Wij hebben veel ondernemingen als cliënt,’ vertelt Frans Aartsen (Van Zeijl Bijl Aartsen Advocaten, Harderwijk). ‘Dan ben je vaak de huisadvocaat van zo’n bedrijf. En is het handig dat je van verschillende markten thuis bent. Dat je in een gesprek over een ontslagzaak bijvoorbeeld ook een vraag over de statuten kunt beantwoorden. Je geen collega erbij hoeft te halen.’ Daar is tweepitter Tiemen Kouwenaar (Kouwenaar & Weehuizen Advocaten, Den Bosch) het mee eens. ‘Het is zinvol als advocaat meerdere terreinen te bestrijken. Wij hebben een actieve ondernemer die hier bijna maandelijks langskomt. De ene keer gaat het over verzekeringsschade, de volgende keer over de scheiding van zijn dochter of een strafzaak rond zijn bedrijf.’
Aartsen en Kouwenaar staan kritisch tegenover de verplichting om per 1 maart ingeschreven te staan in het landelijk rechtsgebiedenregister (zie kadertekst). Individuele advocaten kunnen zich inschrijven voor maximaal vier van de 35 hoofdrechtsgebieden, zoals bijvoorbeeld arbeidsrecht en strafrecht. Op deze gebieden moeten ze het jaar ervoor minstens tien opleidingspunten behaald hebben. Deze specialisaties worden zichtbaar gemaakt op de websites van de kantoren zelf en in de landelijke zoekmachine ‘Zoek een advocaat’. De NOvA ziet het register als een extra kwaliteitswaarborg en anderzijds als broodnodige helderheid voor de rechtzoekende. ‘We willen ons onderscheiden van andere juridische aanbieders qua deskundigheid en zichtbaarheid,’ aldus AR-lid Bernard de Leest.
Tendentieus
Met name kleinere kantoren hebben moeite met het register. Het maximum van vier hoofdrechtsgebieden is volgens hen lastig voor de meer algemene praktijk die advocaten van deze kantoren vaak voeren. Bijna de helft van de Nederlandse advocaten werkt alleen of vormt met enkele anderen een kantoor. Ook Kouwenaar en Aartsen voelen zich in de mal van de specialisatie geperst. ‘De NOvA schrijft op zijn website dat specialisatie nodig is als antwoord op de juridisch complexe maatschappij,’ constateert Kouwenaar. ‘Ik vind dat best tendentieus, het suggereert namelijk ten onrechte een direct verband met kwaliteitsverbetering. Alles weten van één rechtsgebied is geen garantie voor een goed advies. Vaak overlappen diverse rechtsgebieden elkaar, zoals bij een ontslagzaak. Dan komen een brede ervaring en expertise juist van pas.’ Het halen van tien PE-punten vindt Aartsen bovendien niet zaligmakend: ‘Het zegt niets over specialisatie, dat geldt veel meer voor het lidmaatschap van een specialisatievereniging en je werkervaring op dat gebied.’
Bij grotere kantoren en de specialisatieverenigingen is de steun voor het register groter. De daar aangesloten advocaten zijn immers vaak al vergaand gespecialiseerd. ‘De ambitie van de orde om de expertise van een advocaat zo inzichtelijk mogelijk te maken is belangrijk in het belang van de kwaliteit van de advocatuur en daarmee het belang van rechtzoekenden’, aldus een woordvoerder van De Brauw Blackstone Westbroek. ‘Ik vind het goed dat door het rechtsgebiedenregister het voor de rechtzoekende beter kenbaar is op welke rechtsgebieden advocaten expertise hebben,’ aldus Charlotte Dingemans, voorzitter van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN). ‘Die tien opleidingspunten zijn voor onze leden geen issue, want voor ons lidmaatschap zijn jaarlijks minimaal zestien punten vereist.’
