‘Ik ben bijna dertig jaar advocaat. Maar ook na al die jaren, als ik de rechtszaal binnenstap, verandert er iets bij mij,’ zegt strafrechtadvocaat Jan Vlug (55 jaar, Vlug Huisman Maarsingh Strafpleiters, Deventer). ‘Ik zit rechtop, ben alert. Nu, in deze coronacrisis, zit je met een Skype-verbinding achter je bureau te pleiten. Je moet uitkijken dat je niet onderuitgezakt gaat zitten. Er hangt geen geladen sfeer.’ Het helpt Vlug om voorafgaand aan een zitting via videoverbinding zijn toga aan te trekken. ‘Als je dan de virtuele wachtruimte verlaat en contact maakt met de rechtbank, is het toch wel echt zitting.’
Strafrechtadvocaat Sébas Diekstra (39 jaar, Diekstra Van der Laan Advocaten, Leiden) gaat, als de mogelijkheid zich voordoet naar de rechtszaal toe, net zoals Vlug overigens. Tijdens strafzaken via videoverbinding draagt Diekstra ook een toga. ‘Je verschijnt op zitting, dus dat is wel de bedoeling.’
In het personen- en familierecht wordt bij gewone, fysieke zittingen niet altijd een toga gedragen. Daarom belde familierechtadvocaat Ingrid Vledder (Reach advocaten, Amsterdam) voorafgaand aan een geplande videozitting met de griffier om te vragen of het de bedoeling was dat ze een toga droeg. ‘Hij zei dat het niet hoefde, de rechter zou ook gewoon netjes gekleed zijn, maar niet in toga. De zitting ging niet door omdat de zaak is geschikt. Bij een volgende zitting zou ik het weer met de griffier afstemmen. En met de advocaat van de wederpartij. Want het is ook gek als de één een toga aan heeft, en de ander niet.’
Toen personen- en familierechtadvocaat en mediator Janneke Mulder (40 jaar, Uiteen, Rotterdam) haar cliënt in een kort geding bij het hof in Den Bosch bijstond via videoverbinding, lag haar toga nog bij de stomerij. ‘Door het hof was niet duidelijk gecommuniceerd of ik een toga aan moest. Aangezien de fysieke zittingen niet doorgingen, was dat een mooi moment om de toga te laten stomen. Tijdens de zitting droeg ik een witte blouse met een zwart jasje. Niemand die er iets over zei. De rechter en advocaat van de wederpartij droegen wel een toga.’
Uitloggen
Mulder verleende rechtsbijstand aan een ouder in een internationale verhuiskwestie. De ouder was met de kinderen naar het buitenland verhuisd. De rechter had in eerste aanleg geoordeeld dat de ouder moest terugverhuizen. Het hof besliste dat dat, door de coronacrisis, te belastend voor de kinderen zou zijn. De bodemprocedure moet worden afgewacht voor een definitieve beslissing.
De videozitting was in deze situatie een uitkomst, zegt Mulder. ‘Ik zat zelf in Rotterdam, mijn cliënt in het buitenland. We hoefden nu niet naar Den Bosch te reizen. En we hebben dit kort geding bij het hof gewonnen, dus het heeft ook goed uitgepakt.’
Digitaal zittingen doen, vergt wel dat je nadenkt over de technische aspecten ervan. Mocht bijvoorbeeld de videoverbinding om technische redenen wegvallen, dan is het makkelijk als de griffier telefoonnummers bij de hand heeft zodat de zitting telefonisch kan worden voortgezet, adviseert Mulder. ‘Daarom heb ik van tevoren mijn gegevens, en die van mijn cliënt en de gezinsvoogd naar het hof gemaild.’
Mulder heeft nog een andere belangrijke raad. ‘Instrueer je cliënten om, als de rechter de zitting schorst, ook echt uit te loggen, of het geluid helemaal uit te doen. En als je weer inlogt, kun je niet op de achtergrond nog even overleggen.’ Toen zij merkte dat de wederpartij met zijn advocaat ging telefoneren, heeft ze haar oortjes uitgedaan. ‘Dus ik heb het niet gehoord.’
Schriftelijke voorbereiding
Voorafgaand aan de zitting had Mulder haar schriftelijke standpunten naar het hof gefaxt. ‘Met videobellen kan alles toch wat minder duidelijk overkomen dan tijdens een fysieke zitting. De gezinsvoogd moest inbellen, maar dat lukte niet in eerste instantie. Alle procespartijen zijn iets minder geconcentreerd. Ze zijn bezig met de techniek of misschien afgeleid door de thuisomgeving. Dan is het fijn als partijen de standpunten op papier hebben.’
