
Verrassend, respectvol maar ook uitputtend. Dat waren de eerste twee dagen van het MH17-strafproces dat afgelopen maandag officieel begon. Het grootste proces in de Nederlandse geschiedenis. Bijna zes jaar werk ik al aan het MH17-dossier. Niet fulltime, wel meestal zeer intensief en onder tijdsdruk. Enerzijds omdat ik tientallen cliënten bij sta die hun dierbaren zijn verloren in een onbegrijpelijk grote ramp. Anderzijds omdat ik te maken heb met vervaltermijnen zoals in de zaak tegen Malaysia Airlines, waarbij wij op het laatste moment voor nabestaanden procedures moesten opstarten in diverse landen.
Gesloten linie
Maandagochtend 9 maart, de start van het MH17-strafproces. We willen geen enkel risico nemen. Met het Rechtsbijstandsteam (RBT) MH17 spreken we extra vroeg af op Schiphol Plaza. Het Rechtsbijstandsteam RBT bestaat uit negen advocaten. Samen staan we 398 nabestaanden van 244 slachtoffers bij in dit strafproces. Een taxi rijdt ons naar het Justitieel Complex Schiphol (JCS). Dat blijkt een goede keuze. Het parkeerterrein is vol en voor het JCS staat een enorme massa journalisten en cameraploegen. Gelukkig kunnen wij naar binnen via een aparte ingang. De advocatenpas heeft geen werking hier. We moeten al onze spullen laten scannen en kunnen alleen naar binnen met een op naam gestelde pas van de rechtbank.
In de kleine zittingszaal hebben wij in mijn ogen een prominente positie. We vullen met zijn negenen de gehele tweede rij. Ik vind dit mooi en symbolisch tegelijk. Voor ons zitten de twee Nederlandse advocaten van een van de verdachten, samen met hun Russische collega. Daarvoor zitten de rechters, griffiers en officieren van Justitie. Wij, de advocaten van de nabestaanden, vormen een gesloten linie, met daarachter de rest van de wereld.
Doodstil
Dit proces is mede en vooral bedoeld voor de nabestaanden, blijkt uit de inleiding van de rechtbank. Volgens de voorzitter laat de impact van deze ramp zich nauwelijks voorstellen. Het OM kiest ervoor dit extra beeldend te maken door alle 298 namen van de overledenen op waardige wijze voor te lezen. Pfff. Wat heftig om dit mee te maken. In de zittingszaal is het doodstil. De meerderheid de twintig aanwezige nabestaanden houdt het niet droog. Enkele collega’s krijgen ook tranen in hun ogen. Ik probeer mijn emoties te onderdrukken door even aan andere dingen te denken, veel te slikken al dan niet gebruikmakend van mijn glaasje water. De emotionele lading blijft enorm in deze zaak, ook na bijna zes jaar gewerkt te hebben in dit dossier.
De verdediging heeft in haar inleidende woorden ook respect voor de nabestaanden, maar geeft aan dat dit in het belang van de verdediging anders kan overkomen. Dat gebeurt daarna inderdaad als zij een verhaal brengen over het Joined Investigation Team (JIT). Het JIT had geen onderzoek gedaan naar het sluiten van het luchtruim van Oekraïne ten tijde van de ramp. In het verhaal van de advocaat ontbreekt elke relevantie met het ten laste gelegde verwijt. Voor de nabestaanden voelt dit niet goed. Voor ons team is het een bevestiging dat deze zaak nog heel lang kan gaan duren.
Mediacircus

Tijdens de lunchpauze blijkt hoe bijzonder deze zaak is. RBT-collega Peter Langstraat loopt in zijn toga naar buiten. Hij wordt direct besprongen door tientallen journalisten en cameramensen uit diverse landen. De journalisten buitelen letterlijk over elkaar heen voor een ‘quote’. Het leek niet veel uit te maken wat mijn collega zei. Sterker, wanneer hij loskomt van de zwerm, vraagt een deel van de journalisten zich af wie ze eigenlijk hebben gefilmd en wat zijn functie is. Na dit voorval besluiten we aan het einde van de zitting via de zij-uitgang het complex te verlaten.
