
Vijfentwintig asieladvocaten op Lesbos, meer zullen het er niet zijn, schat Kafkoutsou in. Ze werkt voor de Greek Council for Refugees (GCR) die met vier advocaten, vier vertalers en een sociaal werker op het Griekse eiland aanwezig is. ‘Per advocaat kun je zo’n tien tot twintig nieuwe zaken per maand aan. Met 17.000 asielzoekers op het eiland betekent dit dat de overgrote meerderheid van de asielzoekers het zonder rechtshulp moet doen.’ Een heel ander beeld dan de autoriteiten schetsen. De politie, verantwoordelijk voor de eerste registratie van binnenkomende asielzoekers, houdt vol dat iedereen die dat wil juridische bijstand kan krijgen.
Kafkoutsou: ‘Er zijn naast de Griekse advocaten ook buitenlandse juristen die worden ingezet door NGO’s om vluchtelingen te adviseren, maar zij mogen niet alle proceshandelingen verrichten.’ Is dat zinvol, advisering door juristen zonder Griekse achtergrond? ‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat het beter is dan niets. Het is ontzettend belangrijk dat asielzoekers op hun interview met de beslisinstantie worden voorbereid. Je moet van te voren weten dat ze je heel precieze vragen gaan stellen over je achtergrond, je leven voor de vlucht, je reis.’
Maar het gaat niet alleen om wat de asielzoeker vertelt. ‘We merken dat de autoriteiten hier verwachten dat mensen in hun plaatje passen, terwijl iedereen anders is en anders reageert. Het is heel goed mogelijk dat een slachtoffer van verkrachting zijn of haar verhaal niet huilend, maar lachend vertelt. Dat is geen ongewone reactie voor iemand die is getraumatiseerd. Als interviewers daar niets over weten, kunnen ze denken dat de betrokkene liegt. Want als je verkracht bent, lach je toch niet?’
Dat klinkt nogal naïef, maar je kunt er maar beter rekening mee houden. ‘De meeste mensen hebben geen bewijsmateriaal om hun verhaal te onderbouwen. Ze hebben het nooit gehad of ze zijn het onderweg kwijtgeraakt. Het komt er dus op aan of je verhaal geloofwaardig is. Het moet eerlijk klinken, consistent zijn en niet geconstrueerd.’
Hoe asielzoekers zich presenteren hangt sterk af van hun achtergrond. ‘Ben je verlegen of open, wat is je opleiding, kom je uit de stad of van het platteland? Het speelt allemaal mee. In de UNHCR Guidelines is een van de hoofdregels dat je rekening houdt met culturele verschillen. Als je bijvoorbeeld een Arabische vrouw vraagt hoe ze haar man heeft leren kennen zal ze waarschijnlijk ongemakkelijk glimlachen en het moeilijk vinden om te antwoorden. Terwijl een Afrikaanse vrouw misschien casual vertelt dat ze niet getrouwd is met de vader van haar kind, of dat hij haar heeft verlaten. Sommige interviewers hebben de benodigde sensitiviteit, ze behandelen kwetsbare mensen met respect, pauzeren na een gevoelig onderwerp. Maar in de meeste gevallen wordt niet aan die eisen voldaan.’
Wat misschien slechter is dan niets, zijn vrijwilligers zonder juridische achtergrond die asielzoekers van advies dienen zonder kennis van zaken en zonder supervisie. ‘Hoe goed bedoeld ook, ze kunnen mensen de verkeerde kant op sturen,’ zegt Kafkoutsou. ‘Te meer daar alles voortdurend verandert. Je moet alles bijhouden, dat is een van onze grootste problemen.’

Nieuwe wetgeving
Neem de nieuwe Griekse wet die eind oktober werd aangenomen en die per 1 januari alles op zijn kop zet. Zo worden de termijnen veel korter en wordt succesvol beroep aantekenen nog lastiger dan het al was: het beroepschrift moet ‘specifieke redenen’ geven voor het appel, anders wordt het niet in behandeling genomen. ‘Mensen krijgen hier de beslissing uitgereikt met de mededeling dat ze zijn afgewezen, maar zonder uitleg,’ vertelt Kafkoutsou. ‘Veruit de meesten kunnen de in het Grieks opgestelde beslissing niet eens lezen, dus waarom ze zijn afgewezen, weten ze niet. Als er geen jurist is die de beslissing met ze doorneemt om een ander licht op de zaak te werpen was er voorheen voor de beroepsinstantie al maar zelden aanleiding om een andere beslissing te nemen. Maar met de nieuwe wet zal er dus in veel gevallen niet eens naar de zaak worden gekeken.’