Familierechtadvocaat Vledder beaamt dat: ‘Een goede schriftelijke voorbereiding is noodzakelijk.’ Zij stond haar cliënt bij in een kort geding via telehoren. De zaak ging over de omgang van Vledders cliënt met zijn dochter. ‘De moeder had de omgang stopgezet. Ik was een kort geding begonnen met nakoming van de zorgregeling, met oplegging van dwangsommen.’
Vledder stuurde haar pleitaantekeningen voorafgaand aan de zitting naar de rechtbank. ‘De wederpartij kon zich er ook op voorbereiden, wat je bij een normale zitting niet hebt. Ik hoefde de pleitnotitie niet voor te dragen, die had de rechter al gelezen. Dat vond ik wel verfrissend – het eindeloos voordragen van pleitaantekeningen kan een moetje zijn. De rechter kon meteen doordringen tot de kern en heeft veel vragen gesteld. De zitting duurde een uur, daarna deed de rechter ook meteen uitspraak.’ De rechter stelde Vledders cliënt in het gelijk. De omgangsregeling moest ook meteen worden nagekomen. ‘Mijn cliënt was superblij. Dat weekend had hij zijn kind alweer. Op alle vlakken pakte het heel erg goed uit.’
Overleg
Ook over hoe je tijdens de zitting met je cliënt communiceert, moet je volgens Vledder goed nadenken. ‘Normaal zit je tijdens de zitting naast elkaar. Dan kun je ook een beetje bijsturen. Mijn cliënt belde in vanuit Rotterdam. Via whatsapp heb ik contact gehouden tijdens de zitting. Dat vond ik makkelijker dan communiceren in de rechtszaal. Je kunt dan moeilijk gaan zitten fluisteren, dus dat vond ik een voordeel.’
Amé Derks, personen- en familierechtadvocaat en mediator (32 jaar, Derks Advocaten en Adviseurs, Woerden) beaamt dat de mogelijkheid tot discreet overleg buiten het zicht van de rechter zo z’n voordelen heeft. Zij stond laatst een vader bij tijdens een zitting via telehoren over de verlenging van de ondertoezichtstelling door de gezinsvoogd. ‘Het was een heel inhoudelijke, geconcentreerde zitting. Een groot deel ging over de ontvankelijkheid van de verzoekende partijen. Dat was vrij juridisch en maakte het eenvoudiger om dit zo telefonisch te bespreken dan wanneer je het echt over heel veel feiten moet hebben.’
Derks had vooraf met haar cliënt afgesproken dat hij gedurende de zitting met haar kon overleggen door een berichtje te sturen via whatsapp of via de mail. ‘Als ik iets zou moeten toevoegen, kon hij mij tijdens de zitting bereiken, en andersom. Maar natuurlijk heb ik de zitting van tevoren ook goed doorgesproken met mijn cliënt. En bij een fysieke zitting kan het ook zijn dat je een keer iets op papier krabbelt en dat aan je cliënt toeschuift. Maar je bent ook niet de hele tijd aan het overleggen.’
Toen de wederpartij aangaf graag te willen overleggen, werd de zitting voor tien minuten geschorst. ‘Daar kun je dus, net zoals in een gewone zitting, om vragen. Na tien minuten belde de griffier weer in bij alle partijen en waren we weer gezamenlijk terug.’
45 minuten
Wel is het zaak scherp te blijven en andere procesdeelnemers scherp te houden, merkt strafpleiter Jan Vlug. Hij staat verdachten in regiezittingen van grote strafzaken bij, of verleent rechtsbijstand in zittingen voor de meervoudige kamer. Ook heeft hij cliënten die plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (ISD) boven het hoofd hangt. ‘Ik had twee zittingen waarin de officier van justitie ISD wilde eisen. De griffie wilde deze zaken drie maanden aanhouden. Ik zei toen: “Dat gaan we niet doen.” Dat betekent gewoon drie maanden extra zitten, die niet in mindering komen op de ISD. Uiteindelijk heeft de rechtbank deze zaken ook meteen behandeld. Daarover ben ik niet ontevreden.’
