‘Als huisadvocate van diverse ondernemingen in de reisbranche drong de sense of urgency van de crisis onmiddellijk door tot Frederique Mackay-Beins (38, De Vos & Partners Advocaten, Amsterdam). ‘Ik kreeg de eerste dagen vele paniektelefoontjes van cliënten.’ Het werd al snel duidelijk dat buitenlandse reizen en vakanties voorlopig niet aan de orde waren. Ze deed een beroep op haar netwerk in de reiswereld. ‘Ik had meteen contact met de ANVR en met het kleine groepje advocaten dat is gespecialiseerd in reisrecht. Die kun je in Nederland op één hand tellen.
De reisvouchers kwamen direct bovendrijven als oplossing. We beseften dat het cruciaal was voor onze cliënten om richting consument hetzelfde beleid uit te dragen.’ Ook internationaal werd er één lijn getrokken. ‘De mailgroep van de IFFTA – een internationale club van advocaten gespecialiseerd in reisrecht – ontplofte. Het ging wekenlang alleen maar over de vouchers.’
Bij advocaat Lex de Jager (54, Van Till Advocaten, Amsterdam) klopte het coronaconflict aarzelender aan de deur. Toen sportschoolketen BigGym hem vroeg een kort geding aan te spannen tegen de Nederlandse staat om de deuren eerder te mogen openen, twijfelde de vakman in hem even. ‘Ik bedacht dat je dit soort zaken het liefst doet namens de hele branche. Dan kun je bij de belangenafweging voor de rechter een veel krachtiger vuist maken.’
Maar BigGym opereerde solo en de sportschoolsector koos voor overleg met het ministerie. ‘BigGym was echter erg gemotiveerd. Ze waren vastbesloten om de sluiting tot 1 september niet te laten gebeuren en hadden steekhoudende argumenten.’ De Jager vond een kort geding ook strategisch noodzakelijk. ‘De branche had geen plan B voor als het overleg mislukte. Dat vond ik niet verstandig, je moet altijd een stok achter de deur hebben om iets af te dwingen.’
‘Voetbaladvocaat’ Frans de Weger (42, BMDW Advocaten, Haarlem) rolde heel vanzelfsprekend in de belangenstrijd tussen clubs en de KNVB die was losgebarsten sinds het stilleggen van de profcompetitie. Eerder stond hij ADO Den Haag succesvol bij de strijd tegen degradatie. FC Utrecht huurde hem en advocaat Jeroen Bedaux vervolgens in als juridisch experts in de strijd voor een felbegeerde plek in de Europa League. De KNVB had op basis van de actuele ranglijst gekozen voor Willem II als rechthebbende van het laatste Europese ticket. FC Utrecht vond dit onrechtvaardig, vooral omdat het de bekerfinale niet meer mocht uitspelen.
De club besloot op advies van De Weger niet te kiezen voor een rechtszaak in Nederland, maar voor een Europese bezwaarprocedure bij de UEFA. Die route achtte hij kansrijker en bovendien kent De Weger de FIFA- en UEFA-reglementen als zijn broekzak: hij schreef er een vuistdik boek over. ‘Als ergens mijn kennis zit, is het in de internationale voetbalrechtspraak, daar heb ik me al vijftien jaar in vastgebeten.’
Het wereldje
Die specialisatie komt goed van pas als advocaten wordt gevraagd om op te reden in grote actuele maatschappelijke conflicten zoals de coronacrisis. Niet alleen is de materie complex en staat er veel op het spel, er is ook een bijzonder grote handelingssnelheid vereist. Dan is het noodzaak dat je snel inhoudelijk kunt schakelen en de weg weet in het betreffende wereldje.
Mackay-Beins viel al tijdens haar rechtenstudie voor het reisrecht. ‘Ik liep mijn studentenstage bij De Vos & Partners, dat altijd al had opgetreden voor de reisbranche. Oprichter Pim de Vos schreef toen het eerste Nederlandse boek over reis- en toerismerecht. Ik kan me nog herinneren dat we tot ’s avonds laat achter de computer uitspraken analyseerden. Daar is mijn interesse voor reisrecht ontstaan.’ Haar scriptie ging over de Wet op de reisovereenkomst en ze werd advocaat-stagiaire en uiteindelijk partner bij hetzelfde kantoor: een specialisme was geboren. ‘Het is veelzijdig. Er spelen allerlei internationale richtlijnen en je hebt te maken met beide perspectieven: het consumentenrecht en de commerciële belangen van de reisorganisaties.’
Die gelaagde blik is nu waardevol. ‘Bij mijn pleidooi voor de reisvouchers denk ik vanuit de reisbranche, maar ik houd ook rekening met het sentiment van de reiziger die zijn geld terug wil kunnen krijgen. Deze empathie laat ik doorklinken in voorbeeldbrieven aan consumenten die ik in opdracht voor reisorganisaties schrijf.’
Ook De Weger is gepokt en gemazeld in zijn voetbalniche. Acht jaar lang was hij de huisjurist van de Federatie van Betaald voetbal Organisaties (FBO), hij is onder meer arbiter bij het mondiale sportarbitragehof CAS en publiceert regelmatig over de internationale sportjurisprudentie. Zijn meest recente artikel gaat onder meer over de neiging van voetbalclubs om de coronacrisis te gebruiken als excuus. ‘Dan willen ze uitstel van betaling, terwijl de vordering al openstaat sinds eind vorig jaar.’
‘Louis van Gaal noemde de situatie ridiculous’
Academisch bewijs
Zijn kennis van de UEFA-regelgeving maakt De Weger te gelde bij de gooi van FC Utrecht naar Europees voetbal. ‘De Nederlandse rechter toetst alleen marginaal of de besluitvorming van de KNVB juist is verlopen, de UEFA kijkt breder.’ Zo nemen zij op basis van de reglementen the public perception of fairness mee: de Nederlandse publieke opinie. ‘Die is duidelijk in het voordeel van FC Utrecht. Zo’n driekwart van de Nederlanders vindt dat de bekerfinale best nog gespeeld kan worden. Louis van Gaal noemde de situatie “ridiculous”. Heeft de KNVB er alles aan gedaan een alternatief te bieden? Ook dat is een strikt vereiste vanuit de UEFA-richtlijnen.’
De Weger en zijn collega Bedaux zetten bovendien onderzoekbureaus in die statistisch materiaal aanleveren dat pleit in het sportieve voordeel van FC Utrecht. ‘Zo blijkt dat FC Utrecht al jaren aan het slot van de competitie beter presteert dan concurrent Willem II. Ik weet uit ervaring dat de UEFA gevoelig is voor dit soort academische bewijsvoering.’ Op 17 juni sprak de UEFA haar steun uit voor het beleid van de KNVB. FC Utrecht heeft zich hier bij neergelegd, maar ontvangt wel zes ton ter compensatie voor de misgelopen finale.
In de zaak-BigGym adviseerde De Jager zijn cliënt juist om de wetenschap er niet bij te betrekken. ‘In een kort geding heeft het weinig zin uitgebreid in te gaan op de vraag of onderzoek ertoe leidt dat opening van sportscholen verantwoord is. Dat zijn tamelijk ingewikkelde discussies waar een rechter zich niet in mengt.’ De Jager en zijn team focusten zich op de onrechtmatige daad van de overheid. ‘Het is een heel kleine marge waar je naar op zoek bent. De rechter gaat niet op stoel van de wetgever zitten en in geval van crisis mag de overheid natuurlijk veel meer. Wij hebben gesteld: zelfs in crisistijd is er ergens een grens van wat mag.’
Kern van het probleem voor BigGym was de beleidsmatige onduidelijkheid. ‘Het was volkomen vaag aan welke protocollen de branche moest voldoen om open te kunnen gaan. Het is al erg genoeg als tijdens het spel de regels veranderen, maar het is nog veel erger als je de nieuwe regels niet kent.’ Van het kort geding eind mei werd De Jager niet vrolijk. Op zijn vraag waarom de zwembaden en de kappersbranche wel eerder open mochten, kreeg hij van de landsadvocaat geen antwoord. ‘Wanneer is de overheid de opties van de fitnessbranche gaan verkennen, wilde ik weten. Tot vier keer toe kreeg ik geen enkel antwoord, teleurstellend. De gekte duurt al twee maanden, het is echt paniek in de branche. Die heeft het recht om te weten of ambtenaren zich inspannen voor een oplossing.’
Het feit dat de voorzieningenrechter tijdens de zitting geen enkele vraag stelde, stemde hem weinig hoopvol voor de uitspraak. ‘Het is ook lastig uitleggen aan je cliënt. Ik kan als professional misschien wel duiden dat de rechter goed luistert, maar een cliënt wil ook graag wat interactie.’
Machtsverhouding
Dit raakt aan een meer fundamenteel punt: de machtsverhouding tussen de procespartijen bij confrontaties die voortvloeien uit een acute crisis zoals corona. Is er voldoende sprake van equality of arms of staat de kwetsbare uitdager kansloos tegenover een krachtige gevestigde orde? ‘Wij hebben de metafoor van David en Goliath letterlijk gebruikt in het kort geding,’ aldus De Jager. ‘Het was één sportschool tegen de machtige Staat der Nederlanden. Maar dat geeft mij als advocaat ook een bepaalde energie. Ik treed liever op voor de underdog dan voor de bovenliggende partij.’
De krachtsverhouding is niet altijd zoals die op het eerste gezicht lijkt. Zo is de reisbranche in de coronakwestie bijvoorbeeld relatief afhankelijk van andere betrokken partijen. ‘Het is niet zo dat de machtige touroperators beschikken over het lot van hun kwetsbare klanten,’ stelt Mackay-Beins. ‘Zij zitten niet op een grote zak geld. Reisondernemingen hebben immers zelf al vooruitbetaald aan de airlines en hotels. Daar is in de media weinig aandacht voor geweest. Zij kunnen simpelweg niet alle klanten hun vooruitbetaalde reissom terugbetalen, dan gaan ze failliet. Gelukkig accepteerden veel mensen de voucher.’
Mede vanuit deze underdogpositie ontstond er in de reisbranche een groot gevoel van saamhorigheid, vertelt ze. ‘De reisorganisaties, de ANVR, SGR, iedereen kwam in deze crisis bij elkaar om de schouders eronder te zetten. Wij hadden als eerste land reisvouchers met een garantieregeling, daar ben ik best trots op.’ Later werd Nederland teruggefloten door de Europese Unie, maar de pleidooien vanuit het kabinet voor het verzilveren van de vouchers sorteerden effect. ‘We hadden geluk met premier Rutte en staatssecretaris Mona Keijzer, zij hebben echt hun nek uitgestoken voor de reisbranche.’
Maatschappelijke grens
Voor BigGym kwam er snel na het kort geding goed nieuws: het kabinet liet weten dat de sportscholen onder voorwaarden per 1 juli open mogen. Het kort geding is ingetrokken. ‘Heel heugelijk,’ aldus De Jager. ‘Maar deze zaak roept wel vragen op over de begrenzing en controleerbaarheid van crisiswetgeving. Ik erken dat die wetgeving ver mag gaan en dat je dat slechts marginaal kunt toetsen. Tegelijk is ook noodwetgeving ergens begrensd. Het is de taak van de advocaat af en toe dat gevecht aan te gaan, om een begrenzing te markeren. Net zoals we dat in de euthanasiekwestie hebben gedaan.’
Ook De Weger ziet een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor advocaten in crisisconflicten. ‘Ik heb het gevoel dat ik bijdraag aan de oplossing voor een uniek maatschappelijk issue. Het is op eieren lopen in dit dossier, ik wil niet meedoen aan stemmingmakerij. Niet alleen FC Utrecht, maar ook de KNVB en de UEFA zitten in hun maag met deze situatie. Daarom spitsen wij ons pleidooi toe op de juridische punten, niet op de emoties. Ik gooi liever niet onnodig olie op het vuur. Ik denk dat je daar als advocaat extra waakzaam voor moet zijn in deze tijd.’