Het COVID-19 virus heeft Nederland diep geraakt. Het dagelijks leven is zo goed als tot stilstand gekomen en de ontwikkelingen en maatregelen volgen elkaar snel op. Daarbij verandert de dagelijkse realiteit snel.
Afgelopen week vroeg de fotograaf van het Advocatenblad of ze voor een foto in het blad mijn toga en bef mocht lenen. Een dag later voerde mijn kantoor nieuwe maatregelen in waardoor we zo min mogelijk externe contacten moesten hebben op kantoor en in kantoor zo veel mogelijk afstand van elkaar moesten bewaken. De toga en bef deed ik daarom in een tas, de fotograaf kon de tas die ik had klaargezet op afstand van onze receptioniste afhalen.
Op rechtspraak.nl staat met een uitroepteken in een rode driehoek dat in verband met de uitbraak van het coronavirus vanaf dinsdag 17 maart tot en met maandag 6 april de rechtbanken, gerechtshoven en bijzondere colleges gesloten zijn. Urgente zaken gaan wel door maar zonder publiek. Welke zaken en handelingen al dan niet urgent zijn is work in progress. Gedetineerden komen doorgaans wel voor de rechter, maar uit- en overleveringszaken worden als niet-urgent bestemd en uitgesteld tot in ieder geval na 6 april.
In het personen- en familierecht worden ondertoezichtstellingen (ots) behandeld als ze spoedeisend zijn, maar er vindt geen fysieke zitting plaats. Partijen worden telefonisch gehoord. Mediations worden uitgesteld en er vinden geen gesprekken plaats.
En in bestuursrechtzaken geldt dat alleen de voorlopige voorzieningen in geval van ‘superspoed’ doorgaan. Van de vreemdelingenzaken worden alleen bewaringszaken behandeld en alleen in uitzonderlijke gevallen is een fysieke zitting in de rechtbank mogelijk.
Ook de website van de NOvA opent met een coronadossier waarin de orde de advocatuur op de hoogte houdt van de laatste ontwikkelingen. En de NOvA heeft een crisisteam opgericht dat in nauw contact staat met het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Rechtspraak, het Openbaar Ministerie en de Raad voor Rechtsbijstand over alle maatregelen met betrekking tot de rechtspleging en de gevolgen hiervan voor de advocatuur.
Noodtoestand
De vraag is of alle maatregelen en inspanningen afdoende zijn of dat we aan de vooravond staan van nog meer maatregelen. Als we naar de landen om ons heen kijken, is dat een reëel scenario. In Italië, Frankrijk en Spanje is het openbare leven volledig op slot gegaan. De rechtspleging is in die landen helemaal stil komen te liggen en er is sprake van een noodtoestand die streng wordt gehandhaafd.
Hoe dan ook zal de komende tijd zwaar worden. De advocatuur zal net als veel andere sectoren hard geraakt worden door deze crisis. Bij ons kantoor zien we het werk teruglopen en daarmee de omzetten. Zittingen worden uitgesteld, cliënten kunnen niet op kantoor komen en als gevolg van de coronamaatregelen worden veel minder nieuwe zaken ingenomen. Wij zijn daarin verre van uniek. Baliebreed hoor ik geluiden over de enorme impact die de maatregelen op de rechtzoekende en de advocatuur hebben. Die effecten zijn ook direct merkbaar.
Maar er zijn ook positieve geluiden en er komen snel beleidswijzigingen om de eerste klappen op te vangen. Ten eerste voor de rechtzoekende.
Voorbeelden van snelle positieve wijzigingen in de dagelijkse praktijk zijn strafpiketten en daarbij horende verhoren die met een telefonisch consult kunnen worden afgedaan, rechters die bereid zijn zaken schriftelijk af te doen en die openstaan voor acute verzoeken en alternatieve wijzen van afdoening en officieren van justitie die niet-urgente zaken intrekken. Verder wordt bij agendering van verschoven zaken door de verkeerstorens van de rechtbanken zo veel als mogelijk rekening gehouden met alle belangen en agenda’s.
Ook is er deze week een breed steunpakket aangekondigd door het kabinet. Het pakket bevat ook maatregelen om binnen de advocatuur banen en inkomens te beschermen en uiteindelijk de toegang tot het recht voor de verdachte, asielzoeker, ontslagen medewerker of slachtoffer overeind te houden. De maatregelen moeten er voor gaan zorgen dat advocatenkantoren hun personeel kunnen doorbetalen, bieden zelfstandigen een overbrugging en zorgen door versoepelde belastingregelingen, compensatie en extra kredietmogelijkheden voor directe liquiditeit. ‘Cash is king’ las ik in een artikel over crisismanagement. Advocaten zullen dat wel herkennen. Hun lasten en verplichtingen lopen onverkort door, maar door minder werk hebben ze direct minder te declareren en zijn ze dus kwetsbaar in hun bedrijfsvoering. Met name de sociale advocatuur heeft geen grammetje vet meer op de botten en vooral daar zal dus snel en onvoorwaardelijke steun moeten komen.
