De deken die in 2019 van de Bossche raad van discipline een waarschuwing kreeg, komt daar in hoger beroep bij het Hof van Discipline niet vanaf. Maar de motivering is wel anders.
De raad van discipline kapittelde de deken in kwestie vooral omdat hij bij een klager maar bleef aandringen op bemiddeling en hij het klagers ‘eigen keus’ noemde dat hij niet bij een door de deken geplande bespreking aanwezig was, terwijl de man (onder meer) al had gezegd dat hij geen bemiddeling wenste en hij als militair in het buitenland zat. Ten slotte had de deken volgens de raad een gebrek aan juridische kennis laten zien door verkeerde informatie te geven – anders dan hij klager voorhield, kan ook de cliënt zich beroepen op de regels over het in rechte overleggen van vertrouwelijke advocatencorrespondentie.
Het Hof van Discipline vindt het allemaal niet zo fraai, maar ziet alleen het geven van onjuiste informatie als klachtwaardig.
Chaotisch
De aanloop was al niet al te overzichtelijk, zo blijkt uit de feitenbeschrijving. De deken gaf in de loop der tijd telkens andere redenen voor het door hem kennelijk zo gewenste gesprek. Dat hing ook samen met allerlei ontwikkelingen tussen de bij het conflict betrokken advocaten, maar het maakt toch een een wat chaotische indruk, gaf de deken toe: ging het hem nou om bemiddeling, informatie-inwinning, het geven van zijn bevindingen, of toch – zoals hij op het laatst weer zei – een minnelijke regeling? Want, hield de deken klager voor, het was de vraag of hij bij de tuchtrechter wel gehoor zou vinden – zijn klacht ging over confraternele correspondentie en betrof dus alleen de betrokken advocaten, niet klager.
Het geheel blonk niet uit in helderheid, vindt het Hof, maar het laatste klópte echt niet: ook een cliënt kan zich op de regels over vertrouwelijke correspondentie beroepen. Klager was op het verkeerde been gezet, en de deken had hiermee het vertrouwen in de advocatuur beschadigd. De deken onderzoekt klachten als voorportaal van de tuchtrechter en van hem mag worden verwacht dat hij klagers correct informeert over de heersende uitleg van gedragsregels, aldus het Hof. Maar leugenachtigheid of een gebrek aan juridische kennis: dat zag het Hof er niet in. De appelrechter beschrijft nog eens nadrukkelijk de norm die de tuchtrechter toepast op het handelen van een advocaat ‘in andere hoedanigheid’ (zie de uitspraak) en geeft de deken een waarschuwing – een ‘zakelijke terechtwijzing’.
Kostenveroordeling
De deken was ook in appel gegaan tegen de kostenveroordeling, omdat hij die bij de functie van deken ‘niet goed kon plaatsen’. Dat gaat er niet lekker in: dat mr. X als deken handelde, laat onverlet dat het hem als advocaat persoonlijk aan te rekenen is en hij op die grond persoonlijk een kostenveroordeling kan krijgen.
Terzijde, en wellicht ten overvloede: de gedragsregels rond confraternele correspondentie zijn per 1 februari 2018 gewijzigd. Eenvoudig ‘PERSOONLIJK/VERTROUWELIJK’ boven een brief zetten, dat werkt niet meer, zo bevestigde nog eens de raad van discipline ’s-Hertogenbosch op 4 mei jongstleden.