Strafrechtadvocaat Jorrit de Vries (Lexx Leeuwarden Advocaten) verleende deze week via het zogeheten telehoren rechtsbijstand, tijdens een voorgeleiding. Hij deed dat vanuit huis via een telefoonverbinding. Zijn cliënt zat op het politiebureau en was via een videoverbinding met de rechter-commissaris en griffier op de rechtbank in Leeuwarden verbonden. De rechter besliste dat de verdachte nog veertien dagen langer vast moet blijven zitten. Binnen veertien dagen moet er een raadkamer naar de zaak kijken. De Vries: ‘Het contact over de vraag of de verdachte langer moet blijven vastzitten, kan in principe op dezelfde manier verlopen.’
De Vries ervoer het verloop van deze zitting als positief. ‘Bijstand via een telefoonverbinding is niet de meest ideale manier, maar voor the time being is het een goede oplossing. Contact is snel te leggen en je hebt geen reistijd. Persoonlijk contact heeft de voorkeur, maar de gezondheid van alle betrokkenen staat nu voorop.’
Verbeterpunten ziet De Vries ook voor de huidige werkwijze. Hij geeft er de voorkeur aan om via een videoverbinding in plaats van telefoonverbinding bij zittingen aanwezig te zijn. En voor zittingen waarbij de zaak inhoudelijk wordt behandeld, denkt De Vries dat de rechter zijn cliënt beter in levenden lijve kan zien. ‘Als de rechter zich echt moet buigen over bewijs, het wegen van bewijs, tot een kwalificatie en strafmaat moet komen, is het non-verbale contact heel belangrijk.’
Gesloten
Rechtbanken, gerechtshoven en bijzondere colleges zijn sinds 17 maart gesloten wegens de coronacrisis. Urgente zaken gaan door, in principe zonder fysieke zitting. Via video- en telefonische verbindingen vinden de zittingen plaats. In deze urgente zaken gaat het bijvoorbeeld over de voorgeleiding of hechtenis van verdachten, faillissementen, zittingen rond verplichte zorg, of urgente familiezaken, zoals uithuisplaatsing.
De Rechtspraak liet woensdag weten deze werkwijze ook na 6 april voort te zetten. Onbekend is tot wanneer deze situatie duurt. Dat is onder meer afhankelijk van nieuwe kabinetsmaatregelen, meldt de Rechtspraak.
De Dienst Justitiële Inrichtingen probeert ervoor te zorgen dat verdachten vanuit penitentiaire inrichtingen aanwezig zijn tijdens zittingen die via telehoren plaatsvinden. Volgens een woordvoerder beschikken veertien van de tweeëntwintig inrichtingen over de daarvoor benodigde apparatuur.
Verbonden
Strafrechtadvocaat Robert Malewicz (Cleerdin & Hamer Advocaten, Amsterdam) had deze week ook een voorgeleiding bij de rechter-commissaris in Leeuwarden. De verdachte zit vast wegens verdenking van betrokkenheid bij een criminele organisatie en witwassen.
De procespartijen waren op afstand met elkaar verbonden. Malewicz: ‘Ik vanuit mijn studeerkamer thuis, met een belverbinding. De tolk zat ook thuis en belde in. We stonden allebei op de speaker. De rechter-commissaris zat met de griffier bij de rechtbank. Met de gedetineerde op het politiebureau in Leeuwarden was vanuit de rechtbank een videoverbinding gemaakt.’
Malewicz: ‘Ik had hem van tevoren bezocht, dat kon toen nog. En heb hem uitgelegd dat ik waarschijnlijk niet fysiek aanwezig zou zijn bij de voorgeleiding. Ik had wel een schriftelijke pleitnotitie gemaakt. Die had ik vooraf naar de rechter-commissaris gestuurd. Dat is anders dan anders. Normaal gesproken vertel ik in het kabinet tegenover de rechter-commissaris mijn verhaal.’
De rechter-commissaris besliste dat de verdachte nog veertien dagen vast moet zitten. Malewicz: ‘Ik denk dat mijn fysieke aanwezigheid in dit geval geen verschil had gemaakt. Het was een vrij technisch verhaal dat je ook op papier goed kunt bepleiten.’ De raadkamer, waarin over veertien dagen wordt beslist over het al dan niet voortzetten van de hechtenis, zal zich ook op afstand voltrekken. ‘Naarmate de tijd vordert, wordt de zaak steeds inhoudelijker. Op afstand mis je dan wel het debat met de rechters en de officier van justitie. En je kunt de non-verbale situatie niet goed waarnemen.’
Malewicz bestempelt de zitting met video- en telefoonverbinding als ‘suboptimaal’. ‘Papier vervlakt, qua emotie, maar ook qua indrukken. Voor de waarheidsvinding is het ook beter als de rechter de cliënt kan zien. Maar alle procespartijen spanden zich in om de zitting zo goed mogelijk te laten verlopen. Er werd echt aandacht besteed aan deze voorgeleiding. Dat vond ik positief.’
Vertrouwen
Telehoren maakt het mogelijk om vanuit het noorden van het land een cliënt in Zeeland bij te staan tijdens politieverhoor. Strafrechtadvocaat Erik Stoeten (Anker & Anker strafrechtadvocaten, Leeuwarden) deed dat deze week. Hij stond een verdachte van diefstal tijdens een politieverhoor in Middelburg bij. ‘Ik had een voorkeursmelding in Middelburg, een heel eind weg. Doordat rechtsbijstand tijdens politieverhoor nu telefonisch plaatsvindt, hoefde ik geen waarnemer te vragen.’ Voorafgaand aan het verhoor had Stoeten contact met zijn cliënt. ‘Dat was goed georganiseerd. De cliënt belde vanuit een aparte kamer uit het politiebureau. We konden in vertrouwen met elkaar spreken.’
Die vertrouwelijkheid van telefoonverbindingen tussen advocaat en cliënt is cruciaal, benadrukt Esther van den Bosch, beleidsadviseur van de Nederlandse orde van advocaten. Over de vertrouwelijkheid, ook onder de huidige omstandigheden, heeft de NOvA contact met het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Tijdens het verhoor op het Middelburgse politiebureau stond Stoeten op de speaker. ‘Dat was goed te doen. De recherche had alle begrip voor de situatie en werkte goed mee. Het is natuurlijk wel anders dan anders. In deze zaak scheelde het dat ik de cliënt al kende. Dat is heel belangrijk voor de vertrouwensband. Anders weet de verdachte ook niet wie hij aan de telefoon heeft.’
Door de coronacrisis komen innovatieve manieren van werken noodgedwongen in een stroomversnelling. Stoeten kan zich voorstellen dat, ook na de crisis, het in sommige gevallen voordelen heeft om telefonisch rechtsbijstand te blijven verlenen tijdens politieverhoor.
‘Normaal zit ik tijdens verhoor op politiebureau mee te schrijven op een blocnote of tablet. Nu zat ik thuis achter mijn laptop. Ik kon goed meeschrijven en luisteren. Dat vond ik wel een voordeel. Maar het hangt van de zaak, de ernst van het delict, en of verdachte en advocaat elkaar kennen af, of het wenselijk is of niet.’