‘Schokkend’. Vind minister van staat Herman Tjeenk Willink de oprichting van een parlementaire werkgroep die de ‘toenemende invloed’ van de rechterlijke macht in Nederland onder de loep neemt. ‘Dit getuigt van een slecht besef van de eigen rol van de Tweede Kamer binnen de trias politica. Dat uitgerekend de medewetgever de positie van de rechter in twijfel trekt, vind ik uiterst zorgelijk’, aldus de voormalig vice-voorzitter van de Raad van State.
Nestor Tjeenk Willink is de openingsspreker van de drukbezochte conferentie, die is georganiseerd door de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Een groot deel van de commissieleden geeft acte de présence in de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer. Ook zijn veel rechters en advocaten aanwezig.
Tjeenk Willink somt een reeks oorzaken op waardoor de rechter vaker in de positie gebracht wordt gebracht om knopen door te hakken. De wetgever laat meer dan voorheen ruimte in de normstelling, waarna de rechter checkt of de invulling ervan wel rechtvaardig is. ‘Zoals bij de decentralisatie van de zorg: daar legde de politiek bewust geen rechten van burgers vast’, zegt Tjeenk Willink. Daarnaast regelt de wetgever soms tijdelijk een probleem niet, zoals bij euthanasie, echtscheiding en abortus. Het is opnieuw de rechter die in dit gat springt. Hetzelfde gebeurt als wetten gemaakt worden om daadkracht te tonen: ‘Dan komt de rechtvaardigheid en uitvoerbaarheid in gevaar.’ Als laatste noemt hij de rechterlijke controle op ‘politieke ontsporingen’, zoals bij de toeslagenaffaire.
Lacunes opvullen
Het is volgens Tjeenk Willink vooral de wetgever die de trias politica uit het lood slaat. Dan past het niet om vervolgens de rechter te bekritiseren. Ga met elkaar in gesprek, luidt zijn advies. Met een beter bewustzijn van de specifieke eigen rol in de rechtstaat. ‘Ik heb nog nooit een baan gehad waar ik het zo permanent fout doe in de ogen van anderen’, glimlacht CDA-Kamerlid Chris van Dam. ‘Terwijl wij toch veel goede dingen doen. Wel herken ik dat er lacunes zijn in wetten die rechters moeten opvullen. Dat is onze fout.’ Collega Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) sluit zich daarbij aan: ‘In de rechtszaal worden te vaak de kastanjes uit het vuur gehaald van de maatschappelijke polarisatie.’
Het Urgenda-arrest van de Hoge Raad en de uitspraak van de Raad van State in de stikstofkwestie zijn pregnante voorbeelden. Het bracht Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet ertoe zich te mengen in de profielschets van de nieuwe president voor de Hoge Raad. Een kwalijke actie, vindt de zaal. Advocaat en Forum-Kamerlid Theo Hiddema verdedigt Baudet: ‘Het is zeer onwenselijk dat clubjes met deelbelangen zonder mandaat van het volk via de rechter hun mening opleggen aan het hele land.’ Minderheden moeten in de rechtsstaat juist hun rechten kunnen bevechten, antwoordt Van Dam. Bovendien gaat de Hoge Raad niet op de stoel van de politiek zitten, benadrukt rechter en NVvR-bestuurslid Evert van der Molen: ‘Dat staat heel duidelijk en uitputtend in het arrest. Alleen leest niemand dat.’
Zonder advocaat
Laat burgers veel vaker zelfstandig een zaak bij de kantonrechter aanspannen, betoogt tweede spreker Ruth de Bock, advocaat-generaal bij de Hoge Raad en ‘civilist in hart en nieren’. Mensen zonder sociale rechtshulp of rechtsbijstandsverzekering denken dat het duur of ingewikkeld is zelf naar de rechter te stappen, maar dat valt reuze mee vindt De Bock. ‘De deur van het recht is zo verstopt, dat de burger hem niet weet te vinden.’ Terwijl er in het huurrecht of arbeidsrecht heel veel te winnen valt in alledaagse geschillen. ‘Dan moet de kantonrechter die burger wel op weg helpen’, stelt de Bock. ‘Door op zitting meer door te vragen bijvoorbeeld.’ Maar is daar wel tijd voor in deze tijden van krapte, vraagt een rechter uit het publiek. ‘Dat is een terugkerend argument’, zegt De Bock. ‘Maar is dat nou niet juist de taak van de rechter: om het juridische geschil af te pellen tot de kern van het probleem?’
Gespreksleider Ferry Mingelen suggereert dat het niet inschakelen van een advocaat onnodige escalatie voorkomt. Die aanname wordt bestreden door waarnemend algemeen deken Frans Knüppe. ‘Het frame van de advocaat die alleen maar escaleert, klopt niet. Integendeel, de filterwerking van de advocatuur is enorm. Een hele hoop zaken gaan niet naar de rechter omdat de betrokken partijen deskundig door een advocaat werden geadviseerd over hun rechtspositie.’ Knüppe brengt zelf de stelling in dat in een sterk gejuridiseerde samenleving meer behoefte bestaat aan een onafhankelijke advocaat. ‘Er komt steeds meer ingewikkelde regelgeving die geënt is op wantrouwen jegens de burger’, legt hij uit. ‘De toeslagenaffaire kwam hier ook uit voort: de burger zal wel frauderen.’ De Bock ziet zeker de waarde van de advocatuur: ‘Ik gun elke burger een advocaat aan zijn zijde. Maar dat is niet haalbaar. Dus moeten we ook kijken naar andere manieren om het beslechten van geschillen te organiseren.
Alternatieven
Slotspreker Van der Molen (NVvR) beschrijft enthousiast enkele alternatieven die zijn gestart bij rechtbank Amsterdam. Met Zilveren Kruis Achmea is afgesproken dat kantonrechters zonder aanwezigheid van de zorgverzekeraar op zitting afbetalingsregelingen mogen treffen. ‘Het helpt mensen echt verder’, zegt Van der Molen. Een vergelijkbare pilot vindt plaats bij huurzaken. ‘We ontbinden niet meer standaard de overeenkomst of gelasten een ontruiming. We proberen dat te voorkomen. Dat gaat verder dan de wet voorschrijft. Maar het is nodig. Het kraakt en piept in de rechtsstaat. Daar moet je wel iets aan doen.’
Van der Molen vindt het niet zo problematisch dat politici en rechters regelmatig de degens kruisen. ‘Ik ben niet zo benauwd over de Nederlandse verhouding tussen wetgever en rechterlijke macht. In de jaren tachtig hoorde je ook dat rechters te veel op de stoel van politici zouden zitten. Dat het schuurt in de trias politica is ook een blijk van kwaliteit dat het systeem werkt. Als de één een te grote broek aantrekt, corrigeert de ander dat.’