Ook verdwijnt in sommige gevallen de automatische schorsende werking. De asielzoeker moet dan tegelijk met het beroepschrift beargumenteren waarom hij of zij de verdere procedure in Griekenland zou mogen afwachten. ‘Zulke stukken moeten natuurlijk geschreven worden door een jurist, dat kunnen de mensen niet zelf. Maar heel veel mensen hebben feitelijk geen toegang tot rechtshulp, ook al is de staat verplicht dat te bieden.’
Volgt een negatieve beslissing in beroep, dan komt de politie je opzoeken in het kamp of de ‘jungle’ eromheen en dan ga je in ‘pre-removal’ detentie. Als er geen andere procedures meer lopen, word je normaal gesproken binnen een paar dagen uitgezet naar Turkije, aldus Kafkoutsou.
Doodgestoken
Advocaten en mensenrechtenorganisaties maken zich in het bijzonder zorgen over de onbegeleide minderjarige asielzoekers. Ook hun rechten worden onder de nieuwe wet beperkt, en ze worden in sommige kampen aan hun lot overgelaten. In kamp Moria op Lesbos werd op 25 augustus in de ‘safe zone’ waar een deel van de jongeren verblijft zelfs een jongen doodgestoken.
Kafkoutsou: ‘De minderjarigen in Moria worden in feite niet beschermd. Er is te weinig personeel en de mensen die er werken zijn niet altijd goed getraind om voor minderjarigen te zorgen. Sommige medewerkers spreken nauwelijks Engels. Als er een gevecht uitbreekt, wordt iedereen gestraft: geen eten. Veel van de jongeren krijgen alcohol- en drugsproblemen omdat ze zich totaal verwaarloosd voelen.’
Bovendien beschouwt Frontex veel jongeren als meerderjarig, terwijl ze dat hoogstwaarschijnlijk niet zijn, aldus Kafkoutsou. ‘Bij het leeftijdsonderzoek zou men rekening moeten houden met het feit dat een jongen uit Afrika meestal heel anders gebouwd is dan een jongen uit bijvoorbeeld Afghanistan. Je kunt niet op iedereen dezelfde normen toepassen.’

Gesloten instelling
Op 20 november kwam er weer een ‘gamechanger’: de aankondiging dat kampen zoals Moria op Lesbos zullen worden gesloten en dat alle asielzoekers voortaan in gesloten centra moeten verblijven. Nu is de situatie in en rond Moria inderdaad mensonterend. Tentjes waar mensen soms meer dan een jaar verblijven zijn nauwelijks groot genoeg om met zijn allen in te slapen. Ze staan op ongelijke bodem waar als het regent het water naar beneden stroomt. De een heeft pallets als ondergrond zodat niet alles meteen kleddernat is, de ander niet. Er zijn te weinig wc’s en (koude) douches. Voor eten staan mensen drie keer per dag twee uur in de rij. ’s-Nachts heerst angst. Het is dan, zeker in de ‘jungle’ van tenten buiten het kamp, pikdonker. Er wordt gedronken, gevochten, verhalen over verkrachtingen doen de ronde. De politie zegt dat alles onder controle is, maar de mensen in het kamp vertellen een heel ander verhaal.
Moria sluiten zou dus een goed idee zijn als er iets beters voor in de plaats kwam. Maar het is moeilijk te geloven dat er op korte termijn voldoende nieuwe voorzieningen uit de grond gestampt worden, laat staan dat die dan beter zijn. ‘NGO’s en andere betrokken organisaties zijn bezorgd. We denken dat Moria deels zal blijven bestaan,’ vertelt Kafkoutsou, ‘maar dan als gesloten instelling. Een verslechtering van de menselijke waardigheid voor degenen die al onder zulke zware omstandigheden leven. Iedereen opsluiten die asiel vraagt, is een schending van de mensenrechten. Het moet worden aangevochten tot aan de Europese hoven.’
Daar komt bij dat volgens het plan alleen door de overheid goedgekeurde NGO’s in die nieuwe gesloten kampen hun diensten zouden mogen aanbieden. Dat betekent naar alle waarschijnlijkheid het einde van de NGO’s buiten het kamp. Zij bieden asielzoekers even een gevoel van een normaal bestaan met hun variëteit aan activiteiten, onderwijs en medische en sociale hulp. De vluchtelingen zullen geen moment aan de kampsituatie kunnen ontsnappen met een wandeling, een bezoek aan de stad, een klein boodschapje. En lokale groente- en fruitverkopers zullen waarschijnlijk niet langer dagelijks hun waar kunnen aanbieden in het kamp.
Kafkoutsou maakt zich ook zorgen over de aanzegging van de regering dat de ‘squats’, de leegstaande gebouwen waar vluchtelingen in heel Griekenland een veilig heenkomen vonden, moeten worden ontruimd. ‘Hier op het eiland is dat een bedreiging voor Pikpa, een organisatie die particuliere opvang biedt aan zeer kwetsbare mensen. Die mensen moeten waarschijnlijk straks Moria weer in,’ zegt Kafkoutsou.