Dekker
En dan valt op dat het vooral de minister van Financiën is die aan onvoorwaardelijke rechtsbescherming doet. De minister op dat terrein (Dekker) en de Raad voor Rechtsbijstand hebben wel maatregelen genomen, maar die maatregelen zijn te zuinig en bieden daarmee onvoldoende steun aan de sociale advocatuur in deze extreme tijden. In de huidige tijden van nood is het juist van groot belang dat de Raad voor Rechtsbijstand op heel korte termijn overgaat tot massieve hulp aan de sociale advocatuur. Neem een voorbeeld aan de minister van Financiën en houd u niet in. Het huidige beleid schiet tekort en werkt het overeind houden van de sociale advocatuur op punten zelfs tegen.
Het nieuwe beleid voor de beoordeling van aanvragen en declaraties van toevoegingen geeft daarvan een paar voorbeelden.
Wordt een zaak door de maatregelen rond corona zonder zitting, maar schriftelijk afgedaan, dan wordt de zaak ook vergoed als schriftelijk afgedaan, zonder zitting. Dat kost de advocaat dus een zittingstoeslag terwijl hij de zaak wel als een zitting moet voorbereiden en er een stuk voor moet opstellen. Reiskosten worden alleen vergoed bij daadwerkelijk gereisde kilometers. Daar is iets voor te zeggen, maar veel kilometers zullen er voorlopig niet gemaakt worden en al gemaakte kilometers (en kosten) kunnen bij stilliggen van de zaak ook niet gedeclareerd worden omdat de raad alleen declaraties in behandeling neemt die zijn ingediend na volledige afronding van de zaak. Dat beleid wordt niet gewijzigd. En ook al loopt nu de wachttijd voor het in behandeling nemen van asielverzoeken op bij de IND, het moment waarop de raad in asielzaken een toevoeging verstrekt blijft zoals het in de werkinstructie staat en dus pas als de zaak daadwerkelijk in behandeling is genomen.
Andere voor de hand liggende aanpassingen in het beleid zijn (nog) niet genomen. Het geld waar de sociale advocatuur het afgelopen jaar zo sterk op heeft aangedrongen bij minister Dekker moet alsnog direct worden vrijgemaakt. En pas het beleid van de Raad voor Rechtsbijstand verder aan. Schrap de regel dat alleen kan worden gedeclareerd bij volledige afronding van de zaak, maar sta voor de komende periode toe dat onderhanden werk kan worden gedeclareerd. Sta advocaten toe het werk dat nu al is verricht in stilliggende zaken te declareren. Dat geldt zowel in bewerkelijke zaken (extra uren-zaken) als in forfaitaire zaken. Dat geeft meteen lucht voor de sociaal advocaten die voor een groot deel afhankelijk zijn van inkomsten uit toevoegingen en van onderhanden werk op hun balans niet kunnen leven. Sta advocaten ook toe de tot nu toe gereden kilometers te declareren. Geef ook een zittingstoeslag indien zittingen schriftelijk worden afgedaan. Ten slotte denk ik dat er een ruimhartige voorschotregeling moet komen. Doorgaans keert de Raad voor Rechtsbijstand iedere week uit. Indien de komende maand de omzetten ondanks alle inspanningen fors teruglopen, zou het goed zijn als de raad de uitkeringen aanvult tot aan een minimumniveau, nodig voor de uitoefening van de praktijk. Het heeft weinig zin als de Raad voor Rechtsbijstand op het geld voor die rechtsbijstand gaat zitten, terwijl de sociale advocatuur er aan onderdoor gaat en er na de crisis geen sociaal advocaat meer over is om die zo noodzakelijke rechtsbijstand te geven.
Na de afschuwelijke moord op Derk Wiersum waarde er een grote saamhorigheid door de Nederlandse rechtspleging. Diezelfde saamhorigheid zal ook nu van essentieel belang zijn om deze crisis te boven te komen. We moeten samen door. De rechtspleging zal als vitaal onderdeel van onze samenleving na de coronacrisis weer in volle omvang gaan draaien. En als onlosmakelijk deel daarvan zal de sociale advocatuur dan overeind moeten staan om haar essentiële rol te kunnen vervullen. Advocaten, rechters en officieren van justitie: zorg een beetje voor elkaar.
En minister voor Rechtsbescherming: zorg een beetje voor ons! Dan zorgen wij nu, maar vooral ook straks weer voor de rechtzoekende.
Robert Malewicz is strafrechtadvocaat bij Cleerdin & Hamer in Amsterdam.