Voor kleine kantoren is de tienpunteneis wel geregeld een struikelblok. ‘Ik haal nu al mijn zestien PE-punten voor de VAAN, ik voldoe aan mijn verplichtingen voor INSOLAD, de specialisatievereniging voor insolventieadvocaten,’ legt Aartsen uit. ‘Het is veelgevraagd om tegelijk nog veel te investeren in andere vakgebieden waarop ik actief ben. Ik vind specialisatie primair de verantwoordelijkheid van de advocaat zelf.’ Om tijd te winnen, denkt zijn kantoor erover vaker inhouse cursussen te gaan organiseren. ‘Cursussen volgen kan heel nuttig zijn,’ vindt Kouwenaar. ‘Bijvoorbeeld om te weten hoe de rechter tot een vonnis komt. Alleen wordt deze verplichting door het register zodanig verzwaard, dat het heel lastig wordt. Ik dreig nu vijftig tot zestig punten per jaar te moeten halen.’
Prijskaartje
‘Ik begrijp het probleem niet zo goed,’ zegt De Leest. ‘Naast de opleidingspunten vanuit het register zijn advocaten per 1 maart ook verplicht tot een vorm van structurele feedback. Opgeteld ben je dan gemiddeld 48 uur op jaarbasis kwijt aan de bevordering en toetsing van kwaliteit. Op een totaal aantal werkuren van 1200 tot 1800 vind ik dat niet veel.’ Het is belangrijk dat advocaten zich op een toenemend concurrerende markt onderscheiden van ‘de willekeurige jurist’, stelt de Leest. ‘Dat gaat niet vanzelf, daar hangt een prijskaartje aan.’
De NOvA is niet de enige die extra eisen stelt ten aanzien van kwaliteit en educatie. Ook de Raad voor Rechtsbijstand hanteert voor toevoegingsadvocaten striktere eisen op het vlak van deskundigheid. Onder meer voor de specialisaties arbeidsrecht, huurrecht en sociaalzekerheidsrecht heeft de raad de inschrijvingseisen per 2020 aangescherpt. Advocaten die in deze expertises niet genoeg ervaring hebben, moeten eerst een basisopleiding of een keuzevak uit de beroepsopleiding volgen. Daarnaast worden ze verplicht mee te lopen met een andere advocaat. Deze optelsom van landelijke vereisten is voor het Harderwijkse kantoor van Aartsen reden om een vraagteken te zetten achter de sociale praktijk. ‘Blijven we toevoegingen doen of niet? Naast de extra eisen zijn de verdiensten zoals bekend ook onder de maat. Het zou jammer zijn als we er mee moeten stoppen, het is ons sociale gezicht in de regio.’
Half februari 2020 hadden acht- tot negenduizend advocaten zich ingeschreven in het register. ‘Ik verwacht dat advocaten zich vrij massaal vlak voor 1 maart nog zullen inschrijven,’ reageert De Leest. ‘Bovendien vonden grote kantoren het lastig om de registratie praktisch vorm te geven. Zowel in het register als op de eigen site. Met zoveel medewerkers is dat ook een hele klus.’ Inmiddels hebben diverse grote kantoren, zoals NautaDutilh en Van Doorne, ervoor gekozen om elke individuele advocaat op één hoofdrechtsgebied te registeren. Ook kleinere kantoren houden de registratie per advocaat beperkt: ‘Wij zijn bij elkaar gaan zitten om rechtsgebieden onderling te verdelen,’ aldus Aartsen. Begin 2019 bleek dat een substantiële groep advocaten zich onterecht had ingeschreven: zij wisten niet dat ze zich pas konden registreren als ze de tien opleidingspunten daadwerkelijk binnen hadden.
Gepuzzel
De vraag is in hoeverre een vermelding in het rechtsgebiedenregister bepalend is voor potentiële cliënten bij hun keuze voor een advocaat. ‘Het is geen grote sales- en marketingtool,’ denkt Aartsen. ‘In onze wereld is mond-tot-mondreclame heel belangrijk. De zoekmachine van de NOvA wordt vermoed ik door weinig cliënten gebruikt.’ De NOvA meldt dat Zoekeenadvocaat.nl maandelijks twintigduizend unieke bezoekers trekt. ‘Ik verwacht niet dat een multinational met overnameplannen onze tool gebruikt,’ erkent De Leest. ‘Maar voor particulieren en bedrijven is het heel behulpzaam. Verwijsinstellingen als het Juridisch Loket gaan cliënten er ook steeds vaker op wijzen. Ik ga er vanuit dat de behoefte zal toenemen.’