Wordt de soep wel zo heet gegeten? Landen bijten zich vaak stuk op pogingen de procedure te versnellen en alles anders aan te pakken. ‘Dat zou je denken, maar tot nu toe doet deze regering alles wat ze zeggen, ongeacht wat het betekent voor de mensenrechten.’
Chaotische wirwar
Om zoveel mogelijk mensen te bereiken houdt GCR twee keer per maand informatiebijeenkomsten in het kamp. Ondanks de enorme omvang en de chaotische wirwar van tentjes, containers en zelfgebouwde optrekjes, denkt Kafkoutsou dat de meeste mensen wel van die bijeenkomsten op de hoogte zijn. ‘Oxfam organiseert ze en stelt de vertegenwoordigers van de verschillende gemeenschappen en secties op de hoogte. Mensen geven ook aan elkaar door dat je bij GCR individuele bijstand kunt krijgen, of ze horen het via andere NGO’s.’
Kafkoutsou vervolgt: ‘Als mensen zich bij ons melden kijken we wat ze nodig hebben, zowel juridisch als sociaal. We doen wat we kunnen, maar door de grote aantallen is dat heel beperkt. Het regent op dit moment afwijzingen. Voor zover wij het kunnen overzien krijgen bijvoorbeeld zowat alle alleenstaande, gezonde mannen uit Afghanistan een afwijzing.’ En er valt al een versnelling van de procedures te bespeuren: ‘Interviews, beslissingen, beroepstermijnen, alle termijnen zijn krap. Dit zou bedoeld zijn om mensen zo kort mogelijk in zulke vreselijke omstandigheden als in Moria te laten verblijven. Maar aan de juridische behoeften kan zo niet worden voldaan, laat staan dat je kwetsbare mensen kunt identificeren en afdoende ondersteunen.’
Zo kregen in november 28 asielzoekers uit Afrika afwijzingen zonder dat ze een persoonlijk interview hadden gehad. Het argument: er is geen tolk in jullie talen beschikbaar. Collega’s van Kafkoutsou voerden verweer: het is een basisrecht om op je asielverzoek te worden gehoord, zonder beoordeling van de individuele situatie mag er geen beslissing worden genomen. Het Europees Parlement heeft er inmiddels vragen over gesteld aan de Commissie.
Advocatenmasker
Bij de advocaten ligt door de zware werkbelasting en de emotionele druk een burn-out op de loer. Langer dan een jaar wil eigenlijk niemand op het eiland werken. Kafkoutsou: ‘Tijdens je werk heb je je advocatenmasker op, je kan niet gaan huilen als de zoveelste cliënt je vertelt over verkrachting. Maar thuis komt het er op een heel andere manier uit. Je voelt je afgestompt, emotioneel uitgeput.’
Wat kan de Nederlandse advocatuur doen om te ondersteunen? Meer financiering is uiteraard heel welkom, maar Kafkoutsou benadrukt vooral: ‘Het helpt enorm als juristen uit andere landen hun kennis delen via de internationale netwerken. De internationale en Europese regelgeving is overal hetzelfde, maar hoe wordt die bij jullie uitgevoerd? Laten we belangrijke nationale jurisprudentie delen en schendingen van internationaal recht bij de Europese hoven aan de kaak stellen.’
Een belangrijk onderwerp voor Griekenland is de mogelijkheid voor een asielzoeker met een gezinslid in een andere EU-lidstaat om naar dat land te worden overgeplaatst en daar asiel aan te vragen. Kafkoutsou: ‘Als EU-lidstaten daar nou minder onmogelijke bureaucratische eisen aan zouden stellen, zou de Griekse last eerlijker over de lidstaten kunnen worden verdeeld zonder dat de regelgeving hoeft te worden aangepast.’
Voor advocaten op Lesbos is contact dus essentieel. ‘Iedereen uit het veld die naar Lesbos komt is bij ons welkom. We laten graag zien hoe het er hier aan toe gaat en als het even kan nemen we je mee uit eten.’
Juridische en sociale hulp
De Greek Council for Refugees bestaat dertig jaar en wordt gefinancierd door organisaties als UNHCR, Oxfam en VluchtelingenWerk Nederland. Er werken verspreid over Griekenland zo’n zestig advocaten en tachtig andere professionals zoals sociaal werkers, psychologen en opleiders. ‘De focus ligt bij ons op juridische ondersteuning, maar het sociale aspect is even belangrijk,’ zegt Kafkoutsou. ‘Als je niet weet waar je moet slapen, wat je zal eten en waar je medische zorg kan krijgen, heeft dat zijn weerslag op je rechtszaak. Sociale ondersteuning geeft mensen vertrouwen en menselijke waardigheid. Dat helpt ze om hun zaak goed te presenteren.’