Aanleiding is het initiatief BrandMR van schaderegelingskantoor SRK Rechtsbijstand, dat inmiddels via de rechter toelating wil afdwingen.
Minister Dekker heeft al eerder laten weten voorstander te zijn van toelating, maar het definitieve oordeel ligt bij de NOvA, als hoeder van de Verordening op de advocatuur (Voda). De huidige regels laten echter geen ruimte voor BrandMR, stelt de NOvA. Volgens een woordvoerder komt volgens die regels de kernwaarde onafhankelijkheid onder druk, wanneer sprake is van niet-advocaten als aandeelhouder of bestuurder.
Aandeelhouder
Niettemin heeft de NOvA aan minister Dekker laten weten bereid te zijn te onderzoeken wat de gevolgen zijn van een alternatief systeem, dat alternative business structures mogelijk maakt. In dat systeem kunnen niet-advocaten aandeelhouder of bestuurder worden van de bedrijfsstructuur.
Volgens de woordvoerder van de NOvA betreft het ‘een fundamentele wijziging, waarvan alle consequenties goed in kaart moeten worden gebracht’. Dat betreft niet alleen de kernwaarden betreft, maar ook privileges zoals het verschoningsrecht, benadrukt ze.
Het onderzoek wordt in opdracht van zowel Dekker als de NOvA uitgevoerd door een gespecialiseerd bureau en moet voor het einde van het jaar worden afgerond.
Drukmiddel
Regeringspartijen VVD en CDA willen meer druk zetten achter de toelating van alternative business structures. Dinsdag dienden beide partijen tijdens een debat met Dekker een motie in waarin ze hem oproepen zelf de wet- en regelgeving aan te passen als het gezamenlijke onderzoek met de NOvA ‘niet tot substantieel meer ruimte leidt’. VVD-Kamerlid Jeroen van Wijngaarden wees erop dat de regelgeving in Engeland veel liberaler is: ‘Voor mensen met een middeninkomen en kleine ondernemers is een gevarieerd aanbod van rechtshulpverleners nodig voor een betaalbare toegang tot het recht.’ De motie is inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer.
Minister Dekker gaf aan niet met de NOvA te willen onderhandelen met het drukmiddel zelf actie te ondernemen bij een ongewenste uitkomst. ‘Dat is als onderzoek doen met een pistool op de borst. Daar voel ik mij niet prettig bij in mijn bestuurlijke verhouding tot de NOvA.’ De NOvA erkent volgens Dekker dat de huidige regelgeving toe is aan herziening. ‘Ze houden deze nu grondig tegen het licht. Maar aanpassingen zijn verstrekkend: ze hebben niet slechts consequenties voor de case BrandMR, maar ook voor andere bedrijfsconcepten. Ik wacht eerst de onderzoeksresultaten af.’