B. wordt verdacht van betrokkenheid bij de moord op advocaat Wiersum in september bij zijn huis in Amsterdam-Buitenveldert. Hij ontkent betrokkenheid en zegt onschuldig te zijn. De rechtbank ging hier niet in mee, omdat er volop aanwijzingen zijn dat B. bij de moord betrokken was.
Knoester maakt zich ‘ernstige zorgen om de gesloten blik die het opsporingsonderzoek uitademt. Tot nu toe lijkt er sprake te zijn van tunnelvisie.’ Volgens Knoester passen onder meer getuigenverklaringen beter bij andere scenario’s.
Zo heeft een van de getuigen verklaard dat Wiersum ruzie had met de schutter. Zijn dood zou daarom het gevolg kunnen zijn van een uit de hand gelopen ruzie. ‘Maar ook iets anders kan hebben gespeeld,’ aldus Knoester in zijn pleidooi. ‘Te denken valt aan het scenario dat Wiersum wel is geobserveerd maar met een ander doel dan hem te liquideren. Bijvoorbeeld met het doel de advocaat te volgen om aldus te achterhalen waar zijn cliënt “de kroongetuige” zich bevond.’
Vooropgezet plan
De tussentijdse zitting betrof ook de zaak tegen medeverdachte Giërmo B.. Zijn advocaat (Jacques Taekema) had geen verzoek gedaan om het voorarrest op te heffen. Ook hij blijft langer vastzitten. Ook een derde verdachte, Anouar T., zit nog vast. Hij is een neef van Ridouan Taghi, die wordt gezien als de opdrachtgever van de moord op Wiersum.
De rechtbank ziet veel aanwijzingen voor ‘een vooropgezet plan om Wiersum te doden’, schrijft het Parool. Als de verdachten Wiersum wilden volgen naar de kroongetuige, ‘zouden ze de confrontatie niet zijn aangegaan op straat’. Zijn dna zat in twee voertuigen die bij (het voorbereiden van) de moord zijn gebruikt; gegevens van de telefoons die verdachten rond de moord maar kort gebruikten en het gegeven dat B. op 11 en 16 september naar Wiersum belde kort voor zijn dood. B. is in de vroege ochtend van 18 september, vlak voor de moord op Wiersum, bovendien met medeverdachte Giërmo B. gezien in Amsterdam-Zuidoost.
De verdachten, Giërmo B. en Moreno B., waren niet aanwezig op de formele inleidende zitting, zoals hen vanwege de coronacrisis was verzocht. De aanklager en de advocaten hadden hun standpunten op verzoek van de rechtbank al van tevoren schriftelijk uiteengezet.
De volgende tussentijdse zitting is op 24 juni.