Dat schrijft minister Dekker voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer op grond van een analyse door het onderzoeksbureau Significant Public. Daarnaast zijn de kosten van de alternatieve rechtshulppakketten naar verwachting ook nog eens hoger dan gedacht. Volgens Dekker zijn de onderzoeksresultaten voor hem aanleiding zich in de komende periode te bezinnen op de consequenties. De minister laat zijn herzieningsplannen opnieuw doorrekenen en deelt zijn bevindingen deze zomer met de Kamer.
Het Significant-rapport is een lelijke tegenvaller voor Dekker. De minister ging ervan uit dat de omvorming van het toevoegingenstelsel naar een systeem met rechtshulppakketten zou leiden tot rechtshulp door goedkopere hbo-juristen. In zijn ‘contourenbrief’ schreef hij in 2018 dat ongeveer een derde van alle toevoegingszaken niet door advocaten hoeft te worden gedaan. Dat zou ongeveer dertig procent aan kosten besparen, hetgeen hogere toevoegingstarieven mogelijk maakt.
Significant
Van dat plan lijkt nu weinig terecht te komen. Significant onderzocht aan de hand van gesprekken met deskundigen voor bestuursrecht, familierecht, overig civiel recht en strafrecht in hoeverre het werk van advocaten (wo-opgeleid) kan worden opgevangen door hbo-opgeleide juristen.
In het strafrecht, waar procesmonopolie geldt, is dat nauwelijks het geval. In het bestuursrecht kan mogelijk tien tot twintig procent van de zaken worden afgehandeld door een hbo’er. In die zaken kan tien tot twintig procent op de kosten worden bespaard.
Bij het ‘overig civiel recht’ bleken de onderzoeksresultaten dusdanig uiteen te lopen, dat Significant daar nauwelijks conclusies aan durft te verbinden.
Optimistisch
Ondanks deze tegenvallende uitkomsten blijft Dekker optimistisch. De minister meent dat aanpassing van het stelsel nog altijd een hogere vergoeding voor advocaten mogelijk maakt. Voor een belangrijk deel is dat te danken aan de zogeheten efficiencywinst, die voortvloeit uit het beoogde nieuwe stelsel.
Significant onderzocht ook in hoeverre het toekomstig stelsel leidt tot die efficiencywinst. Dekker gaat in zijn contourenbrief uit van een winst van vijf procent, onder meer doordat advocaten straks niet langer de eigen bijdragen hoeven te innen.
Die aanname blijkt juist te conservatief, meent Significant. Zo is in het segment ‘overig civiel recht’ efficiencywinst van twintig tot dertig procent te behalen door betere samenwerking tussen eerste en tweede lijn en door bundeling van vergelijkbare zaken. In familierecht en bestuursrecht is de efficiencywinst vijf tot vijftien procent, eveneens te behalen door betere samenwerking en specialisatie.
Significant adviseert Dekker om de aannames gericht te onderbouwen met pilots. In een aantal gevallen lopen die al, hoewel de coronacrisis (het rapport dateert van 27 februari) die inmiddels waarschijnlijk heeft stilgelegd. Het bureau noemt het wenselijk aanvullende pilots te starten, onder meer met rechtshulppakketten voor bestuursrecht en familierecht, waarbij geen advocaten aan te pas komen.