De eerste zittingsdag zit erop. Met het RBT komen we bij elkaar om te evalueren. Het voelt niet goed dat wij voorafgaande aan de zitting slechts het algemeen proces verbaal kregen van het OM en dan ook nog eens onder strikte voorwaarden. Zeker nu de verdediging van de verdachte een technisch verweer aanhaalde over het niet sluiten van het luchtruim, dat wij niet kunnen duiden zonder toegang te hebben tot het gehele strafdossier van 36.000 pagina’s. We besluiten om het OM nogmaals om een afschrift te vragen van het gehele dossier (ex. art. 51b Sv). Die nacht wordt om 00.30 uur het verzoek bij het OM neergelegd. Samen met een conceptbrief aan de rechtbank voor het geval dat het OM niet instemt met ons verzoek.
Sterk verhaal
De tweede zittingsdag begint met een betoog van tweeënhalf uur van het OM over de stand van het onderzoek. Dit vind ik een ijzersterk verhaal. Wel een verhaal dat heel ver gaat, zeker als je je bedenkt dat de hele wereld meekijkt. Zo wordt Rusland beschuldigd van het verspreiden van desinformatie en stelt het OM dat Russische veiligheidsdiensten betrokken zijn bij moorden in andere landen. Het optreden van het OM voelt goed in deze fase. Het niveau is hoog en alles is tot in de puntjes uitgewerkt en uitgedacht. Dat schept voor zowel de nabestaanden als voor mij als advocaat vertrouwen in deze zaak.
De verdediging van de verdachte komt aan het woord en geeft aan dat zij op zijn vroegst inhoudelijk kan reageren na de volgende regiezitting op 8 juni aanstaande. Er wordt kort, maar scherp ingegaan op het uitgebreide verhaal van het OM. In het bijzonder op wat het OM heeft gezegd over het verspreiden van desinformatie door Rusland. Men zegt dat hun cliënt daar helemaal niets mee te maken heeft. Juridisch klopt deze opmerking en kan ik hem begrijpen. Maar voor nabestaanden is het belangrijk dat wordt benoemd dat desinformatie een grote rol speelt in dit dossier. Dat er verschillende theorieën over de toedracht van de ramp verschenen, is voor hen een grote frustratie.
Trial by media
Vlak voordat de zitting begon krijgen we bericht van het OM dat hij niet op ons verzoek tot overlegging van het strafdossier ingaat. Het OM wil dat processtukken pas ter zitting worden besproken, en niet van tevoren op straat liggen zodat een ‘trial by media’ wordt voorkomen. We besluiten ons verzoek bij de rechtbank neer te leggen.
Later die dag krijgen we het woord om het ingediende verzoek toe te lichten. Op voortreffelijke wijze vertelt mijn collega Arlette Schijns waarom het van belang is dat het RBT de beschikking krijgt over het volledige strafdossier. Omdat wij 398 cliënten bijstaan die zich niet bij ons in de zittingszaal bevinden, is de gang van zaken tijdens zittingsdagen met cliënten bespreken vrijwel onmogelijk. Wij willen niet dat de nabestaanden voor verrassingen komen te staan tijdens de procedure. Zij hebben recht op de waarheid en een zo goed mogelijke begeleiding daarbij. Met de kennis van het strafdossier kunnen wij ze voorbereiden op wat er komen gaat. Nabestaanden kunnen zo ook het beste invulling geven aan hun slachtofferrechten.
Waarheid
Voor de nabestaanden is de waarheid over de MH17-ramp van groot belang bij hun rouwverwerking. Maar zo stelt de officier van justitie, er is ook nog een breder belang, dat ik persoonlijk volledig onderschrijf: ‘De Russische schrijver Alexander Solzhenitsyn zei al dat geweld alleen in stand kan worden gehouden door een leugen, en de leugen alleen kan worden gehandhaafd door geweld’, citeert de officier. ‘Een wereld die geen moeite doet om de werkelijke gang van zaken vast te stellen en de schuldigen te straffen als honderden onschuldige burgers worden vermoord, verklaart zijn burgers vogelvrij. Het vaststellen van de waarheid in deze zaak kan bijdragen aan het voorkomen van nieuw geweld in de toekomst. Ook daarom is het van groot gewicht dat waarheid en leugen hier worden onderscheiden, en daders worden gestraft. Dat is de taak waar wij in deze rechtszaal voor staan.’
Op 23 maart wordt het proces hervat. Dan zullen we zien wat de rechtbank vindt van de diverse verzoeken: zowel die van het OM als dat van ons.