De gedupeerde cliënt is een Bosnische vrouw die in 2011 op reis in Kenia een zwaar ongeluk kreeg. Zij wilde de schade van het ongeluk verhalen op een in Nederland gevestigde reisorganisatie. In het voorjaar van 2014 werd contact gelegd met het advocatenkantoor, onder meer via een gesprek waarin de vrouw een machtiging voor het kantoor ondertekende.
Het onderlinge contact loopt voornamelijk via een letselschadejurist die bij het kantoor werkt. De cliënt gaat ervan uit dat deze professional een advocaat is, onder meer vanwege het woord ‘laywer’ op de machtiging. Ook ondertekende de jurist haar e-mail onder de bedrijfsnaam met daarin het woord ‘Advocaten’. Al met al was het volgens de Raad van Discipline Gelderland onvoldoende helder dat het geen advocaat betrof. Dit had het kantoor aan de cliënt duidelijk moeten maken.
Kantoororganisatie
Het zonder voldoende toezicht overlaten van je praktijk aan een medewerker die geen advocaat is, wordt in het tuchtrecht gezien als een aspect van de kantoororganisatie. Daarom kan het kantoor als totaliteit worden aangesproken op deze tekortkoming. Daar heeft de Raad een boete van tienduizend euro aan gekoppeld. Daarnaast is de advocaat, onder wiens verantwoordelijkheid dit plaatsvond, berispt.
Bij het opleggen van de boete en de berisping is nog een nalatigheid meegerekend. Na de intake van de zaak heeft het kantoor verzuimd om de zaak verder te behandelen. Hierover werd de cliënt niet geïnformeerd. Vermoedelijk ging de betrokken letselschadejurist er vanuit dat aansprakelijkheid van de reisorganisatie geen haalbare zaak was. Maar daarvan had zij de cliënt op de hoogte dienen te stellen, aldus de Raad. De eindverantwoordelijke advocaat had hierop moeten toezien.