Minder wenselijk is ook dat andere instanties dan de rechter ineens een vinger in de pap hebben bij hoe een zitting verloopt. Hij benadrukt dat de 45-minutengrens, die sommige penitentiaire inrichtingen en asielzoekerscentra vanwege capaciteitsgebrek hanteren, echt niet kan. ‘Na 45 minuten wordt de zitting via telehoren of videoverbinding vanuit p.i.’s of azc’s stopgezet. Een andere gedetineerde moet dan gebruikmaken van de verbinding. Dat de Dienst Justitiële Inrichtingen bepaalt dat de zitting zonder aanwezigheid van de verdachte verdergaat, is onacceptabel. Maar misschien zijn het de kinderziekten van zittingen via videoverbinding.’
Vlug vindt ook dat er vanuit de rechtspraak af en toe te veel druk wordt uitgeoefend om de verdachte afstand te laten doen van zijn of haar recht om tijdens de zitting aanwezig te zijn. ‘Omdat dat gewoon eenvoudiger te organiseren is. Maar een verdachte heeft dat recht en moet die mogelijkheid ook gewoon krijgen.’
Lastige riemen
Vlug adviseert andere strafrechtadvocaten om hun cliënt voorafgaand aan de zitting goed voor te bereiden. ‘Dat kan telefonisch. Inmiddels kun je ook wel weer op bezoek, hoewel ik dat nog wel lastig vind. Het is niet altijd mogelijk om anderhalve meter afstand te houden.’
Ook collega-strafpleiter Diekstra loopt er tegenaan dat het niet altijd goed mogelijk is om persoonlijk contact met zijn cliënten te krijgen. ‘Met piket merk ik dat ook. Advocaten zitten in veel gevallen op afstand tijdens verhoren. Het is veel moeilijker om er bovenop te zitten. Je mag verdachten die vastzitten op het politiebureau wel even persoonlijk spreken. Maar in de gemiddelde ophoudingsruimte kún je niet eens anderhalve meter afstand houden. Het is roeien met heel lastige riemen.’
Connectie
Het blijft behelpen, vindt ook familierechtadvocaat Mulder. Als er veel op het spel staat, gaat zij toch het liefst zelf naar een zitting toe. ‘Via een videoverbinding krijg je minder contact, waardoor je je verhaal minder goed kunt overbrengen. Als je fysiek aanwezig bent, kun je de rechter in de ogen kijken en de rechter jou en de cliënt. Maar liever een zitting via videoverbinding dan helemaal geen zitting.’
Strafrechtadvocaat Diekstra mist tijdens de zittingen via videoverbinding de connectie tussen partijen. ‘Het wordt allemaal wat klinischer, wat zakelijker. Verdachten komen via een beeldscherm al snel minder geïnteresseerd over. Ik denk dat de menselijke kant, de non-verbale communicatie, in veel zaken juist de doorslag kan geven. Die komt nu veel minder goed uit de verf.’
Vledder denkt dat het voor rechters lastiger is om te achterhalen wat er nu precies speelt en om een beeld te vormen van partijen tijdens zittingen op afstand. ‘En advocaten missen de non-verbale communicatie met de rechter ook. All-in all, als je het afzet tegen maandenlang uitstel van de zitting, vind ik dit wel aanzienlijk beter. In sommige gevallen moet er gewoon een beslissing worden genomen.’
Vlug is ook liever fysiek aanwezig bij een zitting zodat je elkaar recht in de ogen kunt aankijken. ‘Dat is altijd beter dan dat iedereen een beetje in een cameraatje zit te staren of langs elkaar heen kijkt. Ook voor slachtoffers is het beter. Maar naar omstandigheden vind ik het vrij goed lopen.’
De Rechtspraak behandelt vanaf 11 mei weer meer rechtszaken in de zittingszaal, in fysieke aanwezigheid van procespartijen en verdachten. Strafzaken, jeugdstrafzaken en familierechtzaken krijgen daarbij prioriteit. Om hoeveel zaken het gaat, hangt af van de mate waarin gerechtsgebouwen coronabestendig zijn. Gerechtsgebouwen krijgen ruimere openingstijden, zodat zittingen meer verspreid over de dag kunnen plaatsvinden. Maar uitgangspunt blijft rechtszaken via telefoon of video te behandelen, dan wel schriftelijk af te doen.
Normaal gesproken behandelt de rechtspraak tienduizend zittingen per week. De afgelopen weken is er 75 procent van dat aantal gehaald, schrijft de Raad voor Rechtsbijstand in een persbericht van 11 mei.