren kunnen het ook inzetten om te groeien en zich scherp te positioneren. Wil je dat goed doen, dan moeten eerst de advocaten zelf een antwoord hebben op de vraag wie ze zijn.’
Gilsing gelooft sterk dat advocaten kunnen groeien als mens en professional door zich te laten coachen, maar geeft eerlijk toe dat haar missie nogal eens strandt bij de maatschapsvergadering, die andere prioriteiten stelt. ‘Ik zou ze graag inspireren om te investeren in hun medewerkers, maar ze zien persoonlijke ontwikkeling als een kostenpost.’ En dat terwijl de cliënt op zoek is naar een betaalbare, empathische specialist, parafraseert ze onderzoek van het Advocatenblad uit 2018. ‘Kantoren kijken naar hun businessmodel en de vakinhoud, maar aan empathisch vermogen wordt niets gedaan. Het mooie van empathie, of emotionele intelligentie, is dat je die kunt trainen.’
Gilsing spreekt regelmatig advocaten die merken dat ze in een vastgeroest patroon zitten. ‘Mensen handelen en gedragen zich vaak naar overtuigingen die ze in de loop van hun leven hebben opgedragen gekregen, van school, van hun ouders. Naar die overtuigingen zijn ze gaan leven. Ze merken dat ze daar zelf helemaal niet achter staan, maar dat ze ernaar zijn gaan leven. Iemand komt bij mij als het op meerdere terreinen in zijn of haar leven niet lekker loopt, dat hoeft niet alleen in het werk te zijn. Vergelijk het met een ezeltje dat rondjes draait in een groef en steeds verder vast komt te zitten. Er is lef voor nodig om uit dat patroon te stappen.’
Opstand
Het klinkt aanlokkelijk, een heel kantoor met zelfbewuste, empathische advocaten. Maar: ‘De partners denken dat er opstand ontstaat als iedereen zijn grenzen gaat aangeven. Dat is absoluut niet zo. Veel kantoren hebben last van verloop van personeel. Dat komt omdat de medewerkers ervaren dat ze hun situatie niet bespreekbaar kunnen maken. En wat doen ze dan? Of ze melden zich ziek of ze stappen eruit. Terwijl, als je als werkgever investeert in hen als mens, creëert dat een enorm gevoel van loyaliteit en wederkerigheid. Als ze de ruimte krijgen om aan zichzelf te werken, zullen ze dat nooit misbruiken, maar alleen aangrijpen als het nodig is.’ Volgens Gilsing zit het gebrek aan loyaliteit van medewerkers de ontwikkeling van het kantoor ook in de weg. ‘Een veelgehoorde klacht van de partners is dat de advocaten niet echt aan acquisitie doen. Dat komt omdat ze niet intrinsiek gemotiveerd zijn om jouw business vooruit te helpen. Ze denken: het zal mijn tijd wel duren.’
Zelf heeft ze in haar loopbaan steeds geïnvesteerd in persoonlijke ontwikkeling, vertelt Gilsing. ‘Toen ik in 1998 begon als advocaat was er geen enkele begeleiding op persoonlijk vlak. Ik heb daar altijd tijd en energie in gestoken en naarmate ik als privépersoon sterker werd, had dat ook invloed op mijn functioneren als professional. Ik krijg naast positieve feedback op de vakinhoud vooral mooie feedback op het persoonlijke vlak. Laatst zei een cliënt dat ik me zo goed kon verplaatsen in wat de zaak voor haar betekent en haar gevoel mooi in een brief had verwoord. Dat is fijn om te horen, dan heb ik echt geleverd wat ze verwachtte.’
Gedurende de wandeling zoekt Gilsing het oude gerechtsgebouw in de Leidse binnenstad. Als ze poseert voor de fotograaf, ziet ze bij toeval het beeld van Vrouwe Justitia. Geïnspireerd door de leidsvrouw vertelt ze hoe ze het collega’s gunt om uit vastgeroeste patronen te komen. ‘Niet alleen dit beroep is van oudsher erg gefocust op feiten, bewijs, procedures, in de hele maatschappij is er meer aandacht voor het cognitieve dan het emotionele. Hoe kan het dat zoveel advocaten burn-out raken, gestrest zijn, dat er veel verloop is van personeel? Dat zijn allemaal signalen dat ze niet erg op hun plek zijn.’ Het liefst zou ze een heel kantoor onder handen nemen. ‘Mijn handen jeuken, omdat ik weet dat coaching die kantoren ongelooflijk veel gaat opleveren. Ze krijgen bevlogen medewerkers die met plezier naar hun werk gaan en daardoor ook harder en loyaler werken, uit zichzelf. En de cliënten zijn veel tevredener.’
Marie-José Gilsing
2013-heden Orbis Advocatuur, De Cirkel coaching
2000-2013 De Boorder & Gilsing Advocaten
1999-2000 Alt & De Boorder Advocaten
1998-1999 Hekkelman Terheggen & Rieter Advocaten
Alleenstaand, twee kinderen