We hadden haar vorig jaar al eens in deze rubriek, de advocaat die gezwicht was voor de druk van haar cliënt om diens laptop aan hem in het buitenland terug te sturen, terwijl haar kantoorgenoot op een zitting had toegezegd én de rechter had bevolen dat de relevante gegevens op die laptop aan de deurwaarder moesten worden verstrekt. Het ging om gegevens die de wederpartij nodig had om de waarde te kunnen bepalen van aandelen waarop zij executoriaal beslag hadden gelegd. Volgens mr. X was helemaal niet gezegd dat de benodigde gegevens op de laptop stonden, het ging hier om een verplichting van de cliënt en die zou ook op een andere manier aan zijn informatieplicht kunnen voldoen.

Wat mr. X had gedaan kon niet, zei de raad van discipline in Amsterdam, en legde een schorsing op van vier weken voorwaardelijk. Het Hof van Discipline is het inhoudelijk met de raad wel eens. Alle twaalf beroepsgronden van mr. X falen.

Botsende kernwaarden

Volgens het Hof had mr. X zich meer rekenschap moeten geven van de botsende kernwaarden waarmee ze te maken had. Enerzijds de relatie met de cliënt (partijdigheid) waarin onder meer grote (financiële) belangen speelden. Anderzijds de gerechtvaardigde belangen van derden en het vertrouwen in een goede procesorde (onafhankelijkheid en integriteit). Mr. X had weliswaar niet welbewust in strijd met de uitspraak van de rechter gehandeld, maar ze had ten minste ‘de aanmerkelijke kans aanvaard’ dat de beschikking niet door haar cliënt zou worden nageleefd. Voorwaardelijk opzet, zou je in het strafrecht zeggen.

Volgens het Hof had mr. X haar cliënt met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij moeten confronteren. En waarom had ze niet contact opgenomen met de deken, de voorzieningenrechter, de advocaat van de wederpartij of de deurwaarder? Ten minste had mr. X ‘een reproduceerbare belangenafweging’ moeten maken.

Toch is het Hof milder dan de raad: in appel krijgt mr. X slechts een berisping. Het hof heeft (meer) begrip voor het lastige parket waar mr. X in was beland en weegt mee dat ze niet eerder met de tuchtrechter in aanraking kwam.

Dat van die ‘reproduceerbare belangenafweging’ lees je niet zo vaak in uitspraken, maar is er wel eentje om te onthouden: zit je in tweestrijd over een gedragsrechtelijke kwestie, weeg dan alle aspecten af en leg die afweging bij het bepalen van je strategie ook vast. Als de tuchtrechter kan zien dat je er goed over hebt nagedacht, heb je sowieso een streepje voor.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie