De NOvA zegt zich zorgen te maken over de zorgvuldigheid en de kwaliteit van de wetgeving, onder meer omdat het kabinet zoveel haast maakt. ‘Het wetsvoorstel maakt het mogelijk te veel en te ver gaande beperkingen van bewegings- en vergadervrijheden voor een onbepaalde periode normaal te maken; beperkingen die niet normaal zijn en ook niet behoren te zijn in een democratische samenleving.’
De NOvA wijst erop dat het niet nodig is de inperking van grondrechten en vrijheden via een tijdelijke wet te regelen. De overheid kan dat ook prima regelen met noodverordeningen, die aan een tijd en plaats zijn gebonden, aldus de orde.
Voordat het wetsvoorstel aanvaard wordt, dient het te worden getoetst aan de Grondwet en aan internationale verdragen en is een democratisch debat in het parlement en de samenleving nodig, stelt de NOvA.
Evenementen
De NOvA onderkent dat het nodig is wettelijke regels op te stellen ten aanzien van grotere evenementen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. ‘Regels met betrekking tot afstand en ook groepsvorming buiten evenementen zouden er evenwel niet moeten komen, zeker niet als daarmee inbreuk wordt gemaakt op de grondrechten van vergadering en het huisrecht.’
De NOvA is ook niet gerust op het tijdelijk karakter van de beoogde wet. Hoewel de werkingsduur één jaar is, kan de wet en daarmee de inperking van grondrechten eenvoudig worden verlengd.
Ook ten aanzien van de handhaving en het opleggen van sancties heeft de orde fundamentele kritiek. Omdat de regels zo onduidelijk zijn, ligt willekeur op de loer. ‘Het verbod op willekeur is een zeer belangrijk beginsel van algemeen behoorlijk bestuur dat de kern van de rechtsstaat beschermt. (…) Burgers moeten weten en kunnen begrijpen wat precies van hen wanneer verwacht wordt en
wat de consequenties zijn als zij een concrete regel schenden.’