In Rotterdam-Zuid woont een kwetsbare groep inwoners die relatief vaak in aanraking komt met juridische problemen en gesubsidieerde rechtsbijstand,’ zegt Loes van der Wees. Ze is als officier van justitie nauw betrokken bij het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Dat wil het opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en woonkwaliteit in Rotterdam-Zuid opvijzelen naar het gemiddelde van de vier grote steden in Nederland.
Bij het NPRZ werken Rijk, corporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, het bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie nauw samen. ‘In Rotterdam-Zuid hangen de juridische problemen vaak nauw samen met sociale problematiek,’ vult Van der Wees aan. ‘Daarom hebben we een specifieke aanpak voor deze bewoners geformuleerd. Het doel is dat er een betere samenwerking komt tussen de wijkteams en de juridische hulpverlening. Kortere lijntjes moeten zorgen voor een snellere en betere oplossing voor de cliënt.’
Hillesluis
Begin dit jaar is Van der Wees samen met minister Dekker (Rechtsbescherming) in Rotterdam-Zuid gaan kijken. Voor Dekker is de Rotterdamse pilot belangrijk in zijn zoektocht naar een ander stelsel voor gefinancierde rechtsbijstand.
Tussen april en juli kwamen het wijkteam van Hillesluis, een sociaal advocatenkantoor, het Juridisch Loket, welzijnswerk – Humanitas – en de Vraagwijzer/Sociaal Raadslieden vier keer bij elkaar om op basis van casuïstiek een werkwijze voor de pilot te ontwikkelen. In die werkwijze wordt voor zaken die bij het sociale wijkteam binnenkomen, gekeken of er juridische aspecten aan het probleem van de rechtzoekende zitten. Daarvoor sluiten medewerkers van het Juridisch Loket of de Sociaal Raadslieden wekelijks aan.
De juridisch hulpverlener kan als dat nodig is zelf hulp bieden of doorverwijzen naar meer specialistische juridische hulp van een advocaat. Om een goede inschatting te maken, kan telefonisch advies van een advocaat worden ingewonnen. Eind september ging het licht op groen. De pilot heeft een looptijd van één jaar.
Huiselijk geweld
‘Neem het voorbeeld van huiselijk geweld,’ legt Van der Wees uit. ‘Zo’n probleem kun je op verschillende manieren benaderen. Het wijkteam zal zo’n gezin helpen door te gaan praten en door er wellicht op aan te dringen dat vader en moeder tijdelijk apart gaan wonen. Maar als er al direct juridische hulp beschikbaar is, kan er óók gekeken worden naar wie er bijvoorbeeld het gezag heeft over de kinderen, hoe de alimentatie geregeld moet worden en of vader wellicht strafrechtelijk vervolgd kan worden als er sprake is van mishandeling. Je krijgt een veel completer beeld. Als cliënt, maar ook als professional. Op basis daarvan kunnen snellere, en wellicht betere beslissingen genomen worden.’
Kosten en baten
Elk kwartaal zal er getoetst worden of de werkwijze zo nodig zal moeten worden aangepast. Met alle betrokkenen wordt gekeken wat goed gaat en wat verbetering nodig heeft. Voor de monitoring van de pilot is onderzoeksbureau Significant ingeschakeld. Dat doet kwalitatief onderzoek door onder andere tien zaken van begin tot eind te volgen en door interviews te houden met betrokken rechtzoekenden en professionals. Ook wordt gekeken naar data, zoals doorlooptijden van zaken en aantal afgegeven toevoegingen in Hillesluis.
De vragen die in de pilot beantwoord moeten worden zijn: leidt de samenwerking tot betere verbindingen tussen sociaal en juridisch domein? Leidt dat tot snellere en meer integrale oplossingen voor mensen in Hillesluis? En: wat kost deze werkwijze aan (extra) tijd van de juridische en niet-juridische hulpverleners? Op deze manier worden kosten en baten van de nieuwe werkwijze zo goed mogelijk in beeld gebracht.
Officier van justitie Loes van der Wees: ‘Ik verwacht echt dat mensen op Zuid dankzij deze intensievere samenwerking tussen wijkteam, Juridisch Loket, sociaal raadslieden en sociale advocatuur sneller en beter geholpen worden. De mensen op Zuid staan centraal in deze pilot, het is hun belang waar we met z’n allen voor werken. De eerste signalen zijn veelbelovend. De professionals die aan de voorbereiding van de pilot hebben meegewerkt, merken al verschil. Over een jaar weten we of de werkwijze daadwerkelijk succes heeft. De bedoeling is deze werkwijze, waar nodig met aanpassing op basis van de lokale situatie, ook te gebruiken op andere plekken in Nederland met een vergelijkbare groep inwoners.’
Daar is advocaat Ria van Seventer, van Meesters aan de Maas Advocaten, het helemaal mee eens. Van Seventer hoefde niet lang na te denken toen ze gevraagd werd zich te verbinden aan de pilot. ‘De doelgroep van ons advocatenkantoor is dezelfde doelgroep als die van de pilot: namelijk mensen in Rotterdam-Zuid met een kleine portemonnee die vaak op meerdere gebieden problemen hebben. Ze zijn bij wijze van spreken onze achterburen en we dragen deze cliënten een warm hart toe. Om die reden werken wij – indien mogelijk – eigenlijk altijd al nauw samen met andere professionals. De pilot sluit hierop aan en we vinden het dan ook een goed initiatief. Ik werk sinds 2013 op Rotterdam-Zuid, maar voor het eerst heb ik een lijst met telefoonnummers van wijkteams. Voorheen moest ik de gemeente bellen via het algemene nummer. Alleen al zo’n lijst zorgt ervoor dat de lijntjes heel kort worden. Dat je elkaar leert kennen en sneller de telefoon pakt om een casus te bespreken. Op die manier kun je je cliënt beter helpen. Het doel van de pilot is dan ook dat de samenwerking tussen de verschillende professionals “normaler” gaat worden en meer gestructureerd zal verlopen. En dat we elkaar ook leren vertrouwen.’