Grand café Utopie is dicht. De anders zo levendige ‘ruimte voor idealen’ is al weken leeg, de ‘beweging voor een groene en rechtvaardige toekomst’ in quarantaine. Zonder idealisten oogt het grand café nog strakker met zijn hoge plafond, wanden bepleisterd met leem en parelmoer en hippe schemerlampen. Gelaten zitten de oprichters, advocaten Marco van Duijn (51) en Etienne Prins (50), aan een van de duurzaam houten tafels.
Eigenhandig maakten ze van de oude lasruimte onder hun kantoor een ontmoetingsplek voor maatschappelijke organisaties. ‘Op vrijdagmiddag hebben we hier normaal gesproken de klimaatborrel,’ zegt Prins: ‘Veel van onze klanten gebruiken de ruimte van het grand café voor presentaties of vergaderingen. En wij komen in contact met nieuwe klanten.’
‘We zoeken kruisbestuiving tussen idealisten,’ vult Van Duijn aan: ‘Er komen hier beleidsmakers, maar ook activisten. Maatschappelijk verantwoorde ondernemers, maar ook studenten. Juist in deze dystopische tijden met corona, Trump, klimaatverandering en polarisatie hebben wij behoefte aan utopie. Met andere mensen brainstormen hoe we de wereld wat mooier kunnen maken. We begrijpen dat we vanwege de crisis dicht moesten. Maar zo langzamerhand moeten we echt weer open. Grondrechten als de vrijheid van vergadering en betoging zijn in het geding.’
Kunstenaar
Drie jaar geleden begonnen de twee hun kantoor in een monumentaal voormalig schoolgebouw in het centrum van Den Haag. Ze belandden ieder via een andere weg in de advocatuur. Prins startte na zijn rechtenstudie eerst bij een groot consultancykantoor en combineerde daarna een opleiding aan de kunstacademie met een bestaan als ambtenaar. Hij probeerde verschillende ministeries, maar knapte overal af. ‘Ik werkte me uit de naad, maar altijd voor de politieke waan van de dag. Je moet problemen veel structureler aanpakken. Duurzaamheid, privacy, maatschappelijke ongelijkheid. Denk en plan twintig, dertig jaar vooruit. Collega-ambtenaren wilden dat wel, maar bestuurders waren alleen bezig met de korte termijn en het veiligstellen van hun positie.’
Hij vertrok naar Frankrijk, zorgde als huisman voor zijn gezin en kwam eindelijk aan schilderen toe. Op advies van een neef besloot hij alsnog advocaat te worden. Op diens sociale kantoor leerde hij Van Duijn kennen, die weer een heel andere achtergrond heeft.
‘Ik ben al sinds mijn zeventiende politiek buitenparlementair actief,’ vertelt Van Duijn: ‘Als burger moet je gewoon duwen en trekken om dingen gedaan te krijgen. Wie altijd binnen de lijntjes blijft lopen, bereikt over het algemeen weinig. Ik heb de politiecel heel vaak van binnen gezien. Vaak vanwege demonstraties die verboden werden of kraakacties. Ik ben nooit veroordeeld, maar dat had gekund. Dat had ik niet zo’n probleem gevonden.’
Door zijn jarenlange gevecht tegen de regels verdiepte hij zich in het recht en behaalde uiteindelijk zijn master. ‘Toen dacht ik: nu moet ik ook maar advocaat worden. Ik heb het recht nooit gezocht, maar het recht zocht mij.’
Van Duijn specialiseert zich in dierenrechten. ‘Nederland telt 130 miljoen landbouwdieren en ik ben de enige advocaat die voor ze opkomt,’ zegt hij: ‘Ik doe veel handhavingsverzoeken op grond van camerabeelden, door activisten gemaakt in stallen of slachthuizen. Laatst haalde een nertsenfokkerij waar ik mee bezig ben geweest, het nieuws. Het COVID-19-virus bleek daar overgesprongen op nertsen. Dat krijg je in zo’n overvolle en gewetenloze dierenfabriek. Mijn inbreng is meestal onderdeel van een grotere campagne. Als ik procedeer tegen bijvoorbeeld een jachtvergunning, dan zijn er actiegroepen in het veld om de dieren te waarschuwen, terwijl andere groepen weer lobbyen in de politiek om te stoppen met die krankzinnige massamoord.’
Moraal
Utopie Advocaten gebruikt het recht niet louter als obstructie- of vertragingsmiddel, maar zoeken naar juridische aanknopingspunten om hun idealen – vaak ook via mediation en onderhandelen – dichterbij te brengen. ‘Het recht is gestolde moraal,’ zegt Van Duijn. ‘Als ik de regels zou maken, zou het recht er heel anders uitzien. Ik neem alleen zaken aan waar ik achter sta.’
Prins zet zich vooral in voor collectieven, verenigingen en stichtingen waaronder groepen huurders. Hij vertelt over een groep van 32 antikraakhuurders in Rotterdam, die op last van de brandweer binnen vier uur hun huis moesten verlaten. ‘Die mensen hebben al nauwelijks rechten, en dan worden ze ook nog eens zo op straat gezet. We eisen schadevergoeding. We denken dat de brandweer zich heeft laten gebruiken om er zo een megavastgoedproject snel doorheen te krijgen.’
‘Wij geloven dat het recht een middel is om een utopie te verwezenlijken,’ vult Prins aan: ‘Maar wel in combinatie met andere krachten. Vandaar dit concept. Je hebt juristen nodig maar ook maatschappelijke organisaties die hier bij elkaar komen’
Onlangs organiseerde het café een onlinediscussieavond voor utopisten over sociale bewegingen tijdens de coronacrisis. ‘Juist nu worden er heel snel belangrijke politieke keuzes gemaakt en moeten maatschappelijke organisaties hun werk kunnen doen,’ zegt Van Duijn. Utopie Advocaten heeft geen ideologisch vergezicht voor ogen, geen blauwdruk voor een betere wereld. ‘We hebben het onderling nooit over hoe onze utopie eruitziet,’ lacht Van Duijn: ‘Een utopie is iets wat je nooit zult bereiken. Geen eindstation, maar een inspiratie om de wereld groener en rechtvaardiger te maken. Er zijn hier normaal gesproken veel burgerinitiatieven. Wij worden daar blij van.’