Op hun eigen website mogen kantoren de registratie van de NOvA op twee manieren weergeven. De nodige grote kantoren kiezen voor het format van een centrale lijst met daarop de namen van alle advocaten en het bijbehorende rechtsgebied. Kantoren kunnen de geregistreerde rechtsgebieden ook vermelden bij het persoonlijke digitale profiel van elke afzonderlijke advocaat. Dat kan een heel gepuzzel zijn, weet Kouwenaar. Op dit moment tonen zijn kantoorgenoot en hij op de site een gezamenlijke lijst meer dan tien grotere rechtsgebieden, variërend van erfrecht tot ondernemingsrecht. ‘We moeten nog eens goed kijken hoe we dat gaan vormgeven.’
Regeldruk
Er komt vanuit de NOvA veel beleid op de advocaten af, stak waarnemend deken Frans Knüppe de hand in eigen boezem tijdens zijn recente nieuwjaarspeech. Zoals het rechtsgebiedenregister en de kwaliteitstoets. Tijd om de regeldruk te temmen, vindt Knüppe: ‘We willen de regels voor de advocatuur aan een kritische beschouwing onderwerpen.’ Dat klinkt als muziek in de oren van Aartsen en Kouwenaar. ‘Er komen steeds meer maatregelen uit Den Haag die een inbreuk maken op onze tijd en onafhankelijkheid,’ stelt Aartsen. ‘Dat geldt ook voor het steeds uitgebreidere financiële toezicht: noodzakelijk, maar in deze mate? In elk geval kost alles veel tijd en energie. Bestuurders lijken vergeten dat een advocatenkantoor gewoon een urenfabriek is, waarmee een boterham verdiend moet worden. Dus minder regeldruk, graag.’
Kouwenaar stoort zich eveneens aan de Haagse interventies in zijn dagelijkse praktijk. ‘Zo vraag ik mij af of de periodieke audits met allerlei protocollen werkelijk bijdragen aan een betere kwaliteit. Maar de discussie rond het rechtsgebiedenregister is voor mij veel principiëler. Het gaat om de definitie: wat is kwaliteit? Dat zit hem niet alleen in het volgen van een cursus of het in detail kennen van een wettekst. Kwaliteit is ook goed communiceren met je cliënt, efficiënt werken, behendig zijn in het juridische spel op zitting, aanvoelen waar de rechter naartoe wil.’ Veel van die vaardigheden leren advocaten volgens Kouwenaar niet in het klaslokaal, maar in de praktijk. ‘Daarom is de waarde van het rechtsgebiedenregister voor mij beperkt.’
Ook De Leest definieert kwaliteit breder dan het rechtsgebiedenregister. ‘Laat je vaardigheden en expertise vooral ook toetsen in de peerreview of intervisie. Dat is een brede toets van je ambachtelijkheid als advocaat.’ Kijk naar het buitenland of naar andere beroepsgroepen zoals artsen, benadrukt De Leest. ‘Daar is het volkomen vanzelfsprekend dat je je voortdurend laat toetsen in je deskundigheid. Het rechtsgebiedenregister hoort daar bij en is een aanvulling op de bestaande instrumenten voor kwaliteit. Waar onderlinge feedback niet direct zichtbaar is, is het register juist wel toegankelijk voor de rechtzoekende.’
35 rechtsgebieden
Artikel 6.32 van de Verordening op de advocatuur bepaalt dat een advocaat zich op het tableau registreert op minstens één en hoogstens vier rechtsgebieden waarop hij tien opleidingspunten heeft behaald. Het rechtsgebiedenregister heeft twee doelen. ‘Het is een zoekregister dat de (kwetsbare) rechtzoekende kan helpen om bij een advocaat terecht te komen die ten aanzien van een bepaald rechtsgebied specifieke kennis heeft.’ Ook draagt het bij aan de kwaliteit van de advocatuur.
Het register telt 35 hoofdrechtsgebieden. Opleidingspunten kunnen maar voor één rechtsgebied worden ingezet. Een advocaat dient op zijn website of briefpapier openbaar te maken op welke rechtsgebieden hij zich heeft geregistreerd. Na de nodige discussie is het rechtsgebied ‘algemene praktijk’ toegevoegd aan de lijst. De algemene praktijk is in feite geen afzonderlijk rechtsgebied, maar is bedoeld voor advocaten die zich met meerdere rechtsterreinen bezighouden.